5–75
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Gesprek door
schakelen”
3. Prompt: “Het gesprek is
doorverbonden naar de telefoon”
Overbrengen van een gesprek van
een apparaat (mobiele telefoon)
naar handsfree
Communicatie tussen de apparatuur
(mobiele telefoon) kan overgeschakeld
worden naar het Bluetooth
® handsfree
systeem.
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Gesprek door
schakelen”
3. Prompt: “Het gesprek is
doorverbonden naar het handenvrije
systeem”
Gesprek onderbreken
Een gesprek kan worden onderbroken voor
het ontvangen van een inkomend gesprek
van een derde partij.
Schakel over naar een inkomend gesprek
met gebruik van onderstaande methoden.
(Methode 1)
1. Druk op de opnementoets.
2. Prompt: “Gesprekken wisselen.”
(Methode 2)
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Wissel
gesprekken”
3. Prompt: “Gesprekken wisselen.”
OPMERKING
Druk voor het weigeren van
een inkomend gesprek op de
ophangentoets.
Na het ontvangen van een nieuw
inkomend gesprek, wordt het eerdere
gesprek in de wachtstand geplaatst.
Overschakelen van gesprekken
Terugschakelen naar het eerdere gesprek is
eveneens mogelijk.
Methode 1
1. Druk op de opnementoets.
2. Prompt: “Gesprekken wisselen.”
Methode 2
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Wissel
gesprekken”
3. Prompt: “Gesprekken wisselen.”
Drieweg belfunctie
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Gesprekken
samenvoegen”
3. Prompt: “Gesprekken samenvoegen”
Bellen met gebruik van een
telefoonnummer
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Pieptoon] “Nummer keuze”
3. Prompt: “Het nummer alstublieft”
4. Zeg: [Pieptoon] “XXXXXXXXXXX
(telefoonnummer)”
5–76
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
5. Prompt: “XXXXXXXXXXX.
(Telefoonnummer) Voeg na de pieptoon
meer nummers toe, of zeg 'Terug,'
om het laatst toegevoegde nummer
nogmaals toe te voegen, of druk op de
knop 'Opnemen' om te bellen.”
6. (Belt)
Druk de opnementoets in of zeg
“Nummer keuze” en ga dan verder naar
stap 7.
(Telefoonnummer toevoegen/
invoeren)
Zeg “XXXX” (gewenste
telefoonnummer) en ga dan verder naar
stap 5.
(Telefoonnummercorrectie)
Zeg, “Terug”. De prompt antwoordt,
“Terug. De laatst toegevoegde
nummers zijn verwijderd.”. Ga dan
terug naar stap 3.
7. Prompt: “Bellen”
Bellen met gebruik van het telefoonboek
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Bel”
3. Prompt: “Naam alstublieft.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXXX...
(Bijv. “John's telefoon”)” (Zeg een
gesproken naam die geregistreerd is in
het telefoonboek.)
5. Prompt: “Belt XXXXX...
(Bijv. “John's telefoon”) XXXX
(Bijv. “thuis”). is dit nummer
correct?”(Gesproken naam en
telefoonnummer locatie geregistreerd
in telefoonboek).
6. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
7. Prompt: “Bellen”
Opnieuw bellen functie
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Nummer
herhaling”
3. Prompt: “Bellen”
Beëindigen van het huidige gesprek
Druk tijdens het gesprek op de
ophangentoets.
DTMF (tweevoudige toon multi-
frequentie signaal) transmissie
Deze functie wordt gebruikt wanneer
DTMF via de gebruikerspraak wordt
verzonden. De ontvanger van een
DTMF transmissie is in het algemeen
een huistelefoonantwoordapparaat of
de geautomatiseerde telefooncentrale
van een bedrijf (wanneer u toonsignalen
terugzend overeenkomstig de gesproken
begeleidingsopname).
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXX...
Verzenden” (Zeg DTMF code)
3. Prompt: “Verzenden XXXX... (DTMF
code)”
5–77
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Spraakherkenning *
In dit hoofdstuk wordt het basisgebruik
van de spraakherkenning verklaard.
Activeren van de spraakherkenning
Activeren van het hoofdmenu: Druk de
opnementoets of sprekentoets kort in.
Beëindigen van de spraakherkenning
Gebruik een van de volgende methoden:
Houd de sprekentoets ingedrukt.
Druk op de ophangentoets.
Overslaan van de gesproken begeleiding
(voor sneller gebruik)
Druk de sprekentoets in en laat deze los.
OPMERKING
Het Bluetooth ® handsfree systeem is
gebruiksklaar enkele seconden nadat
het contact op ACC of ON is gezet
(minder dan 15 seconden vereist).
Bij bediening van de audio-installatie
of de airconditioning kunnen tijdens
het gebruik van Bluetooth
® handsfree
de pieptonen of de gesproken
begeleiding (audio-installatie) niet
worden gehoord.
Begeleiding
In de begeleiding wordt het gebruik van
Bluetooth
® handsfree verklaard.
Doe het volgende om de begeleiding te
activeren:
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Handleiding”
3. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“Help” of “Terug” zijn opdrachten die
tijdens spraakherkenning steeds kunnen
worden gebruikt.
Gebruik van de helpfunctie
De helpfunctie informeert de gebruiker
over alle beschikbare spraakopdrachten
onder de huidige omstandigheden.
1. Zeg: [Geluidssignaal] “Help”
2. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
Terug naar vorige bedieningsmodus
Deze opdracht is om vanuit de
spraakherkenningsmodus terug te keren
naar de vorige bedieningsmodus.
Zeg: [Geluidssignaal] “Terug”
Let op de volgende punten om
vermindering van de spraakherkenning
en spraakkwaliteit te voorkomen:
Tijdens de gesproken begeleiding
of het klinken van de zoemer is
gebruik van de spraakherkenning
niet mogelijk. Wacht totdat de
gesproken begeleiding of de pieptoon
is beëindigd alvorens uw opdrachten
uit te spreken.
Dialecten of een andere bewoording
dan de handsfree prompts kunnen niet
door de spraakherkenning worden
herkend. Spreek in de bewoording
zoals voorgeschreven door de
spraakopdrachten.
5–79
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
5. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1”)
6. Zeg: [Geluidssignaal] “0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren (1 tot
8) overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
7. Prompt: “Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets kort
in te drukken.
Opnieuw leren van
spraakherkenning
Als spraakherkenning leren reeds is
gebeurd.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Opnieuw
inspreken”
5. Prompt: “Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u
wilt beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.” 6. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
7. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1”)
8. Zeg: [Geluidssignaal] “0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren (1 tot
8) overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
9. Prompt: “Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets kort
in te drukken.
Lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren
Bij het oplezen dienen de volgende punten
in acht genomen te worden:
Lees de nummers één voor één correct
en natuurlijk op.
(Bijvoorbeeld, “1234” moet opgelezen
worden als “eén, twee, drie, vier”, niet
“twaalf, vierendertig”.)
Lees geen haakjes op. “(” en
koppeltekens “-” worden gebruikt
voor het scheiden van nummers in een
telefoonnummer.
5–80
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
B i j v .
“ (888) 555-1212” moet uitgesproken
worden als “Acht, acht, acht, vijf, vijf, vijf,
eén, twee, eén, twee.”
Zin Opdracht
1 0123456789
2 (888) 555-1212
3 Bel
4 Nummer keuze
5 Setup
6 Annuleer
7 Doorgaan
8 Help
OPMERKING
De zin van toepassing verschijnt in
de audiodisplay.
Nadat de gebruikerspraakregistratie
is voltooid, wordt door de gesproken
begeleiding “Spraakregistratie is
compleet” aangekondigd.
Spraakherkenning leren aan/uit
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Deactiveren” of
“Activeren”
5. Wanneer “Deactiveren”
wordt uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren uitgeschakeld.
Wanneer “Activeren” wordt
uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren ingeschakeld.
6. Prompt: “Spraakregistratie is
gedeactiveerd/geactiveerd.”
5–82
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
Wordt niet automatisch verbonden
wanneer de motor gestart wordt De paringinformatie wordt
bijgewerkt wanneer het
besturingssysteem van het apparaat
wordt bijgewerkt. Voer paring nogmaals uit.
*1 Instelling die de aanwezigheid opspoort van apparatuur buiten de Bluetooth
® eenheid
OPMERKING
Bij het updaten van het besturingssysteem van de apparatuur bestaat de kans dat de
paringinformatie gewist wordt. Herprogrammeer in dit geval de paringinformatie in de
Bluetooth
® eenheid. Als u uw telefoon koppelt die reeds in het verleden meerdere malen aan uw auto is
gekoppeld, dient u “Mazda” op uw mobiele apparaat te wissen. Voer vervolgens de
Bluetooth
® zoekprocedure nogmaals op uw mobiele apparaat uit en paar dit aan een
nieuw opgespoorde “Mazda”.
Controleer alvorens u uw apparaat paart, dat Bluetooth ® op zowel uw telefoon als op
de auto “AAN” zijn.
Als met Bluetooth ® uitgeruste apparatuur op de volgende plaatsen of omstandigheden
wordt gebruikt, is verbinding via Bluetooth ® wellicht niet mogelijk.
Het apparaat bevindt zich op een plaats die verborgen is voor de eenheid, zoals
achter of onder een zitting of in de handschoenenkast.
Het apparaat komt in contact met of wordt afgedekt door een metalen voorwerp of
behuizing.
Het apparaat is ingesteld op de energiebesparingsmodus.
Voor Bluetooth ® handsfree en Bluetooth ® audio kan diverse met Bluetooth ® uitgeruste
apparatuur worden gebruikt. Bijvoorbeeld, apparaat A kan worden aangesloten als
een Bluetooth
® handsfree apparaat en apparaat B kan worden aangesloten als een
Bluetooth ® audio-apparaat. Echter als deze tegelijkertijd worden gebruikt, kan zich het
volgende voordoen.
De Bluetooth ® verbinding van het apparaat wordt verbroken.
Er doet zich storing voor in de handsfree audio.
Handsfree werkt langzaam.