5–96
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Afstelling van het volume
De aan/uit/volume regelknop van de audio-installatie
*1 of de volumeregelknop van de
commanderschakelaar *2 wordt gebruikt voor het afstellen van het volume. Draai de
regelknop rechtsom om het volume te verhogen en linksom om het volume te verlagen.
Het volume kan ook worden afgesteld met behulp van de volumetoets op het stuurwiel.
*1 Type A
*2 Type C/Type D
OPMERKING
Als het volume lager is vergeleken met andere audiomodi, het volume aan de
apparatuurzijde verhogen.
(Type C/Type D)
Het gespreksvolume en het volume van de gesproken begeleiding en de beltoon kunnen elk
van te voren worden ingesteld.
1. Selecteer het pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het
Communicatiescherm.
2. Selecteer
.
3. Stel de
en de af met behulp van de schuifregelaar.
5–112
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Gebruik van Bluetooth ® handsfree met
een wachtwoord
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Prompt: “Handenvrije systeem is
geblokkeerd. Voer het wachtwoord in
om verder te gaan.”
3. Zeg: [Geluidssigaal] “XXXX” (Zeg het
ingestelde wachtwoord, “PCode”.)
4. Als het correcte wachtwoord wordt
ingevoerd, kondigt de gesproken
begeleiding “XXXXXX... (Bijv.
“Mary's apparatuur”) (apparatuurnaam)
is aangesloten” wordt aangekondigd.
Als het wachtwoord niet correct is,
wordt door de gesproken begeleiding
“XXXX (4-cijferig wachtwoord,
Pcode) wachtwoord onjuist, probeer het
nogmaals” aangekondigd.
Annuleren van het wachtwoord
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te a À eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Wacht woord”
5. Prompt: “Wachtwoord is geactiveerd.
Wilt u deze deactiveren?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Wachtwoord is
gedeactiveerd.”
Bevestigingsprompts
De bevestigingsprompt bevestigt de
opdrachtinhoud naar de gebruiker toe
alvorens verder te gaan naar de procedure
die door de gebruiker is aangevraagd.
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
leest het systeem de eerder ontvangen
spraakinvoeropdracht op en bevestigt of de
opdracht correct is alvorens door te gaan
met de uitvoer van de opdracht.
Wanneer de bevestigingspromptfunctie is
ingeschakeld:
(Bijv. “Belt John's apparaat. is dit nummer
correct?”)
Wanneer de bevestigingspromptfunctie is
uitgeschakeld:
(Bijv. “Belt John's apparaat.”)
OPMERKING
Als de bevestigingspromptfunctie
is uitgeschakeld wanneer u een
alarmnummer belt, leest het systeem de
opdracht op en bevestigt deze alvorens
de opdracht uit te voeren.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Bevestiging
prompts”
5. Prompt: “Bevestiging prompts staat
aan/uit. Wilt u bevestiging prompts
aanzetten/uitzetten?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
5–122
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
*Bepaalde modellen.
Bluetooth ® handsfree
(Type A)
*
Bellen van een telefoonnummer
Gebruik van het telefoonboek
Telefoongesprekken kunnen tot stand
gebracht worden door het zeggen van de
naam van een persoon (gesproken naam)
waarvan het telefoonnummer tevoren in
Bluetooth
® handsfree is vastgelegd. Zie
Telefoonboekregistratie.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Bel”
3. Prompt: “Naam alstublieft.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXXX...
(Bijv. “John's telefoon”)” (Zeg een
gesproken naam die geregistreerd is in
het telefoonboek.)
5. Prompt: “Belt XXXXX... (Bijv.
“John's telefoon”) XXXX (Bijv.
“thuis”). is dit nummer correct?”
(Gesproken naam en telefoonnummer
locatie geregistreerd in telefoonboek).
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Bellen”
OPMERKING
De “Bel” opdracht en de gesproken
naam kunnen gecombineerd worden.
Bijv. Spreek in stap 2 “Bel John's
Telefoon” in, dan kunnen stappen 3 en 4
overgeslagen worden. Telefoonboekregistratie
In het Bluetooth
® handsfree telefoonboek
kunnen telefoonnummers worden
geregistreerd.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te a À eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Telefoonboek”
3. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: Voeg Nieuw
Contactpersoon Toe, Bewerken, Naam
Toevoegen, Wissen, Alles Verwijderen,
of Importeer contactpersoon.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Voeg nieuw
contact persoon toe”
5. Prompt: “Naam alstublieft.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXXX...
(Bijv. “Mary's telefoon”)” (Zeg een
gesproken naam voor de geregistreerde
naam.)
7. Prompt: “Toevoegen XXXXX... (Bijv.
“Mary's telefoon”) (geregistreerde
gesproken naam). is dit nummer
correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “Thuis, werk, mobiel of
andere”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “Mobiel”
(Zeg “Thuis”, “Werk”, “Mobiel”, of
“Andere”, voor het registreren van de
gewenste locatie.)
11. Prompt: “Mobiel (Te registreren
locatie). is dit nummer correct?”
12. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
13. Prompt: “Het nummer alstublieft”
5–127
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Telefoonnummer invoeren
OPMERKING
Oefen dit terwijl u geparkeerd staat
totdat u het vertrouwen heeft dit te
kunnen doen tijdens het rijden in een
niet veeleisende rijsituatie. Als u nog
niet volledig vertrouwd bent, alle
telefoongesprekken voeren vanuit een
plaats waar u veilig geparkeerd staat en
pas beginnen te rijden wanneer u uw
volledige aandacht bij het rijden kunt
houden.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Nummer
keuze”
3. Prompt: “Het nummer alstublieft”
4. Zeg: [Geluidssignaal]
“XXXXXXXXXXX
(telefoonnummer)”
5. Prompt: “XXXXXXXXXXX.
(Telefoonnummer) Voeg na de pieptoon
meer nummers toe, of zeg 'Terug,'
om het laatst toegevoegde nummer
nogmaals toe te voegen, of druk op de
knop 'Opnemen' om te bellen.”
6. (Belt)
Druk de opnementoets in of zeg
“Nummer keuze” en ga dan verder naar
stap 7.
(Telefoonnummer toevoegen/
invoeren)
Zeg “XXXX” (gewenste
telefoonnummer) en ga dan verder naar
stap 5.
(Telefoonnummercorrectie)
Zeg, “Terug”. De prompt antwoordt,
“Terug. De laatst toegevoegde
nummers zijn verwijderd.”. Ga dan
terug naar stap 3.
7. Prompt: “Bellen”
OPMERKING
De “Nummer keuze” opdracht en een
telefoonnummer kunnen gecombineerd
worden.
Bijv. Spreek in stap 2 “Nummer keuze
123-4567” in, dan kunnen stappen 3 en
4 overgeslagen worden.
Alarmnummers bellen
Met behulp van de spraakinvoeropdracht
kan het alarmnummer (112) gebeld
worden.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Alarmnummer”
3. Prompt: “Bellen “112”, is dit nummer
correct?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
5. Prompt: “Bellen”
Ontvangen van een inkomend
gesprek
1 . Prompt: “Binnenkomend gesprek...
druk op de knop Opnemen om te
antwoorden”
2. Druk voor het accepteren van het
gesprek op de opnementoets.
Druk voor het weigeren van het
gesprek op de ophangentoets.
Gesprek beëindigen
Druk tijdens het gesprek op de
ophangentoets. Een geluidssignaal
bevestigt dat het gesprek is beëindigd.