Page 197 of 663

4–37
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Kilometerteller, dagteller en
dagtellerkeuzeschakelaar
Wanneer het contact op ON staat wordt
de kilometerteller constant op het scherm
getoond en door bediening van de INFO
schakelaar kan het TRIP A of TRIP B
scherm worden getoond.
Druk op de INFO toets
INFO schakelaar
Dagteller A,
Kilometerteller
Dagteller B,
Kilometerteller
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De rijafstand voor een opgegeven
tussenafstand wordt aangegeven. Voor elk
van beide kunnen twee typen (TRIP A,
TRIP B) tussenafstand en het gemiddelde
brandstofverbruik worden gemeten.
Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.
Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B.
De dagteller en het gemiddelde
brandstofverbruik kan gereset worden door
in elk van de standen de INFO schakelaar
gedurende 1,5 seconde of langer ingedrukt
te houden.
OPMERKING
Enkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
De registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
De stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
De gereden afstand 1.999 km
overschrijdt.
Page 198 of 663

4–38
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
Toont de motorkoelvloeistoftemperatuur.
De blauwe meter geeft aan dat de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag
is en de rode meter geeft aan dat de
motorkoelvloeistoftemperatuur hoog is en
dat de motor oververhit is.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje voor
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur
(rood) gaat branden, bestaat de kans
op oververhitting. Parkeer de auto
onmiddellijk op een veilige plaats en
neem de juiste maatregelen. Als u met
de auto blijft doorrijden, kan dit schade
aan de motor veroorzaken.
Zie Oververhitting op pagina 7-26 .
OPMERKING
De temperatuureenheid (Celsius/
Fahrenheit) van de display van de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
verandert in samenhang met
de temperatuureenheid van de
buitentemperatuurdisplay.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .
Tijdens normaal rijden stabiliseert de
motorkoelvloeistoftemperatuur bij
100 °C of lager en geeft de meter een
bereik aan van minder dan 100 °C.
Als de belasting van de
motor toeneemt en de
motorkoelvloeistoftemperatuur hoger
wordt dan 100 °C, geeft de meter de
motorkoelvloeistoftemperatuur aan.
Page 199 of 663
4–39
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft bij benadering de
in de brandstoftank resterende hoeveelheid
brandstof aan wanneer het contact op ON
wordt gezet. Het wordt aanbevolen de tank
voor meer dan 1/4 gevuld te houden.
Vo l
1/4 Vol
Leeg
Als het brandstofniveau laag is, ( ) en ( )
overgaat naar de kleur oranje. Zo spoedig
mogelijk bijtanken.
Zie Maatregelen nemen op pagina 7-46 .
OPMERKING
Na het bijtanken van brandstof
kan het enige tijd duren voordat de
indicator stabiel wordt. Bovendien
kan bij het rijden op hellingen of
in bochten de indicator afwijken
als gevolg van de beweging van de
brandstof in de tank.
De display die een kwart of minder
resterende brandstof aangeeft heeft
meer segmenten om het resterende
brandstofniveau in groter detail te
tonen.
De richting van de pijl ( ) geeft aan
dat de afsluitklep van de
brandstofvuldop zich aan de
linkerzijde van de auto bevindt.
Page 200 of 663

4–40
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Buitentemperatuurdisplay
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
wordt de buitentemperatuur getoond.
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden kan
de getoonde buitentemperatuur afwijken
van de werkelijke buitentemperatuur,
afhankelijk van de directe omgeving en
de omstandigheden waarin de auto zich
bevindt:
Beduidend lage of hoge
temperaturen.
Plotselinge veranderingen in
buitentemperatuur.
De auto staat geparkeerd.
Tijdens het rijden met lage
snelheden.
Wijzigen van de temperatuureenheid
van de buitentemperatuurdisplay
(Voertuigen met Type B/C)
De buitentemperatuureenheid kan
overgeschakeld worden tussen Celsius en
Fahrenheit.
Instellingen kunnen worden
gewijzigd door bediening van het
middendisplayscherm.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .
OPMERKING
Wanneer de temperatuureenheid
die wordt aangegeven op de
buitentemperatuurdisplay
wordt gewijzigd, verandert de
temperatuureenheid die wordt
aangegeven op de display van de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
dienovereenkomstig.
Buitentemperatuurwaarschuwing
*
Wanneer de buitentemperatuur laag is,
gaat de indicatie knipperen en klinkt
er een zoemtoon om de bestuurder te
waarschuwen voor de mogelijkheid van
gladde wegen.
Als de buitentemperatuur lager is dan
ongeveer 4 °C, gaat de
buitentemperatuurdisplay en het
symbool gedurende ongeveer tien
seconden knipperen en wordt er eenmaal
een zoemtoon gegeven.
OPMERKING
Als de buitentemperatuur lager is dan
-20 °C, werkt de zoemer niet. Het
symbool gaat echter branden.
Page 201 of 663

4–41
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Afstand die met voorradige
brandstof kan worden afgelegd
Dit toont de afstand bij benadering die u
met de voorradige brandstof kunt a À eggen,
gebaseerd op het brandstofverbruik.
De afstand die met de voorradige
brandstof kan worden afgelegd wordt
berekend en zal elke seconde worden
getoond.
OPMERKING
Alhoewel de indicatie voor de
afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof
een voldoende resterend aantal
kilometers aangeeft alvorens
bijtanken noodzakelijk wordt, zo
spoedig mogelijk bijtanken als het
brandstofpeil erg laag is of als het
waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil gaat branden.
De indicatie verandert alleen
wanneer u meer dan ongeveer 9 liter
brandstof tankt.
De afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof geeft bij
benadering de afstand aan die met de
auto gereden kan worden totdat alle
maatstrepen in de brandstofmeter
die de resterende brandstofvoorraad
aangeven verdwijnen.
Als er geen historische
brandstofverbruikgegevens zijn,
bijvoorbeeld nadat u uw auto zojuist
heeft aangeschaft of de gegevens
als gevolg van het losmaken van
de accukabels zijn gewist, is het
mogelijk dat de feitelijke afstand
die met de voorradige brandstof kan
worden afgelegd van de aangegeven
hoeveelheid verschilt.
Page 202 of 663

4–42
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Gemiddeld brandstofverbruik
Deze modus toont het gemiddelde
brandstofverbruik door het berekenen van
het totale brandstofverbruik en de totaal
afgelegde afstand sinds de aankoop van de
auto, het opnieuw aansluiten van de accu
na loskoppeling of het terugstellen van de
gegevens.
Het gemiddelde brandstofverbruik wordt
berekend en elke minuut getoond.
Houd de INFO schakelaar langer dan
1,5 seconden ingedrukt om de informatie
op de display te wissen. Na het indrukken
van de INFO schakelaar zal “- - - L/100
km” gedurende ongeveer 1 minuut op de
display verschijnen. Daarna wordt het
gemiddelde brandstofverbruik opnieuw
berekend en op de display aangegeven.
Huidige brandstofverbruik
Dit toont het huidige brandstofverbruik,
berekend op basis van de hoeveelheid
verbruikte brandstof en de afgelegde
afstand.
Het huidige brandstofverbruik wordt
berekend en zal elke twee seconden
worden getoond.
Wanneer u de snelheid heeft teruggebracht
tot ongeveer 5 km/h, zal - - - L/100 km op
de display worden aangegeven.
Onderhoudsmonitor
De volgende kennisgevingen voor
periodieke inspectie kunnen getoond
worden door de onderhoudsmonitor in te
schakelen.
Periodieke onderhoudsbeurten
Onderling verwisselen van de banden
Olie verversen
Zie de Onderhoudsmonitor voor de
instellingsmethode en de indicaties van de
onderhoudsmonitor.
Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-11 .
De onderhoudsmonitor toont de informatie
wanneer het contact op ON gezet wordt.
OPMERKING
Deze functie is tijdens het rijden buiten
werking.
Page 203 of 663

4–43
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Foutmeldingendisplay
Wanneer de resterende tijd of de afstand
0 benaderen, wordt telkens wanneer het
contact op ON gezet wordt een bericht
gegeven.
OPMERKING
Als een bericht wordt getoond en
een van de INFO schakelaars wordt
ingedrukt, zal het bericht de volgende
keer dat het contact op ON gezet
wordt niet meer getoond worden.
Nadat onderhoud aan de auto is
uitgevoerd en de resterende tijd/
afstand is teruggesteld, wordt
het bericht voor de volgende
onderhoudsperiode getoond wanneer
de resterende afstand of tijd tot aan
de volgende onderhoudsperiode 0
benadert (wordt getoond wanneer de
motor gestart wordt).
Als er meerdere berichten zijn,
worden deze getoond al naargelang
hun volgorde.
Als OFF is ingesteld voor Berichten,
worden er geen berichten getoond.
Rijsnelheidsalarm *
In deze modus wordt de huidige instelling
voor het rijsnelheidsalarm getoond. U kunt
de instelling van de rijsnelheid waarbij de
waarschuwing wordt gegeven veranderen.
OPMERKING
De display van het rijsnelheidsalarm
wordt gelijktijdig geactiveerd met het
klinken van de pieptoon. De ingestelde
rijsnelheid knippert herhaalde malen.
Het rijsnelheidalarm kan worden ingesteld
met behulp van de middendisplay.
OPMERKING
Stel de rijsnelheid altijd in
overeenkomstig de wetgeving van
het land/de stad waarin de auto
wordt gebruikt. Controleer daarnaast
altijd de rijsnelheid door naar de
snelheidsmeter te kijken.
De rijsnelheidsalarmfunctie kan
ingesteld worden tussen 30 en
250 km/h.
Page 204 of 663
4–44
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) display *
Toont de systeemstatus.
Zie Rijstrookafwijkingwaarschuwing op
pagina 4-121.
Display van afstelbare
snelheidsbegrenzer *
De instellingstatus van de afstelbare
snelheidsbegrenzer wordt getoond.
Display van ingestelde rijsnelheid
van kruissnelheidsregelaar *
De rijsnelheid die met behulp van de
kruissnelheidsregelaar is ingesteld wordt
weergegeven.
Kompasweergave
Tijdens het rijden wordt de rijrichting
van de auto getoond in een van de acht
hoofdrichtingen.
Display Richting
N Noord
S Zuid
E Oost
W West
NE Noordoost
NW Noordwest
SE Zuidoost
SW Zuidwest
Display van dakbediening
Geeft de bedieningstoestand van het dak
weer.
Zie Aanduiding van bedieningstoestand op
pagina 3-54 .