Verzorging van de auto265Het menu Bandbelasting verschijnt
wanneer de auto stilstaat en de hand‐ rem aangetrokken is. Bij auto's met
automatische versnellingsbak moet
de keuzehendel op P staan.
Midlevel-display:
Selecteer de pagina Bandbelasting in
het menu Informatie- menu
voertuig ? op het Driver Informa‐
tion Center 3 118.
Kies
● Licht voor een comfortabele
spanning tot drie inzittenden.
● Eco voor een Eco-spanning tot
drie inzittenden.
● Max voor volledige belading.
Uplevel-display:
Selecteer de pagina
Bandenbelasting in het menu Opties
op het Driver Information Center
3 118.
Kies
● Licht voor een comfortabele
spanning tot drie inzittenden.
● Eco voor een Eco-spanning tot
drie inzittenden.
● Max voor volledige belading.
Koppelingsprocedure
bandenspanningssensor
Elke bandenspanningsensor heeft
een unieke identificatiecode. De iden‐
tificatiecode moet aan de positie van
een nieuw wiel worden gekoppeld
nadat de wielen zijn geroteerd of alle
wielen zijn verwisseld en als een of
meer bandenspanningssensoren zijn
vervangen. De bandenspannings‐
sensoren moeten ook worden gekop‐ peld na het vervangen van een reser‐
vewiel door een reguliere band met
een bandenspanningssensor.
Bij de volgende contactcyclus moeten
de storingslamp w en het waarschu‐
wingsbericht doven/verdwijnen. De
sensoren worden met een inleerge‐
reedschap in de volgende volgorde
gekoppeld aan de wielposities: voor‐
wiel linkerzijde, voorwiel rechterzijde,
266Verzorging van de autoachterwiel rechterzijde en achterwiel
linkerzijde. De richtingaanwijzer in de huidige actieve stand wordt verlicht
totdat de sensor is gekoppeld.
Roep de hulp in van een werkplaats.
U hebt twee minuten voor het koppe‐
len van de positie van het eerste wiel
en vijf minuten voor het koppelen van
de positie van alle vier de wielen. Bij
het overschrijden van deze tijd stopt
het koppelen en moet u opnieuw
beginnen.
De koppelingsprocedure voor de bandenspanningssensoren is als
volgt:
1. Trek de handrem aan.
2. Schakel het contact in.
3. Op auto's met automatische versnellingsbak: zet de keuze‐
hendel in P.
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak: selecteer
Neutraalstand.
4. Midlevel-display: Gebruik MENU op de richtingaan‐
wijzerhendel om Informatie- menu
voertuig ? op het Driver Infor‐
mation Center te selecteren.Uplevel-display:
Druk op p op het stuurwiel om de
hoofdmenupagina te openen.
Selecteer de pagina Info met Q of
P .
Bevestig met 9.
5. Selecteer het bandenspannin‐ genmenu.
Midlevel-display:
Uplevel-display:
6. Midlevel-display: Druk op SET/CLR om het koppe‐
len van de sensoren te starten. Er
moet een bericht met een vraag
om acceptatie van het proces
verschijnen.
Druk nogmaals op SET/CLR om
de selectie te bevestigen. De
claxon piept twee keer om aan te
geven dat de ontvanger in de
inleermodus staat.
Uplevel-display:
Druk op 9 om het koppelen van
de sensoren te starten. De claxon
piept twee keer om aan te geven
dat de ontvanger in de inleermo‐
dus staat.
Verzorging van de auto283VentilatieklepReinig het afschermsysteem in de
voorbumper om een goede werking
te behouden.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met
zuiver water en een zachte doek.
Gebruik een reinigingsmiddel voor leder als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet
kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name oplichtgekleurde bekleding. Reinig
verwijderbare vlekken en verkleurin‐
gen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten
omdat geopende klittenbandslui‐
tingen schade aan de stoelbekle‐
ding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen
worden gereinigd als de carrosserie.
Zo nodig een interieurreiniger gebrui‐ ken. Geen andere middelen gebrui‐
ken. Vooral geen oplosmiddelen of
brandstof. Niet schoonmaken met
hogedrukreinigers.
284Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................284
Service-informatie ...................284
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............285
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................285Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Service-display 3 110.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Service-display 3 110.
Internationale service-intervallen
Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger, rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
Service en onderhoud285lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval worden
verricht.
De internationale service-intervallen zijn geldig in de landen die niet tot de
groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden
opgesteld.
Service-display 3 110.
Registraties Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en garan‐
tieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van
service essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill en tevens een pluspunt is bij verkoop van de auto.Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
Het service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Service-display 3 110.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoen aan de aanbevolen specificaties.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
316HHalogeenkoplampen .................242
Handbediende ruiten ...................42
Handgeschakelde modus ..........181
Handgeschakelde versnellingsbak ......................178
Handmatige dimfunctie ................41
Handmatige modus ...................176
Handmatige stoelverstelling .........50
Handrem ............................. 182, 183
Handschoenenkastje ...................74
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 185
Hoofdsteunen .............................. 47
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 159
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 70
Indicatie afstand tot voorligger ...203
Info-Display................................. 123
Info-Displays ............................... 118
Inhouden ................................... 300
Inklapbare spiegels .....................40
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 149
Instrumentengroep ....................104
Instrumentenverlichting .............252
Interieurverlichting ......................147K
Katalysator ................................. 174
Kentekenverlichting ...................251
Keuzehendel ..................... 175, 179
Kilometerteller ............................ 108
Kindersloten ................................. 30 Kinderveiligheids-systemen ..........67
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................151
Klok............................................... 98
Koelvloeistof .............................. 237
Koelvloeistof en antivries ............285
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 109
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 141
Koplampverstelling ....................141
L Laadsysteem ............................. 113
Lane keep assist ................114, 222
Led-koplampen ........................... 141
LED-koplampen .......................... 116
Leeslampen ............................... 148
Lekke band ................................. 272
Lichtschakelaar .......................... 139
Lichtsignaal ................................ 140
Luchtinlaat ................................. 160
Luchtroosters .............................. 159M
Massage ....................................... 57
Meters......................................... 107
Midlevel-display .......................... 118
Mistachterlicht .................... 116, 146
Mistlamp .................................... 116
Mistlampen ................................ 244
Mistlampen voor ........................146
Motorgegevens .......................... 293
Motor-ID...................................... 289
Motorkap .................................... 235
Motorolie .................... 236, 285, 290
Motoroliedruk ............................. 115
Motor starten ............................. 166
N Nieuwe auto inrijden ..................163
O Obstakeldetectiesystemen .........207
Olie, motor .......................... 285, 290
OnStar ........................................ 134
Ontlaadbeveiliging accu ............150
Opbergruimte................................ 74
Opbergruimte voor........................ 75
Opbergvakken .............................. 74
Opgeslagen instellingen ...............24
Overzicht instrumentenpaneel .....10
317PParkeerhulp ............................... 207
Parkeerlichten ............................ 147
Parkeren .............................. 18, 171
Park pilot met ultrasoonsensoren 207
Pech ........................................... 279
Persoonlijke instellingen ............127
Pollenfilter .................................. 160
Portieren ....................................... 31
Portier open ............................... 117
Prestaties ................................... 295
Profieldiepte ............................... 267
Q
Quickheat ................................... 159
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 312
Regelbare instrumentenverlichting ...........147
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 311
Remassistentie .......................... 185
Rem- en koppelingssysteem .....113
Rem- en koppelingsvloeistof ......285
Remmen ............................ 182, 238
Remvloeistof .............................. 239
Reparatie ongevalschade ...........307
Reservewiel ............................... 274
Richtingaanwijzer ......................111Richtingaanwijzers ..................... 146
Roetfilter ..................................... 173
Ruiten ........................................... 42
Rijgedrag en aanhangertips ......228
Rijregelsystemen ........................185
Rijverlichting ........................ 12, 116
S
Schakelen ................................... 114
Service ............................... 161, 284
Service-display .......................... 110
Service-informatie ...................... 284
Sjorogen ...................................... 85
Slepen ................................ 228, 279
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................268
Snelheidsbegrenzer ...........117, 190
Snelheidsmeter .......................... 107
Spiegelverstelling ..........................9
Sportmodus ............................... 187
Sproeiervloeistof ........................238
Startbeveiliging ....................39, 116
Starten en bediening ..................163
Starthulp gebruiken ...................277
Stoelpositie .................................. 49
Stoelverstelling .............................. 7Stoelverwarming
Stoelverwarming, achter ...........58
Stoelverwarming, voor ..............56
Stop/Start-systeem .....................168
Storing ............................... 177, 181
Storingsindicatielamp ................113
Stroomonderbreking ..................177
Sturen ......................................... 163
Stuurbedieningsknoppen .............94
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 94
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 226
Te laag brandstofpeil .................116
Toerenteller ............................... 109
Topsnelheid ................................ 261
Traction Control .........................185
Traction Control-systeem UIT..... 115
Trekhaak............................. 228, 229
Trekstang.................................... 228
Typeplaatje ................................ 288
U Uitlaatgassen ............................. 173
Uitrol-brandstofafsluiter .............168
Uitstapverlichting .......................149
Uplevel-display ........................... 118
Uw autogegevens ..........................3
318VValetmodus................................. 123Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 268
Vaste luchtroosters ....................160
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................58
Veiligheidsnet .............................. 88
Velgen en banden .....................261
Ventilatie ............................... 56, 151
Verbanddoos ............................... 90
Vergrendelingssysteem ...............36
Verkeersbordherkenning ....117, 218
Verlichting middenconsole ........149
Verlichtingsfuncties..................... 149
Verlichting zonneklep ................148
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ......175, 179
Verstelbare luchtroosters ........... 159
Vertraagde uitschakeling stroom 166
Verwarmde spiegels ....................41
Verwarmd stuurwiel .....................95
Verwarming ........................... 56, 58
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 151
Verwerking van sloopauto .........235
Verzorging .................................. 281
Verzorging exterieur ..................281
Verzorging interieur ...................283
Vloerplaat bagageruimte .............84Voertuiggewicht .........................297
Voertuigidentificatienummer ......288
Voertuigkrik................................. 259 Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorligger gedetecteerd .............117
Voorruit ......................................... 42
Voorstoelen .................................. 49
Voorverwarming ........................115
W
Waarschuwingslampen ..............107
Werkzaamheden uitvoeren .......235
Wieldoppen ................................ 268
Wiel verwisselen ........................272
Winterbanden ............................ 261
Wis-/wasinstallatie .......................13
Wis-/wasinstallatie achterruit .......97
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........95
Wisserblad vervangen ...............241
Z
Zekeringen ................................. 252 Zekeringenkast in bagageruimte 257
Zekeringenkast in motorruimte ..253
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............255
Zitplaatsen achterin ......................57
Zonnedak ..................................... 45
Zonnekleppen .............................. 44
Zijdelings airbagsysteem .............64Zijmarkeringslichten.................... 139
Zijrichtingaanwijzers ..................251