7–45
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje
voor systeem van
airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels Een defect in het systeem wordt aangeduid als het waarschuwingslampje constant
knippert, constant brandt of helemaal niet brandt wanneer het contact op ON gezet
wordt. Bij elk van deze gevallen dient u zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur te raadplegen. Het systeem zal
dan wellicht in het geval van een aanrijding niet in werking treden. WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/voorspannersystemen en laat altijd alle
onderhoud en reparatie door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of sleutelen aan de systemen is gevaarlijk.
De kans bestaat dat een airbag/voorspanner onvoorzien geactiveerd of buiten
werking gesteld wordt.
(Knippert)
Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
*
Als het bandenspanningcontrolesysteem defect is, gaat het waarschuwingslampje voor
de bandenspanning gedurende ongeveer 1 minuut knipperen wanneer het contact op
ON gezet wordt en vervolgens continu branden. Laat uw auto zo spoedig mogelijk door
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur controleren.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en
plotseling manoeuvreren en remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of
plotseling te manoeuvreren of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over
het stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende band of een lekke band heeft,
de auto op een veilige plaats parkeren waar u visueel de toestand van de band
kunt controleren en bepalen of de band voldoende lucht heeft om verder te
gaan naar een plaats waar lucht bijgevuld kan worden en het systeem opnieuw
gecontroleerd kan worden door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur of een bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook als u de reden
weet waarom het brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk verhelpen
alvorens dit tot een ernstigere situatie leidt, zoals het plotseling lek raken van een
band met een gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.
7–57
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
In de volgende gevallen
wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting
Als de verlichting is ingeschakeld en het
contact op ACC of uit gezet wordt, zal er
een continue pieptoon klinken zodra het
bestuurdersportier geopend wordt.
OPMERKING
Wanneer het contact op
ACC gezet wordt, heeft de
“Waarschuwingspieptoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)”
(pagina 7-58 ) voorrang boven
de waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
Een gebruikersfunctie is
beschikbaar voor het veranderen
van het geluidsvolume voor
de waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
Waarschuwingszoemer voor
systeem van airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels
Als er een probleem is met de systemen
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels en het oplichten van het
waarschuwingslampje, zal er elke minuut
gedurende ongeveer 5 seconden een
waarschuwingszoemer klinken.
Het geluid van de waarschuwingszoemer
voor het systeem van airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners zal
gedurende ongeveer 35 minuten hoorbaar
blijven. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto wanneer de
waarschuwingszoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt:
Rijden met de auto terwijl de
waarschuwingzoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt is gevaarlijk.
Bij een botsing zullen de airbags en
het systeem van de voorspanners van
de veiligheidsgordels niet in werking
treden, hetgeen ernstig of mogelijk
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur om de auto zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren.
8–3
Informatie voor de eigenaar
Garantie
Installatie van niet-originele onderdelen en accessoires
Het aanbrengen van technische wijzigingen aan de originele staat van uw Mazda kan van
invloed zijn op de veiligheid van uw auto. Dergelijke technische wijzigingen omvatten
niet alleen het gebruik van niet geschikte onderdelen, maar ook accessoires, uitrusting of
hulpstukken, zoals velgen en banden.
Originele Mazda onderdelen en originele Mazda accessoires zijn speci ¿ ek ontworpen voor
Mazda automobielen.
Andere dan de hierboven vermelde onderdelen en accessoires zijn niet door Mazda
geïnspecteerd en goedgekeurd tenzij dit door Mazda uitdrukkelijk wordt vermeld. Wij
kunnen niet garant staan voor de geschiktheid van dergelijke producten. Mazda kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor enigerlei schade veroorzaakt door het gebruik van
dergelijke producten.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het kiezen en installeren van aanvullende elektrische apparatuur,
zoals mobiele telefoons, zend- en ontvanginstallaties, stereo-systemen en auto-
alarmsystemen:
Een simpele fout bij het kiezen of het installeren van verkeerde aanvullende apparatuur
of het kiezen van een verkeerde installateur is gevaarlijk. Essentiële systemen kunnen
beschadigd worden, hetgeen het afslaan van de motor, activering van de airbag (SRS),
buiten werking treden van het ABS/TCS/DSC systeem of brand in de wagen kan
veroorzaken.
Mazda kan niet aansprakelijk gesteld worden voor dood, letsel of onkosten die het gevolg
kunnen zijn van het installeren van aanvullende niet-originele onderdelen of accessoires.
8–20
Informatie voor de eigenaar
Elektromagnetische compatibiliteit
Elektromagnetische compatibiliteit
Uw Mazda is getest en goedgekeurd inzake bepaling UNECE *1 10 welke verband houdt met
elektromagnetische compatibiliteit. Radio Frequentie (RF) zendapparatuur (bijv. mobiele
telefoons, amateur radiozenders, enz.) mag enkel in uw Mazda geïnstalleerd worden als
deze voldoet aan de parameters die in onderstaande tabel worden getoond.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Het is uw verantwoordelijkheid er voor te zorgen dat alle apparatuur die u heeft
geïnstalleerd voldoet aan de geldende wettelijke bepalingen. Laat alle apparatuur installeren
door deskundige monteurs.
OPGELET
Installeer geen zendontvangapparaat, microfoons, luidsprekers of enig ander voorwerp
in het werkingsbereik van het airbagsysteem.
Bevestig de antennekabel niet aan de oorspronkelijke bedrading, brandsto À eidingen of
remleidingen van de auto. Probeer zo veel mogelijk te voorkomen dat de antennekabel
parallel loopt met de bedradingsbundels.
Houd antenne- en spanningskabels op een afstand van tenminste 100 mm van
elektronische modules en airbags.
Vermijd het gebruik van de sigarettenaansteker of de insteekbus voor accessoires als
een stroomvoorziening voor RF-zendontvangapparatuur.
10–2
Index
1
120 km/h waarschuwingszoemer ........ 7-61
A
Aanbevolen olie .................................. 6-25
Aanbevolen smeermiddelen .................. 9-7
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)................................................. 4-132
Accu .................................................... 6-40
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet....................................... 6-42
Laden ............................................. 6-43
Onderhoudspunt ............................ 6-42
Technische gegevens ....................... 9-6
Vernieuwen .................................... 6-43
Accu is uitgeput .................................. 7-25
Starten met een hulpaccu .............. 7-25
Achterklep ........................................... 3-26
Afdekking bagageruimte ............... 3-31
Bagageruimte ................................ 3-30
Bagageruimtenet ........................... 3-34
Wanneer de achterklep/het
kofferdeksel niet geopend kan
worden ........................................... 7-64
Achtermistlicht .................................... 4-89
Achterruit
Achterruitverwarming ................... 4-97
Achterruitensproeier ........................... 4-96
Achterruitenwisser .............................. 4-96
Achterruitverwarming ......................... 4-97
Achterruit ...................................... 4-97
Spiegel ........................................... 4-98
Achterste kledinghaken ..................... 5-169
Achterste zonnescherm ..................... 5-170 Achteruitkijkmonitor ......................... 4-254
Afstelling van de beeldkwaliteit ... 4-268
Afwijking tussen de werkelijke
wegsituatie en het weergegeven
beeld ............................................ 4-266
Gebruik van de
achteruitkijkmonitor .................... 4-260
Gebruik van de display................ 4-258
Overschakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay ........ 4-256
Plaats van
achteruitparkeercamera ............... 4-255
Weergavebereik op het scherm ... 4-256
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA).............................................. 4-171
Achterzitting ....................................... 2-12
Active Driving Display ....................... 4-50
Adaptieve LED koplampen (ALH) ... 4-136
Afmetingen ........................................... 9-9
Afstandbediende portiervergrendeling ... 3-4
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) .............................................. 4-164
Indicatie op display ..................... 4-165
Afstelbare snelheidsbegrenzer ... 4-35, 4-204
Activering/deactivering ............... 4-208
Afstelbare
snelheidsbegrenzerdisplay........... 4-205
Hoofdindicatie van afstelbare
snelheidsbegrenzer (wit) ............. 4-206
Instelindicatie van instelfunctie van
afstelbare snelheidsbegrenzer
(groen) ......................................... 4-206
Instellen van het systeem ............ 4-209
Tijdelijk annuleren van het
systeem ........................................ 4-210
Waarschuwingspieptoon
snelheidsbegrenzer ...................... 4-207
Airbagsystemen ................................... 2-48
Als de Active Driving Display niet
functioneert ......................................... 7-66
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen .......................... 7-37
10–6
Index
i-ELOOP ........................................... 4-114
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-116
Display ........................................ 4-114
i-ELOOP indicatielampje ............ 4-116
i-ELOOP waarschuwingszoemer ... 7-60
i-ELOOP waarschuwingspieptoon ...... 7-60
i-stop ................................................... 4-15
Hellingstopfunctie ......................... 4-22
i-stop OFF schakelaar ................... 4-21
Indicatielampje (Groen) ................ 4-24
Waarschuwingslampje (Oranje) .... 4-24
i-stop waarschuwingszoemer .............. 7-60
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingszoemer geactiveerd ..... 7-57
120 km/h waarschuwingszoemer ... 7-61
Dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer .................. 7-61
i-ELOOP waarschuwingspieptoon ... 7-60
i-stop waarschuwingszoemer ........ 7-60
Rijsnelheidsalarm .......................... 7-61
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid ... 7-62
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-60
Sleutel-in-bagageruimte-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-59
Sleutel-in-kofferruimte-achtergelaten
waarschuwingszoemer
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-59
Sleutel-uit-auto-verwijderd
waarschuwingspieptoon ................ 7-59
Verzoekschakelaar-buiten-werking
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-59
Waarschuwingen van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
... 7-62
Waarschuwingspieptoon
buitentemperatuur ......................... 7-61 Waarschuwingspieptoon elektronische
stuurvergrendeling ......................... 7-60
Waarschuwingspieptoon
snelheidsbegrenzer ........................ 7-63
Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) ....... 7-58
Waarschuwingszoemer elektrische
handrem ......................................... 7-61
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging ......................... 7-61
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning ............................. 7-61
Waarschuwingszoemer voor
systeem van airbag/voorspanner van
veiligheidsgordel ........................... 7-57
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel ........................... 7-58
Waarschuwing te hoge snelheid .... 7-63
Waarschuwing voor botsing .......... 7-63
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting ............. 7-57
Indicatie/Indicatielampjes ................... 4-58
Indicatielampjes
Gloeibougie ................................... 4-62
Lage
motorkoelvloeistoftemperatuur ..... 4-62
Sleutel ............................................ 4-62
Inhouden ............................................... 9-8
Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem ....... 4-252
Inrijden ................................................ 3-68
Installatie van niet-originele onderdelen en
accessoires ............................................. 8-3
Instapverlichtingen ............................ 5-159
Instapverlichtingssysteem ................. 5-162
Instrumentengroep .............................. 4-26
Instrumentenpaneelverlichting ............ 4-32
Interieurverlichting ........................... 5-159
Bagageruimteverlichting ............. 5-159
Instapverlichtingen ...................... 5-159
Kaartleeslampen .......................... 5-159
Kofferruimteverlichting .............. 5-159
Plafondlampen............................. 5-159
10–10
Index
S
Schuifdak ............................................ 3-54
Signalen voor rijbaanverandering ....... 4-91
Sleepmethoden .................................... 7-32
Slepen
Haak .............................................. 7-34
Trekken van caravans en aanhangers
(Europa/Rusland/Turkije/Israël/Zuid-
Afrika) ........................................... 3-76
Slepen in noodgevallen
Sleephaken .................................... 7-34
Sleepmethoden .............................. 7-32
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-60
Sleutel-in-bagageruimte-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-59
Sleutel-in-kofferruimte-achtergelaten
waarschuwingszoemer
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-59
Sleutels .................................................. 3-2
Sleutel-uit functie .......................... 3-10
Zender ............................................. 3-5
Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon .................... 7-59
Sleutel-uit functie ................................ 3-10
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ................................................. 4-228
Indicatielampje van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS)
(rood) ........................................... 4-230
Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-230
Waarschuwing voor botsing ........ 4-230 Smering van de carrosserie ................. 6-35
Snelheidsmeter .................................... 4-28
Spiegels
Binnenspiegel ................................ 3-48
Buitenspiegels ............................... 3-45
Spiegelverwarming ............................. 4-98
SRS airbags
Beperkingen van de SRS airbag .... 2-64
Criteria voor SRS airbag
activering ....................................... 2-63
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag ..................... 2-55
Onderdelen van het aanvullend
beveiligingssysteem ...................... 2-59
Werking van de SRS airbags ......... 2-60
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) .......................................... 4-221
Stopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) ..................................... 4-226
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) ........................................... 4-216
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood) ....... 4-219
Stopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) ..................................... 4-220
Waarschuwing voor botsing ........ 4-219
Start-blokkeersysteem ......................... 3-57
Starten in noodgevallen
Leegraken van de brandstoftank
(SKYACTIV-D 2.2) ...................... 7-29
Starten door aanduwen .................. 7-28
Starten van een verzopen motor
(SKYACTIV-G 2.0 en
SKYACTIV-G 2.5) ........................ 7-28
Starten met een hulpaccu .................... 7-25
Starten van de motor ............................. 4-6
Stekkerbus voor accessoires ............. 5-162
Stuurbekrachtiging ............................ 4-127
Stuurwiel ............................................. 3-43
Claxon ........................................... 4-99
10–12
Index
W
Waarschuwing/Zoemer ....................... 7-37
Waarschuwingen van Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem ................... 7-62
Waarschuwingsindicatie/
Waarschuwingslampjes ....................... 4-55
Waarschuwingsknipperlichten ............ 4-99
Waarschuwingspieptoon
buitentemperatuur ............................... 7-61
Waarschuwingspieptoon elektronische
stuurvergrendeling .............................. 7-60
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer .............................. 7-63
Waarschuwingszoemer elektrische
handrem ............................................... 7-61
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging ............................... 7-61
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning ................................... 7-61
Waarschuwingszoemer voor systeem
van airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels ............................... 7-57
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel ................................. 7-58
Waarschuwingszoemtoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) ............. 7-58
Waarschuwing te hoge snelheid .......... 7-63
Waarschuwing voor botsing ................ 7-63
Waarschuwing voor niet-uitgeschakelde
verlichting ........................................... 7-57
Winkeltashaak ................................... 5-168
Z
Zekeringen .......................................... 6-69
Beschrijving van het paneel .......... 6-72
Vernieuwen .................................... 6-69
Zelf uit te voeren onderhoud
Openen van de motorkap .............. 6-22
Overzicht van de motorruimte ...... 6-24
Sluiten van de motorkap................ 6-23
Vernieuwen van de sleutelbatterij ... 6-43
Voorzorgsmaatregelen betreffende
onderhoudswerkzaamheden .......... 6-20
Zender ................................................... 3-5
Zie Verzoekschakelaar-buiten-
werking waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-59
Zittingen ................................................ 2-6
Achterzitting .................................. 2-12
Hoofdsteun .................................... 2-16
Rijpositiegeheugen ........................ 2-10
Stoelverwarming ............................. 2-8
Voorzitting ....................................... 2-6
Zoemers
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting ............. 7-57
Zonnekleppen .................................... 5-159
Zonnescherm ....................................... 3-56