2914-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
*1: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen va n rijstrook niet worden bediend, wordt het
teken niet weergegeven.
*2: Auto's met navigatiesysteem
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder m.b.v. een
waarschuwingsdisplay.
●Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde voor de snelheidswaarschuwing
in relatie tot de maximumsnelheid op he t op het multi-informatiedisplay weer-
gegeven verkeersbord overschrijdt, verandert de kleur van het verkeersbord.
●Als wordt gesignaleerd dat uw auto een ander voertuig inhaalt terwijl er een
verkeersbord voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay, gaat het verkeersbord knipperen.
●Auto's met navigatiesysteem: Als het RSA-systeem een verkeersbord voor
verboden in te rijden he rkent en signaleert dat de bestuurder het inrijverbod
negeert op basis van de kaartinformatie van het navigatiesysteem, knippert
het verkeersbord voor verboden in te rijden.
Afhankelijk van de situatie wordt de verk eerssituatie (richting en snelheid van het
verkeer en hoeveelheid verkeer) mogelijk niet goed gesignaleerd en werkt het
waarschuwingsdisplay mogelijk niet goed.
■Automatisch uitschakelen van weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden automatisch uitgescha-
keld.
●Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
●De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie mogeli jk niet goed werkt of niet goed signa-
leert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
●De camerasensor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de camerasensor.
●Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist, sneeuw of
zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, en z. dringt de camerasensor binnen.
●Het verkeersbord is vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van een elektronisch
verkeersbord, het contrast is slecht.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
Waarschuwingsscherm
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 291 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
2924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
●Het verkeersbord is alleen korte t ijd zichtbaar voor de camerasensor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwiss eling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, staat dit bord we l direct na een vertakking van de snelweg
of bij een aangrenzende rijstrook ne t voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
●Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de snel heidslimiet voor parallelwegen gesigna-
leerd en weergegeven (wanneer deze in he t zicht van de camerasensor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de maxi maal toegestane snelheid voor afslagen
van rotondes gesignaleerd en weergegeven (w anneer deze in het zicht van de camera-
sensor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
■Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde eenheid
voor snelheid, is het noodzakelijk om de in gestelde eenheid van het instrumentenpaneel
te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instrumentenpaneel in op de eenheid van
snelheid van de verkeersborden op de actuele locatie. (→ Blz. 657)
■In-/uitschakelen van het systeem
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd weergegeven, wordt dat-
zelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de drem pelwaarde voor de waarschuwing voor te
hard rijden) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 119)
Selecteer op he
t instelscherm
( → Blz. 111)
Druk op op het stuurwiel.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 292 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
2934-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en decelereert de
auto automatisch overeenkomstig de vera nderingen in snelheid van de voorlig-
ger, zelfs wanneer het gaspedaal niet word t ingetrapt. In de constante-snelheids-
regelmodus rijdt de auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwegen.
●Afstandsregelmodus ( →Blz. 296)
●Constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 301)
Toets tussenafstand
Display
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control∗
∗
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 293 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
2974-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON/OFF gedurende ten
minste 1,5 seconden ingedrukt wordt
gehouden, schakelt het systeem over op
de constante-snelheidsregelmodus.
(→ Blz. 301)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 50 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid op
te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Instellen van de rijsnelheid (afstandsregelmodus)
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 297 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3034-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt au tomatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
●Pre Crash Brake-systeem is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende Lexu s-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay we ergegeven waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op.
■Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signa-
leert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 300) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achterz ijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen wate r of sneeuw de signalering door de sen-
sor hindert
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 303 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■De cruise control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
●Schakelbereik 4 of hoger of stand D is gese lecteerd met de paddle shift-schakelaars.
●De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
■Accelereren na het instel len van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden verh oogd zonder de cruise control uit te scha-
kelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de hendel
omlaag te drukken om de nieu we snelheid in te stellen.
■Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise contro l wordt in de volgende gevallen onderbro-
ken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer da n 16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de crui se control op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON -OFF om het systeem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na het
activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise control-sys-
teem aanwezig. Laat de auto controleren d oor een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 307 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3094-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Schakelt Lexus Parking Assist-sensor
in/uit
Als de schakelaar aan is, gaat het con-
trolelampje branden om de bestuurder
te informeren dat het systeem geacti-
veerd is.
Lexus Parking Assist-sensor∗
∗
: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels b ij het fileparkeren en achteruit inparke-
ren in een garage wordt gemeten door sensoren en wordt doorgegeven via
de displays en een zoemer. Controleer bij gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Soorten sensoren
Behalve F SPORT-uitvoeringenF SPORT-uitvoeringen
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren voor Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Schakelaar Lexus Parking Assist-sensor
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P
age 309 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt de bestuurder door mid-
del van de volgende displays geïnformeer d over de positie en afstand tot het
obstakel.
■Multi-informatiedisplay
Werking hoeksensoren voor
Werking binnenste sensor voor
Werking hoeksensoren achter
Werking binnenste sensor achter
■Lexus display-audioschermLexus Parking Assist-sensor
Wanneer de auto vooruitrijdt.
De grafische voorstelling wordt
automatisch weergegeven wanneer
een obstakel gesignaleerd wordt.
Het scherm kan zo worden ingesteld
dat de afbeelding niet wordt weerge-
geven. ( →Blz. 314)
: Hiermee kunt u de geluiden van de zoemer uitschakelen.
Lexus Parking Assist-sensor
Rear Crossing Traffic Alert
(indien aanwezig)
Wanneer de auto achteruitrijdt.
Bij detectie van een obstakel ver-
schijnt er in het bovenste deel van het
scherm een vereenvoudigde weer-
gave.
Display
1
2
3
4
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 310 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM