144Rijden en bediening
●Druk alleen voor deactiveren van
het Traction Control-systeem
even op b: TC werkt niet maar
ESC blijft werken. Bij het deacti‐
veren van TC verschijnt er een
statusbericht op het Driver Infor‐
mation Center.
Als de auto na het deactiveren van
ESC de stabiliteitsdrempel bereikt,
activeert het systeem ESC opnieuw
voor de duur van de overschrijding
wanneer het rempedaal één keer
wordt ingetrapt.
U kunt de ESC weer activeren door
nogmaals op b te drukken. Wanneer
de TC voorheen was uitgeschakeld,
worden zowel TC als ESC opnieuw
geactiveerd. Er verschijnt er een
statusbericht op het Driver Informa‐
tion Center en t dooft wanneer TC en
ESC opnieuw worden geactiveerd.
De ESC wordt ook opnieuw geacti‐
veerd wanneer u de ontsteking de
volgende keer weer inschakelt.
Storing
Bij een storing in het systeem licht het controlelampje b ononderbroken op
en verschijnt er een bericht of een
waarschuwingscode op het Driver
Information Center. Het systeem is
buiten werking.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Stadsmodus
De stadsmodus is een functie voor
meer stuurbekrachtiging bij lagere
snelheden, zoals in stadsverkeer of
bij het inparkeren. De stuurbekrachti‐
ging wordt versterkt voor meer
comfort.Activering
Druk bij een draaiende motor op B.
Het systeem werkt vanuit stationair
draaien tot 35 km/u en in de achter‐
uitversnelling. Bij hogere snelheden
schakelt het systeem over op de
reguliere modus. Na het activeren
ervan werkt de stadsmodus automa‐
tisch bij een snelheid van minder dan 35 km/u.
Een brandende LED in de stadsmo‐
dus geeft aan dat het systeem actief
is.
Ook verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center.
Rijden en bediening147Automatisch uitschakelen:● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid met meer dan 25 km/u onder de ingestelde
snelheid daalt.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De keuzehendel is in N.
● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt
en het rempedaal intrapt, wordt
de cruise control gedeactiveerd
en wordt de opgeslagen snelheid gewist.
Opgeslagen snelheid hervatten Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid boven 30 km/u. De opgesla‐
gen snelheid wordt nu overgenomen.Uitschakelen
Druk op m; de controlelamp m op de
instrumentengroep gaat uit. De
opslagen snelheid wordt gewist.
Via L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact wordt ook de cruise control uitgeschakeld en wordt de
opgeslagen snelheid gewist.
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De maximumsnelheid kan worden
ingesteld op snelheden hoger dan 25 km/u tot maximaal 200 km/h.
De bestuurder kan alleen accelereren tot de vooraf ingestelde snelheid. Bijhet afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt de ingestelde snelheidslimiet op het
Driver Information Center weergege‐
ven.Activering
Druk op L. Als de cruise control
eerder geactiveerd was, wordt deze
uitgeschakeld als de snelheidsbe‐
grenzer wordt geactiveerd en de
controlelamp m dooft.
Ingestelde snelheidslimiet Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel kort naar SET/-:
de huidige snelheid wordt als snel‐
heidslimiet opgeslagen. De snel‐
heidslimiet verschijnt op het Driver
Information Center.
243Brandstof.................................... 160
Brandstofkeuzeschakelaar ..........83
Brandstofmeter ............................ 83
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 165
Brandstof voor benzinemotoren 160
Brandstof voor rijden op LPG .....160
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................77
Buitenverlichting .........................110
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................... 13, 75
Code ............................................. 99
Colour-Info-Display .......................98
Conformiteitsverklaring ...............233
Contactslotstanden ....................129
Controlelampen ......................82, 85
Controle over de auto ................128
Controles .................................... 169
Cruise control ...................... 92, 145
D Dagrijlicht ................................... 112
Dagteller ...................................... 82
Dakbelasting ................................. 71
Dakdrager .................................... 70
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dimlicht of grootlicht ...................110
Draagsysteem achterzijde ............55Driepuntsgordel ........................... 40
Driver Information Center .............92
E Eerste hulp ................................... 70
Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............80
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 184
Elektronische rijprogramma's ....139
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....90
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 143
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............90
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............121
Erkenning van software ..............235
Event Data Recorders (EDR) .....239
F
Fietsendrager ............................... 55
Flex-Fix-systeem .......................... 55
Frontaal airbagsysteem ...............45
G Geautomatiseerde versnellingsbak .......................136
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..238Geluidssignalen .........................101
Gereedschap ............................. 188
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................69
Gloeilamp vervangen ................175
Gordels ......................................... 39
Gordelverklikker ........................... 87
Gordijnairbagsysteem .................. 46
Graphic-Info-Display .....................98
Grootlicht ............................. 92, 111
H Halogeenkoplampen .................175
Handgeschakelde modus ..........139
Handgeschakelde versnellingsbak ......................135
Handmatige dimfunctie ................29
Handrem ............................. 140, 141
Handschoenenkastje ...................53
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 141
Hoofdsteunen .............................. 34
Hoofdsteunverstelling ....................8
I Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 49
Inductief opladen ..........................80
Info-Displays ................................. 92
Inhouden ................................... 231
245Ruiten........................................... 30
Rijregelsystemen ........................142
Rijverlichting .......................... 12, 92
S
Service ....................................... 127
Service-display ............................ 84
Service-indicatie .......................... 89
Service-informatie ...................... 217
Sjorogen ...................................... 69
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................196
Snelheidsbegrenzer ...................147
Snelheidsmeter ............................ 82 Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................171
Stadsmodus................................ 144
Startbeveiliging ......................28, 92
Starten en bedienen ...................129
Starthulp gebruiken ...................208
Stoelpositie .................................. 35
Stoelverstelling ........................7, 36
Stoelverwarming ........................... 39
Stop/Start-systeem .....................131
Storing ....................................... 139
Storingsindicatielamp ..................89
Sturen ......................................... 129
Stuurbedieningsknoppen .............74Stuurbekrachtiging........................ 90
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 74
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 162
Te laag brandstofpeil ...................91
Toerenteller ................................. 82
Top-Tether-bevestigingsogen ......52
Traction Control .........................142
Trekken....................................... 210
Typeplaatje ................................ 222
U Uitlaatgassen ............................. 134
Uitrol-brandstofafsluiter .............130
Uitstapverlichting .......................116
Ultrasoonparkeerhulp ..................90
Uplevel-display ............................. 92
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 196
Vaste luchtroosters ....................126
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................39
Velgen en banden .....................189
Ventilatie ..................................... 118
Ventilatieopeningen ....................126Verbanddoos ............................... 70
Vergrendelingssysteem ...............26
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............136
Verstelbare luchtroosters ........... 126
Vertraagde uitschakeling stroom 129
Verwarmde spiegels ....................29
Verwarmd stuurwiel .....................74
Verwarming ................................. 39
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 118
Verwerking van sloopauto .........168
Verzorging .................................. 212
Verzorging exterieur ..................212
Verzorging interieur ...................215
Vloerafdekking bagageruimte ......67
Voertuiggewicht .........................229
Voertuigidentificatienummer ......221
Voordat u wegrijdt ........................ 17 Voorruit ......................................... 30
Voorstoelen .................................. 35
W
Waarschuwingslichten ..................82
Werkzaamheden uitvoeren .......169
Wieldoppen ................................ 196
Wiel verwisselen ........................201
Winterbanden ............................ 189
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie achterruit .......77