Page 63 of 321

Stoelen, veiligheidssystemen61Airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐
lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het activeren worden de airbags
binnen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐
merkt.9 Waarschuwing
Wanneer de airbagsystemen
verkeerd worden gebruikt, kunnen
ze op een explosieve manier
ontploffen.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole bevindt zich de regelelektronica van het airbagsysteem en de gordel‐
spanners. In dit gebied geen magne‐
tische voorwerpen plaatsen.
Afdekkingen van airbags niet
beplakken of met andere materialen
bedekken.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐
tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders
vervalt de typegoedkeuring van de auto.
Bij het ontplooien van de airbags kunnen de vrijkomende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 112.
Kinderveiligheidssystemen op de
passagiersstoel met
airbagsystemen
Waarschuwing conform ECE R94.02 :
EN: NEVER use a rearward-facing
child restraint on a seat protected by
an ACTIVE AIRBAG in front of it;
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz
verwenden, der durch einen davor
befindlichen AKTIVEN AIRBAG
geschützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'en‐
fant orienté vers l'arrière sur un siège
protégé par un COUSSIN GONFLA‐
BLE ACTIF placé devant lui, sous
Page 68 of 321

66Stoelen, veiligheidssystemen
U deactiveert het airbagsysteem van
de voorpassagier met een slot aan de passagierszijde van het instrumen‐
tenpaneel.
Gebruik de contactsleutel om de posi‐ tie te kiezen:
*
OFF:airbag van voorpassagier is
gedeactiveerd en gaat niet
af bij een aanrijding. Contro‐
lelampje *OFF brandt
voortdurend in de midden‐
consoleV
ON:airbag van voorpassagier is
actief9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een
kinderveiligheidssystemen,
volgens de instructies en beper‐
kingen in de tabel 3 70.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Als het controlelampje V ongeveer
60 seconden na het inschakelen van
het contact oplicht, werkt het passa‐
giersairbagsysteem voor bij een
botsing.
Indien beide conrolelampen tegelij‐ kertijd branden zit er een storing in het systeem. De systeemstatus wordt
niet aangeduid; er mag niemand op
de stoel van de voorpassagier
vervoerd worden. Roep onmiddellijk
de hulp van een werkplaats in.
Raadpleeg onmiddellijk een werk‐
plaats indien geen van beide contro‐
lelampjes brandt.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende
verandering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 112.
Page 316 of 321

314TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 164
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............285, 290
Aanduidingen op banden ..........261
Aanhangerstabilisatie ................232
Aanhanger trekken ....................228
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 234
Accu ........................................... 239
Achterlichten .............................. 245
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................216
Achteruitrijlichten .......................147
Actieve noodrem......................... 203
Adaptieve cruise control .....117, 192
Afmetingen auto ........................298
Afslagverlichting ......................... 141
Afstand tot voorligger .................114
Airbag deactiveren ....................... 65
Airbag-deactivering .................... 112
Airbag en gordelspanners .........112
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 152
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 161
Alarmknipperlichten ...................145
Algemene informatie .................. 228Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 163
Andere auto slepen ...................280
Antiblokkeersysteem .................182
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 103
Autogegevens ............................ 290
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 140
Automatische versnellingsbak ...175
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 279
Auto stallen ................................. 234
Autostop ..................................... 168
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................269
Bandenspanning .......................261
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 115, 263
Bandenspanningswaarden ........301
Batterijspanning .........................127
Bedieningsorganen ......................94
Bekerhouders .............................. 74
Bekleding .................................... 283