441-1. Voor een veilig gebruik
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afge-
beeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het
activeren van de airbags zorgt een chemische reactie in de ontstekingsmecha-
nismen ervoor dat de airbags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de
beweging van de inzittenden te helpen beperken.
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Knie-airbags
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Curtain airbags
Controlelampjes PASSENGER
AIR BAG
Gordelspanners en spankracht-
begrenzers
Sensoren aanrijding opzij (voor)
Side airbags voorWaarschuwingslampje SRS
Bestuurdersairbag
Side airbags achter
Sensoren aanrijding opzij (achter)
Positiesensor bestuurdersstoel
Schakelaar veiligheidsgordel
bestuurder
Airbag-ECU
Sensoren frontale aanrijding1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 44 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
451-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Neem met betrekking tot de airbags de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste manier te dragen.
De SRS-airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veiligheidsgordels
gebruikt moeten worden.
●De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactiveerd, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuurder zich erg dicht bij de airbag
bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden, hanteert u een veilige
marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden van het stuurwiel tot aan uw
borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie op
verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog goed kunnen
worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover.
Hoewel auto's verschillen, verkrijgen veel bestuurders, zelfs met de bestuurders-
stoel helemaal naar voren, de afstand van 250 mm door simpelweg de rugleuning
iets achterover te zetten. Als u door het achterover zetten van uw stoel de weg
niet goed meer kunt zien, kunt u een stevig, niet-glad kussen gebruiken om hoger
te zitten, of uw stoel hoger zetten wanneer uw auto deze mogelijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 45 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
461-1. Voor een veilig gebruik
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
●De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht geactiveerd waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassagier zich erg dicht bij
de airbag bevindt. De voorpassagiersstoel dient zo ver mogelijk van de airbag af te
staan, met de rugleuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zitten en/of niet goed vastzitten, kunnen ernstig
letsel oplopen door een geactiveerde airbag. Gebruik de veiligheidsgordels nooit
voor baby's of kleine kinderen, maar zet hen goed vast in een baby- of kinderzitje.
Lexus raadt u met klem aan om alle kinderen achterin te laten plaatsnemen en ze
altijd te vervoeren in een passend baby- of kinderzitje of met een zitkussen en/of vei-
ligheidsgordels. Achterin zitten kinderen veiliger dan op de voorpassagiersstoel.
(→Blz. 57)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten en
leun niet op het dashboard.
●Laat een kind niet op de voorpassagiersstoel
staan of bij een voorpassagier op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voorwerpen op
hun knieën vasthouden.
●Leun niet tegen het portier, de dakzijrail en de
voor-, midden- en achterstijl.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 46 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
471-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
●Hang geen kleerhangers of andere harde voorwerpen aan de kledinghaakjes. Der-
gelijke voorwerpen kunnen als een projectiel gelanceerd worden en ernstig letsel
veroorzaken wanneer de curtain airbags geactiveerd worden.
●Zorg ervoor dat het gedeelte waar de knie-airbag wordt geactiveerd niet door iets
wordt afgedekt.
●Gebruik geen accessoires die het gedeelte van de stoel waarin de side airbags geac-
tiveerd worden, afdekken omdat dat het activeren van de airbags negatief kan beïn-
vloeden. Dergelijke accessoires kunnen tot resultaat hebben dat de side airbags niet
op de juiste wijze geactiveerd worden, helemaal niet geactiveerd worden of per
ongeluk geactiveerd worden, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
●Laat niemand knielen op de passagiersstoel
in de richting van het portier of hoofd en han-
den buiten de auto steken.
●Bevestig geen voorwerpen aan, of laat geen
voorwerpen rusten tegen, onderdelen van de
auto waar zich airbags bevinden, zoals het
dashboard, het stuurwielkussen, het onderste
deel van het dashboard of de klep van het
dashboardkastje.
Dergelijke voorwerpen kunnen als een pro-
jectiel worden gelanceerd als de bestuurder-
sairbag, de voorpassagiersairbag en de knie-
airbag worden geactiveerd.
●Bevestig geen voorwerpen aan onderdelen
van de auto, zoals het portier, de voorruit, de
portierruit, de voor- of achterstijl, de dakstijl en
de handgreep. (Met uitzondering van het label
voor de snelheidsbeperking →Blz. 516)
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 47 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
481-1. Voor een veilig gebruik
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
●Oefen geen overmatige kracht uit op delen waarin onderdelen van het airbagsys-
teem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen aan de SRS-airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de SRS-airbags geacti-
veerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.
●Als u na het activeren van de SRS-airbags moeilijkheden met de ademhaling onder-
vindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten of verlaat de auto als
u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poederdeeltjes op uw huid zijn terecht-
gekomen, was deze er dan zo snel mogelijk af om huidirritatie te voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het stuurwielkus-
sen, de klep van het dashboardkastje en de bekleding van de voor- en achterstijlen,
beschadigd of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het SRS-airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zonder eerst
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De airbags kunnen defect
raken of per ongeluk worden geactiveerd (opgeblazen), waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en repareren van de airbags
●Reparatie, aanpassing, verwijdering of vervanging van het stuurwiel, het instrumen-
tenpaneel, het dashboard, het dashboardkastje, de stoelen of de stoelbekleding, de
voor-, midden- en achterstijlen en de dakzijrails
●Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zijkant van het
passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging van de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio (zend-/ont-
vanginstallatie) of CD-speler
●Wijzigingen aan de auto ten behoeve van mindervaliden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 48 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
491-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Als de SRS-airbags worden geactiveerd
●U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van de
zeer hoge snelheid waarmee de SRS-airbags worden geactiveerd door hete gassen.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
●Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de delen van de
airbagmodule (stuurwielnaaf, de afdekkap van de airbag en het ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van de voor- en achterstijlen en het dak, nog heet
zijn. De airbag zelf kan ook heet zijn.
●De voorruit kan barsten.
●Auto's met ERA-GLONASS: Als een airbag wordt geactiveerd, belt het systeem auto-
matisch de meldkamer
*. De locatie van de auto wordt doorgegeven (zonder dat de
toets SOS hoeft te worden ingedrukt) en een medewerker zal proberen om met de
inzittenden te praten om de ernst van de situatie vast te stellen en te bepalen of hulp
nodig is. Als de inzittenden niet in staat zijn om te communiceren, behandelt de mede-
werker de oproep automatisch als een noodgeval en schakelt hij of zij de noodzakelijke
hulpdiensten in. (→Blz. 384)
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden geplaatst. (→Blz. 386)
■Voorwaarden voor activering van de SRS-airbags (SRS-airbags voor)
●De airbags voor worden geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snelheid van ongeveer
20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende situaties echter veel hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de auto
onder een vrachtwagen terechtkomt
●Afhankelijk van het type aanrijding worden mogelijk alleen de gordelspanners geacti-
veerd.
■Voorwaarden voor activering van de SRS-airbags (SRS side airbags en curtain airbags)
●De SRS-side airbags en curtain airbags worden geactiveerd als een bepaalde drem-
pelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met ter plaatse van het passagierscom-
partiment aangereden worden met een snelheid van ongeveer 20 - 30 km/h door een
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig, komend vanuit een richting die haaks staat op de
positie van de auto).
●De side airbags en curtain airbags worden mogelijk ook geactiveerd bij een ernstige
frontale aanrijding.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 49 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
501-1. Voor een veilig gebruik
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Omstandigheden waarbij de SRS-airbags geactiveerd kunnen worden, anders dan bij
een aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de curtain airbags kunnen ook geactiveerd worden
bij zware stoten tegen de onderkant van de auto. Zie de afbeelding voor een aantal
voorbeelden.
■Soorten aanrijdingen waarbij de airbags soms niet geactiveerd worden (airbags voor)
De airbags voor worden over het algemeen niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of
van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
Maar wanneer een aanrijding voldoende voorwaartse deceleratie veroorzaakt, worden
de airbags voor mogelijk geactiveerd.
●Raken van een stoeprand of een ander hard
voorwerp
●In of over een diepe kuil rijden
●Hard neerkomen
●Aanrijding van opzij
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 50 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
511-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Soorten aanrijdingen waarbij de side airbags en de curtain airbags mogelijk niet worden
geactiveerd
De side airbags en curtain airbags treden mogelijk niet in werking bij aanrijdingen van
opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrijdingen van opzij waarbij het passagierscom-
partiment niet wordt geraakt.
De side airbags en curtain airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdin-
gen van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van opzij op lage
snelheid of bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
●Aanrijding van opzij waarbij het passagiers-
compartiment niet wordt geraakt
●Aanrijding van opzij onder een hoek
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 51 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM