3244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Bediening bij parkeren
Bij parkeren in een ruimte in tegengesteld e richting van de richting in de hier-
onder beschreven procedure zijn de stuurhandelingen ook in tegengestelde
richting.
Zet de selectiehendel in stand R.
Rijd achteruit tot de Parking
Assist-hulprijlijn de hoek van de
linker scheidslijn van het parkeer-
vak raakt.Parking Assist-hulprijlijn
Scheidslijn parkeervak
Draai het stuurwiel geheel naar re chts en rijd langzaam achteruit.
Zet als de auto parallel in het parkeervak staat het stuurwiel recht en rijd
langzaam achteruit totdat de auto geheel in het parkeervak staat.
Breng de auto op een geschikte plaats tot stilstand en beëindig het parke-
ren.
1
2
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 324 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■Gebied dat op het scherm wordt weergegeven
De Parking Assist Monitor geeft,
vanaf de achterbumper, een beeld
weer van het gebied achter de auto.
Het beeld van de Lexus Parking
Assist Monitor kan worden aange-
past. (→Blz. 383)
• Het gebied dat op het scherm wordt
weergegeven, is afhankelijk van de
stand van de auto.
• De camera kan geen objecten signa- leren die zich te dicht bij de hoeken
van de bumper of onder de bumper
bevinden.
• De camera is voorzien van een spe-
ciale lens. De afstand op het beeld op
het scherm wijkt af van de werkelijke
afstand.
• Objecten die zich op een hogere plaats bevinden dan de camera, wor-
den mogelijk niet weergegeven op
het scherm.
Voorzorgsmaatregelen voor Lexus Parking Assist Monitor
Hoeken van de bumper
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 325 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Camera Lexus Parking Assist Monitor
De camera van de Parking Assist
Monitor bevindt zich boven de ken-
tekenplaat.
●Gebruik van de camera
Als er vuil of verontreinigingen (zoa ls waterdruppels, sneeuw, modder,
enz.) op de camera zit, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen. Spoel
hem in dit geval af met een grote hoeveelheid water en veeg de camera-
lens af met een zachte, natte doek.
■Verschillen tussen de schermw eergave en de werkelijke weg
De afstandslijnen en voertuigbreedt ereferentielijnen staan mogelijk niet
geheel parallel aan de zijlijnen van het parkeervak, ook al lijkt dit wel zo. Con-
troleer dit visueel.
De ruimtes tussen de voertuigbreedtereferentielijnen en de linker en rechter
zijlijn van het parkeervak zijn mogelijk niet gelijk aan elkaar, ook al lijkt dit wel
zo. Controleer dit visueel.
De afstandslijnen geven een indicatie va n de afstanden op een vlakke onder-
grond. In elk van de volgende gevallen is er sprake van een foutmarge tussen
de rijlijnen op het scherm en de werkelijke afstand/koers op de weg.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 326 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Als u bepaalde verschijnselen opmerkt
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan de moge-
lijke oorzaak en de oplossin g en controleer opnieuw.
Is het symptoom door de oplossing nog niet verdwenen, laat dan de auto con-
troleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeer de en uitgeruste deskundige.
Zaken die u dient te weten
Waarschijnlijke oorzaakOplossing
Het beeld is niet goed te zien
• De auto bevindt zich in een donkere
omgeving
• De temperatuur rondom de lens is
hoog of laag
• De buitentemperatuur is laag
• Er zitten waterdruppels op de camera
• Het regent of is vochtig
• Er zitten verontreinigingen (modder, enz.) op de camera
• Er zitten krassen op de camera
• Zonlicht of koplampen van andere auto's schijnt/schijnen rechtstreeks in
de camera
• De auto bevindt zich onder fluoresce- rende lampen, natriumlampen, kwik-
lampen, enz.
Als dit gebeurt als gevolg van deze oor-
zaken, duidt dat niet op een storing.
Rijd achteruit terwijl u de omgeving van
de auto visueel cont roleert. (Gebruik de
monitor weer als de omstandigheden ver-
beterd zijn.)
Het beeld van het scherm van het Lexus
Parking Assist Monitor-systeem kan wor-
den aangepast.
( → Blz. 383)
Het beeld is wazig
Er zit(ten) vuil of ve rontreinigingen (zoals
waterdruppels, sneeuw, modder, enz.) op
de camera.Spoel de camera af met een grote hoe-
veelheid water en veeg de lens af met een
zachte, natte doek.
Het beeld is niet recht
De camera of de omgeving ervan is aan
een krachtige schok blootgesteld.
Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 330 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
WA A R S C H U W I N G
■Tijdens het gebruik van de Le xus Parking Assist Monitor
De Parking Assist Monitor is een aanvullend systeem om u te assisteren bij het achter-
uitrijden. Controleer bij het achteruitrijd en eerst visueel de omgeving achter en
rondom de auto voordat u verder gaat.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om een ongeval te voorkomen
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
●Vertrouw tijdens het achteruitrijden nooit uitsluitend op de Parking Assist-monitor.
De weergave en positie van de rijlijnen op het scherm wijken mogelijk af van de wer-
kelijke situatie.
Wees voorzichtig, net als bij het ach teruitrijden met elke andere auto.
●Rijd langzaam achteruit, waarbij u de rijsnelheid regelt via het rempedaal.
●Als u dichtbijzijnde auto's, obstakels, mensen of de stoeprand dreigt te raken, trap
dan het rempedaal in om de auto tot stilstand te brengen.
●De gegeven instructies z ijn slechts richtlijnen.
Wanneer en in welke mate er bij het parkeren aan het stuurwiel moet worden
gedraaid, is afhankelijk van de verkeerssituatie, het wegdek, de st aat van de auto, enz.
Houd hier rekening mee wanneer u gebrui kmaakt van het Parking Assist-systeem.
●Controleer voordat u de auto parkeert of er voldoende ruimte is voor uw auto.
●Gebruik de Parking Assist Monitor in de volgende gevallen niet:
• Op een glad of modderig wegdek of in sneeuw
• Bij het gebruik van sneeuwke ttingen of het reservewiel
• Wanneer de achterklep niet geheel gesloten is
• Op wegen die niet recht en niet vlak zijn, zoals bochten en hellingen.
●Bij lage temperaturen wordt het scherm mogelijk donkerder of wordt het beeld
mogelijk onduidelijk. Het beeld kan worden vervormd wanneer de auto rijdt of
mogelijk kunt u het beeld niet op het scherm zien. Controleer voordat u verdergaat
de omgeving van de auto visueel en kijk ook in de spiegels.
●Als er banden met andere afmetingen zijn gemonteerd, worden de rijlijnen op het
scherm mogelijk anders weergegeven.
●De camera is voorzien van een speciale le ns. De afstanden tot objecten en voetgan-
gers die op het scherm worden weergege ven, verschillen van de werkelijke afstan-
den. ( →Blz. 326)
●Weergavemodus geschatte koerslijn: Laat, wa nneer het stuurwiel in de rechtuitstand
staat en de voertuigbreedteref erentielijnen en de geschatte koerslijnen niet in een lijn
staan, uw auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 332 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3334-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
OPMERKING
■Gebruik van de camera
●De Parking Assist Monitor werkt in de volgende gevallen mogelijk niet goed.
• Als de achterzijde van de auto aan scho kken wordt blootgesteld, kan de stand van
de camera veranderen.
• De camera is waterdicht afgesloten. Verwijder, demonteer of wijzig hem daarom
niet. Anders kan hij onjuist gaan werken.
• Spoel de camera af met een grote hoeveelheid water en veeg de lens af met een zachte, natte doek. Wrijf niet te hard over de cameralens. Als er krassen op de
cameralens zitten, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen.
• Zorg ervoor dat er geen organische op losmiddelen, autowas, ruitenreiniger of
ruitencoating op de lens te rechtkomt. Verwijder dergelijke stoffen zo snel moge-
lijk van de lens als dit gebeurt.
• Bij een snelle temperatuurverandering, bijvoorbeeld wanneer bij koud weer heet water op de auto wordt gegoten, kan het zijn dat het systeem niet goed werkt.
• Stel de camera of de omgeving van de camera tijdens het wassen van de auto niet bloot aan sterke waterstralen. Hierdoor kunnen storingen optreden in de camera.
• Wanneer de camera wordt gebruikt in een omgeving die wordt verlicht door tl-
lampen, natriumlampen, kwiklampen, enz. kan het gebeuren dat de lampen en de
verlichte omgeving lijken te knipperen.
●Stel de camera niet bloot aan een krachtige schok, omdat anders een storing kan
optreden.
Laat als dit gebeurt de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behore n gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 333 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3554-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
●De selectiehendel staat in een andere stand dan P of N (bij het vooruit/achteruit
bergop wegrijden)
●De auto staat stil
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
●De parkeerrem is niet geactiveerd
■Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De selectiehendel staat in stand P of N
●Het gaspedaal wordt ingetrapt
●De parkeerrem wordt geactiveerd
●Er zijn ongeveer 2 seconden verstrek en nadat het rempedaal is losgelaten
■Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
Het stuurwiel beweegt mogelijk vanuit de rech tuitstand, maar keert tijdens het rijden
automatisch terug.
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door de ABS, Brake Assist, TRC, VSC
en Hill Start Assist Control
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van he t hybridesysteem of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt ingetrapt.
Dit duidt niet op een storin g in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande systemen in wer-
king zijn. Geen van deze versch ijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
■Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevalle n zijn mogelijk werkingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt
echter niet op een storing.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer het rempedaal
wordt bediend.
●Wanneer het bestuurdersportier wordt geopend, kan aan de voorzijde van de auto een
geluid hoorbaar zijn dat afkomstig is van het remsysteem.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte di e zich voordoen wanneer nadat na het uit-
schakelen van het hybridesysteem een of twee minuten zijn verstreken.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is norm aal en duidt niet op een storing.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 355 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
3574-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
WA A R S C H U W I N G
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld versleten ban-
den op een weg die bedekt is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffenheden
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht kunnen op
een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd worden, zelfs niet als het
TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstan digheden waarbij de stabiliteit en de aan-
drijfkracht verloren kunnen gaan.
■Hill Start Assist Control werkt niet effectief als
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start As sist Control. De Hill Start Assist Control
werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet bedoeld om de
auto gedurende langere tijd op zijn plaat s te houden. Gebruik de Hill Start Assist
Control niet om de auto op een helling op zijn plaats te houden omdat dat kan leiden
tot een ongeval.
■Als de VSC is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rijgedrag
kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder vo orzichtig als het controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek aan. Scha-
kel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien deze systemen zorgdra-
gen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden de zelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en hetzelfde
profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle banden de aanbevolen
spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende banden onder
de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste deskundige voor meer informatie
over het vervangen van de wielen of banden.
■Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een negatief
effect op de ondersteunende system en en kunnen een storing veroorzaken.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 357 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM