3–32
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Afsluitklep van
brandstoftankdop en
brandstoftankdop
WAARSCHUWING
Bij het verwijderen van de
brandstoftankdop, de dop een klein
stukje losdraaien, wachten tot het
sissende geluid ophoudt en vervolgens
de dop verwijderen:
Brandstofnevel is gevaarlijk.
Brandstof die op de huid of in de
ogen terechtkomt kan brandwonden
veroorzaken en bij inslikking ziekte
tot gevolg hebben. Brandstofnevel
ontstaat wanneer er zich druk in
de brandstoftank verzamelt en de
brandstoftankdop te snel verwijderd
wordt.
Alvorens te tanken, de motor stopzetten
en vonken en open vuur steeds uit de
buurt van de vulhals houden:
Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Deze
kunnen door vonken of open vuur
tot ontbranding komen en ernstige
brandwonden en letsel veroorzaken.
Verder kan het gebruik van de
verkeerde brandstoftankdop of het niet
gebruiken van een brandstoftankdop
brandsto À ekkage tot gevolg hebben,
hetgeen bij een ongeluk ernstige
brandwonden mogelijk met dodelijke
a À oop kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Niet verder bijtanken nadat het
mondstuk van de brandstofpompslang
automatisch is gestopt:
Doorgaan met tanken nadat het
mondstuk van de brandstofpompslang
automatisch is gestopt is gevaarlijk,
aangezien het overmatig vullen van
de brandstoftank overstroming van
brandstof of lekkage kan veroorzaken.
Overstroming van brandstof en lekkage
kan het voertuig beschadigen en als de
brandstof ontvlamt kan dit brand en
ontplof ¿ ng veroorzaken met ernstig of
dodelijk letsel als gevolg.
OPGELET
Gebruik altijd uitsluitend een
originele Mazda tankdop of een
gelijkwaardige voor uw auto geschikte
brandstoftankdop, verkrijgbaar bij
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur. Een
verkeerde tankdop kan een ernstige
storing in het brandstofsysteem
of het uitlaatgasreinigingssysteem
veroorzaken.
4–9
Tijdens het rijden
Motor start/stop
7. Druk op de startdrukknop nadat zowel
het KEY indicatielampje (groen)
in de instrumentengroep als het
indicatielampje van de startdrukknop
(groen) zijn gaan branden.
OPMERKING
Na het starten van de motor, gaat
het startdrukknopindicatielampje
(oranje) uit en schakelt het contact
over naar de stand ON.
Na het indrukken van de
startdrukknop en voordat de motor
start is het werkingsgeluid van de
brandstofpompmotor van nabij de
brandstoftank hoorbaar, echter dit
duidt niet op een defect. 8. Laat de motor na het starten ongeveer
gedurende tien seconden stationair
draaien (in Duitsland verboden).
OPMERKING
(Duitsland) Ga na het starten van de motor
onmiddellijk rijden. Gebruik
echter geen hoge motortoerentallen
totdat de motor de normale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
Ongeacht of de motor warm of koud
is, dient deze zonder gebruik van het
gaspedaal gestart te worden.
Zie Starten van een verzopen motor
onder Starten in noodgevallen als
de motor de eerste keer niet start.
Laat uw auto inspecteren door een
of ¿ ciële Mazda reparateur als de
motor nog niet start (pagina 7-25).
(Voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak met i-stop functie)
Als de motor als gevolg van afslaan
is gestopt, kan deze opnieuw worden
gestart door het koppelingspedaal in
te trappen binnen 3 seconden nadat
de motor is gestopt.
De motor kan onder de volgende
omstandigheden ook als het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
niet opnieuw worden gestart:
Het bestuurdersportier geopend is.
De veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
Na het afslaan van de motor is het
koppelingspedaal niet volledig
losgelaten.
Het koppelingspedaal wordt
ingetrapt terwijl de motor niet
volledig is stopgezet.