Page 149 of 249

Rijden en bediening147Automatisch uitschakelen:● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid met meer dan 25 km/u onder de ingestelde
snelheid daalt.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De keuzehendel is in N.
● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt
en het rempedaal intrapt, wordt
de cruise control gedeactiveerd
en wordt de opgeslagen snelheid gewist.
Opgeslagen snelheid hervatten Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid boven 30 km/u. De opgesla‐
gen snelheid wordt nu overgenomen.Uitschakelen
Druk op m; de controlelamp m op de
instrumentengroep gaat uit. De
opslagen snelheid wordt gewist.
Via L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact wordt ook de cruise control uitgeschakeld en wordt de
opgeslagen snelheid gewist.
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De maximumsnelheid kan worden
ingesteld op snelheden hoger dan 25 km/u tot maximaal 200 km/h.
De bestuurder kan alleen accelereren tot de vooraf ingestelde snelheid. Bijhet afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt de ingestelde snelheidslimiet op het
Driver Information Center weergege‐
ven.Activering
Druk op L. Als de cruise control
eerder geactiveerd was, wordt deze
uitgeschakeld als de snelheidsbe‐
grenzer wordt geactiveerd en de
controlelamp m dooft.
Ingestelde snelheidslimiet Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel kort naar SET/-:
de huidige snelheid wordt als snel‐
heidslimiet opgeslagen. De snel‐
heidslimiet verschijnt op het Driver
Information Center.
Page 150 of 249

148Rijden en bediening
Snelheidslimiet wijzigenAls de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel naar RES/+
draaien om te verhogen of naar
SET/- om de gewenste snelheidsli‐
miet te verlagen.
Snelheidslimiet overschrijden
Wanneer de maximumsnelheid wordt overschreden zonder dat de bestuur‐
der dit heeft gedaan, knippert de snel‐ heid in het Driver Information Center
en klinkt er een waarschuwingstoon.
In noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door
het gaspedaal stevig in te trappen, tot
bijna tegen de aanslag. In dit geval
klinkt er geen waarschuwingstoon.
Gaspedaal loslaten en de functie
snelheidsbegrenzing wordt na het
bereiken van een lagere snelheid dan
de snelheidslimiet opnieuw geacti‐
veerd.
Deactivering Druk op y: snelheidsbegrenzer
wordt gedeactiveerd en de snelheid van de auto is niet meer begrensd.
De opgeslagen maximumsnelheid
staat tussen haakjes op het Driver
Information Center.
Ook verschijnt er een bijbehorend
bericht op het Uplevel-display.
Snelheidslimiet hervatten Draai het stelwiel naar RES/+. De
opgeslagen maximumsnelheid wordt bereikt en staat zonder haakjes op
het Driver Information Center.Uitschakelen
Druk op L, de indicatie van de snel‐
heidslimiet in het Driver Information
Center dooft. De opslagen snelheid
wordt gewist.
Door via m de cruise control te acti‐
veren wordt de snelheidsbegrenzer
ook gedeactiveerd en de opgeslagen snelheid gewist.
Door het contact uit te schakelen
wordt de snelheidsbegrenzer ook
gedeactiveerd maar de snelheidsli‐
miet wordt opgeslagen voor de
volgende activering van de snelheids‐ begrenzer.
Parkeerhulp Parkeerhulp achter9 Waarschuwing
De bestuurder is geheel verant‐
woordelijk voor het inparkeren.
Controleer bij het achteruitrijden en het gebruik van de parkeerhulp achter de zone rondom de auto.
Page 245 of 249

243Brandstof.................................... 160
Brandstofkeuzeschakelaar ..........83
Brandstofmeter ............................ 83
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 165
Brandstof voor benzinemotoren 160
Brandstof voor rijden op LPG .....160
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................77
Buitenverlichting .........................110
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................... 13, 75
Code ............................................. 99
Colour-Info-Display .......................98
Conformiteitsverklaring ...............233
Contactslotstanden ....................129
Controlelampen ......................82, 85
Controle over de auto ................128
Controles .................................... 169
Cruise control ...................... 92, 145
D Dagrijlicht ................................... 112
Dagteller ...................................... 82
Dakbelasting ................................. 71
Dakdrager .................................... 70
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dimlicht of grootlicht ...................110
Draagsysteem achterzijde ............55Driepuntsgordel ........................... 40
Driver Information Center .............92
E Eerste hulp ................................... 70
Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............80
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 184
Elektronische rijprogramma's ....139
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....90
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 143
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............90
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............121
Erkenning van software ..............235
Event Data Recorders (EDR) .....239
F
Fietsendrager ............................... 55
Flex-Fix-systeem .......................... 55
Frontaal airbagsysteem ...............45
G Geautomatiseerde versnellingsbak .......................136
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..238Geluidssignalen .........................101
Gereedschap ............................. 188
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................69
Gloeilamp vervangen ................175
Gordels ......................................... 39
Gordelverklikker ........................... 87
Gordijnairbagsysteem .................. 46
Graphic-Info-Display .....................98
Grootlicht ............................. 92, 111
H Halogeenkoplampen .................175
Handgeschakelde modus ..........139
Handgeschakelde versnellingsbak ......................135
Handmatige dimfunctie ................29
Handrem ............................. 140, 141
Handschoenenkastje ...................53
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 141
Hoofdsteunen .............................. 34
Hoofdsteunverstelling ....................8
I Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 49
Inductief opladen ..........................80
Info-Displays ................................. 92
Inhouden ................................... 231