Page 472 of 889
4–284
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Hindernisdetectieaanduiding
De positie van een sensor die een hindernis heeft bespeurd wordt aangeduid. De meter gaat
op verschillende punten branden, afhankelijk van de afstand naar de hindernis die door de
sensor bespeurd wordt.
Naarmate de auto een hindernis dichter nadert, gaat de zone in de meter dichter bij de auto
branden.
LinkervoorhoeksensormeterRechtervoorhoeksensormeter
Rechterachterhoeksensormeter
LinkerachterhoeksensormeterVoorste sensormeter
Achterste sensormeter
OPMERKING
De detectie-indicator kan schakelen tussen weergave en verbergen.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-12 .
Page 473 of 889
4–285
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Melding van systeemproblemen
Als er zich een van de problemen voordoet die in de tabel worden aangegeven, wordt
de bestuurder als volgt afhankelijk van het type systeem van het probleem op de hoogte
gesteld.
Detectieindicator Oplossing
Loszittende
verbinding
Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw
auto zo spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda
reparateur inspecteren.
Defect in het
systeem
Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw
auto zo spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda
reparateur inspecteren.
Bevriezing/
verontreiniging
Het sensorgedeelte dat overeenkomt met de
getoonde hindernisdetectieaanduiding is mogelijk
verontreinigd. Als het systeem zich niet heeft
hersteld, de auto door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur laten
inspecteren.
Page 474 of 889
4–286
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Waarschuwingszoemer parkeersensor
Wanneer het systeem in werking is, klinkt de zoemer als volgt.
Voorste sensor, achterste sensor
Afstanddetectiegebied Afstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon *1
Voorste sensor Achterste sensor
Grootste afstand Ongeveer 100—60 cm
Ongeveer 150—60 cm
Langzaam
onderbroken geluid
Grote afstand Ongeveer 60 cm—45 cm (23,6 in—
17,7 in)
Ongeveer 60 cm—45 cm (23,6 in—
17,7 in)
Gematigd
onderbroken geluid
Middenafstand Ongeveer 45 cm—35 cm (17,7 in—
13,7 in)
Ongeveer 45 cm—35 cm (17,7 in—
13,7 in)
Snel onderbroken
geluid
Nabije afstand Binnen ongeveer 35 cm
Binnen ongeveer 35 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
Page 475 of 889
4–287
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Voorste hoeksensor, achterste hoeksensor
Afstanddetectiegebied Afstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon *1
Voorste/achterste hoeksensor
Grote afstand Ongeveer 50—38 cm
Gematigd onderbroken
geluid
Middenafstand Ongeveer 38—25 cm
Snel onderbroken geluid
Nabije afstand Binnen ongeveer 25 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
OPMERKING
Als er gedurende 6 seconden of langer een hindernis bespeurd wordt, stopt de pieptoon
(behalve voor de nabije afstand zone). Als dezelfde hindernis bespeurd wordt in een
andere zone, klinkt de bijbehorende pieptoon.
Page 476 of 889
4–288
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Wanneer de waarschuwingsindicator/zoemer geactiveerd is
Het systeem stelt de bestuurder op de hoogte van een abnormale toestand door het activeren
van de zoemtoon en het indicatielampje.
Indicatielampje/zoemtoon Controle
De zoemtoon wordt niet
gehoord. Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren.
Het onderbroken geluid van de
zoemer wordt vijfmaal gehoord. Verwijder alle vreemde bestanddelen van het sensorgedeelte. Als het systeem
zich niet heeft hersteld, de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Een bepaalde
hindernisdetectieindicator wordt
continu getoond. Zie Hindernisdetectieaanduiding op pagina 4-284 .
Page 492 of 889

5–16
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
Druk op de
voorruitontwasemingsschakelaar.
In deze stand wordt de stand voor aanvoer
van buitenlucht automatisch gekozen en
wordt de airconditioning automatisch
ingeschakeld. De airconditioning voert dan
ontvochtigde lucht naar de voorruit en de
zijruiten op pagina 5-6 .
De hoeveelheid luchtstroming zal
toenemen.
WAARSCHUWING
Zet bij het ontwasemen de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht ( stand):
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Gebruik de temperatuurregelknop om
de temperatuur van de luchtstroom
te verhogen en de ruit sneller te
ontwasemen.
Sensor voor de
binnentemperatuur/zonlicht
Zonlichtsensor
Plaats geen voorwerpen op de
zonlichtsensor. Anders kan de afstelling
van de interieurtemperatuur niet correct
worden uitgevoerd.
Zonlichtsensor
Interieurtemperatuursensor
De interieurtemperatuursensor niet
afdekken. Anders kan de afstelling van de
interieurtemperatuur niet correct worden
uitgevoerd.
Interieurtemperatuursensor
Page 624 of 889