3525-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Druk op .
Zet, als de recirculatiemodus is ingeschakeld, de luchttoevoertoets in de buiten-
luchtmodus. (Mogelijk gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de temperatuur om de voorruit en zijruiten snel-
ler te ontwasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd nogmaals op om terug te keren
naar de vorige modus.
■Ontwasemen van de achterruit en buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwarming worden gebruikt om de achter-
ruit te ontwasemen en om regendruppels, dauw en ijs van de buitenspiegels
te verwijderen.
Druk op .
De buitenspiegelverwarming schakelt na 15 tot 60 minuten automatisch uit. De
duur van de werking varieert en is afhankelijk van de buitentemperatuur en de rij-
snelheid.
■Voorruitverwarming (indien aanwezig)
Dit systeem wordt gebruikt om ijsvorming op de voorruit en de ruitenwissers
te voorkomen.
Selecteer op het bedieningsscherm voor de opties.
De voorruitverwarming wordt na ongeveer 15 minuten automatisch uitgeschakeld
■Pollenverwijderingsmodus
Pollen worden verwijderd en de luchtstroom wordt naar het bovenlichaam
geleid.
Selecteer op het bedieningsscherm voor de opties.
Normaal gesproken wordt het systeem automatisch uitgeschakeld.
Om te voorkomen dat de voorruit beslaat als de temperatuur van de buitenlucht laag
is, treedt de ontvochtigingsfunctie mogelijk in werking.
De pollen worden ook uitgefilterd als de pollenverwijderingsmodus uitgeschakeld is.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 352 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
361
5 5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Interior features
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Stuurwielverwarming∗/stoelverwarming∗/
stoelventilatoren
∗
∗: Indien aanwezig
De zijkanten van het stuurwiel en de stoelen worden verwarmd door respec-
tievelijk de stuurwielverwarming en de stoelverwarming. De stoelventilato-
ren zorgen voor een goede ventilatie door lucht door de stoelen te blazen.
WA A R S C H U W I N G
●Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in contact komt
met het stuurwiel en de stoelen wanneer de stuurwiel- en stoelverwarming zijn inge-
schakeld:
• Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en gehandicapten
• Personen met een gevoelige huid
• Personen die oververmoeid zijn
• Personen die alcohol hebben gedronken of personen die rustgevende medicijnen
(slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben gebruikt
●Neem, om de kans op brandwonden of oververhitting te beperken, de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de stoelverwarming in gebruik is.
• Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
OPMERKING
●Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg
geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de stoel, om schade aan de
stoelverwarming/stoelventilatoren te voorkomen.
●Gebruik de functies niet wanneer het hybridesysteem niet is ingeschakeld, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 361 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
3645-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Stoelventilatoren (zonder stoelverwarming) (indien aanwezig)
Schakelaars stoelventilator
Controlelampjes temperatuur
Het toerental van de stoelventilator
wordt weergegeven.
●Modi en controlelampjes
De modus verandert telkens wanneer de schakelaar wordt ingedrukt
als volgt:
■De stoelverwarming en de stoelventilatoren kunnen worden gebruikt als
Het contact AAN staat.
■Bediening stoelverwarming (auto's zonder automatische modus)
De werking van de stoelverwarming wijzigt automatisch. Als het contact UIT wordt
gezet terwijl de stoelverwarming in werking is, wijzigt het inschakelen van de verwar-
ming afhankelijk van de tijd die is verstreken voordat het contact weer AAN wordt gezet.
■Automatische regeling van de stoelverwarming tijdens rijden in de ECO-modus
In de ECO-modus worden de verwarming en de aanjagersnelheid van de airconditio-
ning geregeld om brandstof te besparen. Als de rijmodusselectieschakelaar bij lage tem-
peraturen in de ECO-modus wordt gezet, wordt de stoelverwarming automatisch
geregeld om beter te verwarmen.
1
2
ModusControlelampjes temperatuur
UitUit
Hoog3
Gemiddeld2
Laag1
Huidige werking
Modus inschakelen en de tijd die is verstreken totdat
het contact AAN is gezet
0 - 15 minutenMeer dan 15 minuten
HoogHoogHoog
GemiddeldGemiddeldHoog
LaagLaagHoog
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 364 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
3916-1. Onderhoud en verzorging
6
Onderhoud en verzorging
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Hogedrukreinigers
●Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de ruiten van-
daan bevinden.
●Controleer voordat u de wasstraat gebruikt of de tankdopklep van uw auto goed
gesloten is.
■Aanwijzingen voor het Smart entry-systeem met startknop (auto's met instapfunctie)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg
in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto wast. (Zorg
ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
●Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem
met startknop uit te schakelen. (→Blz. 155)
■Lichtmetalen velgen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik geen harde
borstels of schuurmiddelen. Gebruik geen sterke of bijtende oplosmiddelen.
Gebruik hetzelfde neutrale reinigingsmiddel en dezelfde was als die gebruikt wordt
voor de carrosserie.
●Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld na een lange
rit bij warm weer, nog warm zijn.
●Spoel het reinigingsmiddel op de velgen direct na het gebruik af.
■Coating remklauw (auto's met oranje remklauwen voor F SPORT-uitvoeringen)
●Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen.
Gebruik geen harde borstels of schuurmiddelen, omdat deze de coating beschadigen.
●Reinig de remklauwen niet met reinigingsmiddelen als ze warm zijn.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het gebruik af.
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
■Waterafstotende laag zijruiten voor
●De volgende voorzorgsmaatregelen kunnen de effectiviteit van de waterafstotende
laag vergroten:
• Verwijder regelmatig vuil van de zijruiten voor.
• Zorg ervoor dat vuil en stof zich niet gedurende langere periodes op de ruiten kun-
nen verzamelen.
Reinig de ruiten zo snel mogelijk met een zachte, vochtige doek.
• Gebruik voor het reinigen van de ruiten geen was of ruitenreinigers met schuurmid-
delen.
• Gebruik geen metaalhoudende voorwerpen om condens te verwijderen.
●Wanneer de waterafstotende werking niet meer voldoende is, kan de laag worden
gerepareerd. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 391 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
4186-3. Zelf uit te voeren onderhoud
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssenso-
ren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregistreerd
in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd. Laat de identifica-
tiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders registreren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. (→Blz. 419)
◆Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
■Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden geïnitialiseerd
onder de volgende omstandigheden:
●Bij het wisselen van wielen.
●Bij het wijzigen van de bandenspanning (bijvoorbeeld omdat u de rijsnel-
heid aanzienlijk gaat veranderen).
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitialiseerd, wordt
de actuele bandenspanning als referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude banden.
(→Blz. 555)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in koude toe-
stand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Druk op of van de bedieningstoets van het instrumentenpaneel en
selecteer .
Druk op of van de bedieningstoets van het instrumentenpaneel en
selecteer “Vehicle Settings” (voertuiginstellingen). Druk vervolgens op .
1
2
3
4
5
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 418 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
4927-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Waarschuwingsmelding bij ingeschakeld Dynamic Radar Cruise Control-systeem
(indien aanwezig)
Onder de volgende omstandigheden wordt de waarschuwingsmelding mogelijk niet
weergegeven, ook niet als de afstand tot de voorligger afneemt:
●Wanneer uw auto en de voorligger met dezelfde snelheid rijden of als de voorligger
sneller rijdt dan uw auto
●Als de voorligger extreem langzaam rijdt
●Onmiddellijk nadat de cruise control-snelheid is ingesteld
●Op het moment dat het gaspedaal wordt ingetrapt
■Waarschuwingsmelding open portier/achterklep
De waarschuwingsmelding open portier/achterklep blijft branden totdat een portier of
de achterklep volledig wordt gesloten, zelfs wanneer het contact UIT wordt gezet. Wan-
neer echter een portier of de achterklep na ongeveer 20 minuten niet volledig is geslo-
ten, treedt de energiebesparende functie van de 12V-accu in werking en dooft de
weergave, ook al is het portier of de achterklep niet volledig gesloten.
■Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige omgeving of
wanneer het volume van de audio hoog staat.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 492 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
5287-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Controleer of de selectiehendel in stand P staat en trap het rempedaal in.
Raak de startknop aan met de zijde
van de elektronische sleutel met
daarop het Lexus-embleem.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gedetecteerd, klinkt er een zoemer en
wordt het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen, wordt
het contact in stand ACC gezet.
Trap het rempedaal stevig in en controleer of op het multi-informatie-
display wordt weergegeven.
Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het hybride-
systeem nog steeds niet kan worden gestart.
■Uitschakelen van het hybridesysteem
Zet de selectiehendel in stand P en druk op de startknop zoals u normaal doet bij het uit-
schakelen van het hybridesysteem.
■Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij van de
elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ontladen is.
(→Blz. 435)
■Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren of de achterklep te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier of de achterklep met de mechanische
sleutel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld. (→Blz. 91)
■Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en de stand verandert iedere keer dat de
knop wordt ingedrukt. (→Blz. 218)
■Als de elektronische sleutel niet goed werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 561)
●Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld. Is de
functie ingeschakeld, schakel hem dan uit. (→Blz. 154)
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
3
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 528 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
5377-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Schakel het hybridesysteem en de airconditioning in en controleer of de
koelventilatoren van de radiateur draaien en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de airconditioning wordt ingeschakeld direct
na een koude start. Controleer of de ventilatoren draaien door ernaar te luisteren
en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker van bent de aircondi-
tioning nog een aantal keer in en uit. (De ventilatoren werken mogelijk niet bij tem-
peraturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilatoren niet draaien:
Schakel het hybridesysteem onmiddellijk uit en neem contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de ventilatoren draaien:
Laat de auto controleren door de dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Als “Hybrid System Overheated Reduced Output Power (Hybridesysteem
oververhit. Gereduceerd uitgangsvermogen)” wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Schakel het hybridesysteem uit en open de motorkap voorzichtig.
Controleer nadat het hybridesysteem is afgekoeld de slangen en het radia-
teurblok (radiateur) op sporen van lekkage.
Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof onmid-
dellijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
6
7
1
2
3
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 537 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM