2–50
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Zij-airbags
De zij-airbags zijn ingebouwd in de buitenste zijden van de rugleuningen.
Wanneer de impactsensoren van een airbag een zijdelingse botsing met meer dan gematigde
kracht registreren, blaast het systeem enkel de zij-airbag op aan de zijde waar de auto
geraakt is. De zij-airbag wordt snel opgeblazen om letsel aan het hoofd en de borst van de
bestuurder of de passagier te helpen verminderen dat veroorzaakt wordt door een directe
slag tegen interieuronderdelen zoals een portier of raam.
Zie voor nadere bijzonderheden over airbag activering, “Criteria voor SRS airbag
activering” (pagina 2-51 ).
(Met inzittende passagier detectiesysteem)
De zij-airbag van de passagierszitting is geconstrueerd om alleen te worden geactiveerd
wanneer de inzittende passagier detectiesensor bespeurt dat een passagier op de
passagierszitting heeft plaatsgenomen. Zie voor bijzonderheden, Inzittende passagier
detectiesysteem (pagina 2-54).
Waarschuwingslampje/zoemer
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden worden aangeduid door een waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indicatielampjes op pagina 4-46 .
Zie In de volgende gevallen wordt een waarschuwingszoemer geactiveerd op pagina 7-54 .
2–51
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Criteria voor SRS airbag activering
Deze tabel geeft de betreffende SRS uitrusting aan die afhankelijk van het type botsing
geactiveerd wordt.
(De illustraties tonen representatieve voorbeelden van botsingen.)
SRS uitrusting Typen botsing
Een ernstige frontale/bijna frontale
botsing Een ernstige
zijdelingse botsing
*2 Een botsing aan de
achterzijde
Veiligheidsgordelvoorspanner X *1 (beide zijden) X *1 (enkel zijde van
botsing)
Bij een botsing
aan de achterzijde
wordt geen airbag en
veiligheidsgordelvoorspanner
geactiveerd.
Bestuurdersairbag X
Passagiersairbag X
*1
Zij-airbag X *1 (enkel zijde van
botsing)
X: De SRS airbaguitrusting is bestemd om bij een botsing geactiveerd te worden.
*1 (Inzittende passagier detectiesysteem)
De voor- en zij-airbags van de passagierszitting en de voorspanner van de veiligheidsgordel zijn geconstrueerd
om te worden geactiveerd wanneer de inzittende passagier detectiesensor bespeurt dat een passagier op de
passagierszitting heeft plaatsgenomen.
*2 Bij een zijdelingse botsing worden de voorspanners van de veiligheidsgordels en de zij-airbags geactiveerd
(enkel aan de zijde waar zich de botsing voordoet).
OPMERKING
Bij een frontale zijdelingse botsing, is het mogelijk dat alle uitgeruste airbags en
voorspanners geactiveerd worden, afhankelijk van de richting, hoek en snelheid van
impact.
2–54
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
*Bepaalde modellen.
Inzittende passagier detectiesysteem *
Lees eerst nauwkeurig “Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS)” (pagina 2-39 ).
Inzittende passagier detectiesensor
Uw auto is uitgerust met een inzittende passagier detectiesensor als onderdeel van het
aanvullende beveiligingssysteem. Deze sensor is ingebouwd in het zitkussen van de
passagierszitting. Deze sensor meet de elektrostatische capaciteit van de passagierszitting.
De SAS eenheid is geconstrueerd om te voorkomen dat de voor- en zij-airbags en het
systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de passagierszitting worden geactiveerd
als het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag gaat branden.
Om de kans op letsel veroorzaakt door het activeren van de passagiersairbag te verminderen,
schakelt het systeem de voor- en zij-airbags van de passagierszitting en ook het systeem van
de veiligheidsgordelvoorspanner uit wanneer het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag gaat branden. Zie onderstaande tabel voor de omstandigheden
waarbij het airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de passagiersairbag gaat branden.
Dit systeem schakelt de voor- en zij-airbags van de passagierszitting en ook het systeem
van de veiligheidsgordelvoorspanner uit, dus controleer dat het airbag-uitgeschakeld
indicatielampje van de passagiersairbag brandt overeenkomstig onderstaande tabel.
Het waarschuwingslampje van het systeem van airbag/veiligheidsgordelvoorspanner gaat
knipperen en het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag gaat
branden in het geval er een defect is in de sensoren. Als dit gebeurt, zullen de voor- en zij-
airbags van de passagierszitting en het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner niet
geactiveerd worden.
Passagiersairbag-uitgeschakeld indicatielampjes
Deze indicatielampjes gaan branden om u er aan te herinneren dat de voor- en zij-airbags
van de passagierszitting en het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner tijdens een
botsing niet geactiveerd zullen worden.
Als de inzittende passagier detectiesensor in orde is, zullen beide indicatielampjes gaan
branden wanneer het contact op ON gezet wordt. De lampjes zullen na enkele seconden
uitgaan. Vervolgens zullen de indicatielampjes onder de volgende condities branden of
uitgaan:
2–55
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Tabel voor aan/uit conditie van airbag-uitgeschakeld indicatielampje van
passagiersairbag
Conditie bespeurd door
systeem van inzittende
passagier detectiesensor Indicatielampje van de
deactiveringsschakelaar
van de passagiersairbag Voor- en zij-airbags
van passagierszitting Systeem van
veiligheidsgordelvoorspanner
van passagierszitting
Leeg (niet bezet)
Uitgeschakeld Uitgeschakeld
Er bevindt zich een kind in
een kinderzitje
*1 Uitgeschakeld Uitgeschakeld
Volwassene
*2Deze worden na een
korte periode van tijd
uitgeschakeld. Gereed Gereed
*1 Het is mogelijk dat de inzittende passagier detectiesensor een kind dat op de zitting, in een kinderstoeltje of op
een peuterzitje zit niet bespeurt, afhankelijk van de lengte van het kind en de zithouding.
*2 Als een kleine volwassene op de passagierszitting plaatsneemt, is het mogelijk dat afhankelijk van de fysieke
kenmerken van de persoon de sensoren de persoon als een kind detecteren.
Als beide airbag-uitgeschakeld indicatielampjes van de passagiersairbag niet gedurende
een bepaalde tijd gaan branden wanneer het contact op ON wordt gezet of als deze
niet gaan branden zoals aangegeven in de tabel voor de aan/uit conditie van het airbag-
uitgeschakeld indicatielampje van de passagiersairbag, niet toestaan dat een inzittende op
de passagierszitting plaatsneemt en zo spoedig mogelijk contact opnemen met een of ¿ ciële
Mazda reparateur. De kans bestaat dat het systeem in het geval van een aanrijding niet
correct werkt.
2–56
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Laat niet een inzittende op de passagierszitting plaatsnemen in een houding die het voor
de inzittende passagier detectiesensor moeilijk maakt de inzittende correct te bespeuren:
Zitten op de passagierszitting in een houding die het voor de inzittende passagier
detectiesensor moeilijk maakt de inzittende correct te bespeuren is gevaarlijk. Als
de inzittende passagier detectiesensor de inzittende die zich op de passagierzitting
bevindt niet correct kan bespeuren, is het mogelijk dat de voor- en zij-airbags van de
passagierszitting en het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner niet in werking
treden (niet-geactiveerd) worden of dat deze abusievelijk in werking treden (geactiveerd)
worden. De passagier heeft dan niet de aanvullende beveiliging van de airbags of het
abusievelijk in werking treden (activering) van de airbags zou ernstig of dodelijk letsel
kunnen veroorzaken.
Onder de volgende condities kan de inzittende passagier detectiesensor een passagier
die zich op de passagierszitting bevindt niet correct bespeuren en kan de activering/niet-
activering van de airbags niet geregeld worden zoals aangegeven in de tabel voor de
aan/uit conditie van het airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de passagiersairbag.
Bijvoorbeeld:
Een passagier zit zoals getoond in de volgende afbeelding: