Page 87 of 169
Inleiding....................................... 88
Radio ......................................... 103
Cd-speler ................................... 113
AUX-ingang ............................... 117
USB-poort .................................. 118
Trefwoordenlijst ......................... 120CD 400/300
Page 92 of 169
92Inleiding16 TONEGeluidsinstellingen ..............100
17 PHONE
Mute activeren ......................96
18 AUX
Van audiobron veranderen . 117
Page 95 of 169
Inleiding9516 BACKMenu: een niveau terug ........97
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 97
17 MP3: mapniveau hoger .......114
18 TONE
Geluidsinstellingen ..............100
19 PHONE
Mute activeren ......................96
20 AUX
Van audiobron veranderen . 117Audiobedieningsknoppen aanstuurwiel
1 qw
Geen functie.
2 SRC (bron)
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 96
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 103
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 114
3 w
Volume verhogen ..................96
4 ─
Volume verlagen ...................96
5 xn
Indrukken: geluidsonder‐
drukking activeren/
deactiveren ........................... 96
Page 96 of 169

96InleidingGebruikBedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, multifunctieknoppen en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 90
● bedieningsknoppen op het stuur 3 90
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen is de laatst geselecteerde Info‐ tainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met X terwijl het contact
was uitgeschakeld, schakelt het na
10 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
● het maximale inschakelvolume 3 102
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 102
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling
geactiveerd 3 102 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op PHONE voor het dempen
van de audiobronnen.Om het dempen weer te annuleren:
draai aan X of druk weer op
PHONE .
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Het volume wordt zo nodig
automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 103.
Audiospelers
Druk op CD of AUX om naar de
menu's CD, USB, iPod ®
of AUX te
gaan of om tussen deze menu's te
schakelen.
Page 97 of 169

Inleiding97Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ● CD-spelerfuncties 3 114
● AUX-ingangsfuncties 3 117
● USB-poortfuncties 3 118
Basisbediening Multifunctionele toets
De multifunctionele knop is het
centrale bedieningselement voor de
menu's.
Draai aan de multifunctionele knop: ● CD 400: een menuoptie marke‐ ren
● CD 300: een menuoptie weerge‐ ven
● een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ● CD 400: de gemarkeerde optie selecteren of inschakelen
● CD 300: om de getoonde optie te
selecteren of te activeren● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uitschakelen
BACK-toets Druk kort op BACK:
● om een menu te verlaten ● om van een submenu naar het volgende, hogere menuniveau tegaan
● om het laatste teken van een tekenreeks te wissen
Houd BACK enkele seconden inge‐
drukt om de hele invoer te wissen.Voorbeelden van de
menubediening
CD 400Een optie selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te
verplaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Page 117 of 169
AUX-ingang117AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............117
Gebruik ...................................... 117Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-
ingang aan te sluiten met een
3,5 mm stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.
Page 118 of 169
118USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............118
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 118Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die op de USB-poort zijn
aangesloten, worden bediend via de bedieningselementen en menu's van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opgeslagen
audiobestanden afspelenDruk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het
algemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 114.
Op de volgende pagina's worden
alleen de afwijkende/aanvullende bedieningsaspecten beschreven.
Bedieningen en schermweergaven
worden alleen voor USB-opslagappa‐ raten beschreven. Andere apparaten
werken in het algemeen hetzelfde.
Page 120 of 169

120TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 88, 113, 117, 118
Antidiefstalfunctie ........................89
Autostore-lijsten .......................... 104
B
BACK-toets ................................... 97
Basisbediening ............................. 97
C Cd afspelen starten ....................114
CD-speler activeren.................................. 114
belangrijke informatie ..............113
gebruik .................................... 114
CD-speler activeren ....................114
CD-speler gebruiken................... 114
D DAB ............................................ 110
DAB configureren .......................110
De AUX-ingang gebruiken ..........117
De radio gebruiken .....................103
De radio inschakelen ..................103
De USB-poort gebruiken ............118
Digital Audio Broadcasting .........110
E Enhanced Other Networks .........108
EON ............................................ 108F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............105
Frequentiebereik selecteren .......103
G Gebruik ................. 96, 103, 114, 117
Geluidsinstellingen .....................100
H Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 96
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume............................... 102
maximaal opstartvolume .........102
tooninstellingen .......................100
volume voor verkeersberichten 102
volume: instellingen ................102
Infotainmentsysteem gebruiken ...96
M
Menubediening ............................. 97
Multifunctionele toets ....................97
Mute.............................................. 96
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen ...90