2184-2. Rijprocedures
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem (→Blz. 232), en zet de selectiehendel in stand P.
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de melding POWER ON (contact
AAN) op het multi-informatiedisplay uit is.
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken als het
rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
POWER ON (contact AAN) wordt niet
op het multi-informatiedisplay weerge-
geven.
Stand ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden
gebruikt.
POWER ON (contact AAN) wordt op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kunnen
worden gebruikt.
POWER ON (contact AAN) wordt op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt het contact in stand ACC gezet in plaats van UIT.
Uitschakelen van het hybridesysteem
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 218 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
3294-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De selectiehendel wordt in stand N of P gezet.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt.
●De parkeerrem wordt geactiveerd.
●Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten.
■Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
●Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van de decele-
ratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
●Het rempedaal wordt losgelaten.
●Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet om een
noodstop gaat.
WA A R S C H U W I N G
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld versleten banden op
een weg die bedekt is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd altijd voldoende
afstand tot uw voorligger, met name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffenheden
■De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht kunnen op een
gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd worden, zelfs niet als het TRC-
systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en de aandrijf-
kracht verloren kunnen gaan.
■De Hill Start Assist Control werkt niet effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist Control werkt
niet altijd effectief op steile hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet bedoeld om de auto
gedurende langere tijd op zijn plaats te houden. Gebruik de Hill Start Assist Control niet
om de auto op een helling op zijn plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 329 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
451
7Bij problemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
7-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten................. 452
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht..................... 453
7-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept....................................... 454
Als u denkt dat
er iets mis is................................ 459
Als een waarschuwings-
lampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt .............................................460
Als er een waarschuwings-
melding verschijnt ................... 466
Als de auto een lekke
band heeft
(auto's met een
reservewiel) ...............................498
Als uw auto een lekke
band heeft
(auto's zonder een
reservewiel) .............................. 509
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestart........ 523Als de parkeerrem niet
gedeactiveerd
kan worden ................................ 525
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt .........................527
Als de 12V-accu
is ontladen ..................................530
Als uw auto oververhit raakt . 535
Als de auto
vast komt te zitten ................... 542
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 451 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
4527-1. Belangrijke informatie
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Alarmknipperlichten
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
Als de alarmknipperlichten gedurende langere tijd worden gebruikt terwijl het hybride-
systeem niet in werking is (terwijl het controlelampje READY niet brandt) kan de 12V-
accu ontladen raken.
De alarmknipperlichten worden gebruikt om andere bestuurders te waarschuwen
wanneer de auto tot stilstand moet worden gebracht, bijvoorbeeld bij pech.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 452 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
4987-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Als de auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel)
●Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige, vlakke onder-
grond.
●Activeer de parkeerrem.
●Zet de selectiehendel in stand P.
●Schakel het hybridesysteem uit.
●Schakel de alarmknipperlichten in. (→Blz. 452)
Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan worden vervan-
gen door het reservewiel.
Meer informatie over banden: →Blz. 416
WA A R S C H U W I N G
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is en kan er
een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 498 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
5107-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
●Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige, vlakke onder-
grond.
●Activeer de parkeerrem.
●Zet de selectiehendel in stand P.
●Schakel het hybridesysteem uit.
●Schakel de alarmknipperlichten in. (→Blz. 452)
●Controleer de mate waarin de band beschadigd is.
Een band mag alleen met de ban-
denreparatieset worden gerepa-
reerd indien de beschadiging te
wijten is aan perforatie van het loop-
vlak door een spijker of schroef.
• Haal de spijker of schroef niet uit
de band. Als u het object verwij-
dert, kan het lek ondanks de
noodreparatie met de bandenre-
paratieset groter worden.
• Rijd de auto naar voren tot het gat, voor zover zichtbaar, zich boven aan de
band bevindt om lekkage van bandenreparatievloeistof te voorkomen.
■Een lekke band die niet kan worden gerepareerd met de bandenreparatieset
In de volgende gevallen is reparatie van de band met behulp van de bandenreparatieset
niet mogelijk. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●De band is beschadigd door rijden met onvoldoende spanning
●De band loopt leeg door een scheur in of beschadiging van de flank
●De band is zichtbaar van de velg afgelopen
●Het lek in of de beschadiging van het loopvlak is 4 mm of groter
●De velg is beschadigd
●Twee of meer banden zijn lek
●De band is op meerdere plaatsen lek of beschadigd
●Wanneer de bandenreparatievloeistof over de uiterste houdbaarheidsdatum is
Voordat u de band repareert
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 510 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
5287-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Controleer of de selectiehendel in stand P staat en trap het rempedaal in.
Raak de startknop aan met de zijde
van de elektronische sleutel met
daarop het Lexus-embleem.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gedetecteerd, klinkt er een zoemer en
wordt het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen, wordt
het contact in stand ACC gezet.
Trap het rempedaal stevig in en controleer of op het multi-informatie-
display wordt weergegeven.
Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het hybride-
systeem nog steeds niet kan worden gestart.
■Uitschakelen van het hybridesysteem
Zet de selectiehendel in stand P en druk op de startknop zoals u normaal doet bij het uit-
schakelen van het hybridesysteem.
■Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij van de
elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ontladen is.
(→Blz. 435)
■Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren of de achterklep te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier of de achterklep met de mechanische
sleutel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld. (→Blz. 91)
■Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en de stand verandert iedere keer dat de
knop wordt ingedrukt. (→Blz. 218)
■Als de elektronische sleutel niet goed werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 561)
●Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld. Is de
functie ingeschakeld, schakel hem dan uit. (→Blz. 154)
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
3
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 528 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
5307-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Als de 12V-accu ontladen is
Als u de beschikking hebt over een set startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten met behulp van de onderstaande hulpstart-
procedure.
Controleer of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het
alarm afgaan of kunnen de portieren
worden vergrendeld, afhankelijk van de
situatie. (→Blz. 93)
Open de motorkap (→Blz. 401),
verwijder de afdekkappen van de
motorruimte (→Blz. 405) en open
het deksel van de zekeringenkast.
Verwijder alle clips.
Druk de borglippen aan beide zij-
den in om het deksel te ontgren-
delen en til het deksel eraf terwijl
u aan het borgplaatje trekt.
Open het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting.
Als de 12V-accu ontladen is, kan het hybridesysteem met behulp van de
onderstaande procedures worden gestart.
U kunt ook contact opnemen met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
1
2
1
2
3
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 530 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM