Page 106 of 208

STOP/START-
SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
114) 115)43)
Het Stop/Star-systeem zet automatisch
de motor af wanneer de auto stilstaat
en start de motor zodra de bestuurder
wil wegrijden. Dit verhoogt de efficiëntie
van het voertuig dankzij een beperking
van het brandstofverbruik, de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen en de
geluidsoverlast.
WERKING
Afzetten van de motor
Met handgeschakelde versnellingsbak:
bij stilstaande auto, wordt de motor
afgezet als de versnellingsbak in de
vrijstand staat en het koppelingspedaal
niet is ingetrapt.
Met Dual FuNction System-
versnellingsbak: de motor wordt afgezet
als de auto stil staat en het rempedaal
is ingetrapt. De motor wordt ook
afgezet als het rempedaal niet wordt
ingetrapt, maar als de keuzehendel
in de stand N (Neutraal) staat.OPMERKING De motor kan alleen
automatisch worden afgezet bij een
snelheid van meer dan 10 km/h, om
herhaaldelijk afzetten van de motor te
voorkomen wanneer erg traag wordt
gereden.
Het symbool
verschijnt op het
display wanneer de motor wordt
afgezet.
De motor opnieuw starten
Met handgeschakelde versnellingsbak:
trap het koppelingspedaal in.
Met Dual FuNction System-
versnellingsbak: als de versnellingspook
in de stand N (Neutraal) staat, zet hem
dan in een willekeurige versnelling, of
laat het rempedaal los en zet de
versnellingspook in+,–of R (Achteruit).
HET SYSTEEM
HANDMATIG
INSCHAKELEN/
UITSCHAKELEN
Druk op knop A fig. 73 op het
bedieningspaneel van het dashboard
om het systeem handmatig in of uit
te schakelen.
Led uit: systeem uitgeschakeld.
Led aan: systeem ingeschakeld.
BELANGRIJK
114)Neem altijd contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de accu te laten
vervangen. Vervang de accu door een
exemplaar van hetzelfde type (HEAVY
DUTY) en met dezelfde specificaties.
115)Wij adviseren om de contactsleutel te
verwijderen als er zich nog inzittenden in
het voertuig bevinden. Verlaat het voertuig
alleen na de contactsleutel te hebben
uitgenomen of in de stand STOP te
hebben gedraaid. Controleer bij het tanken
of de motor is afgezet en of de
contactsleutel in de stand STOP staat.
BELANGRIJK
43)Als een comfortabele temperatuur
prioritair is, dan kan het Stop/Start-
systeem worden uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven werken.
73L0F0421C
104
STARTEN EN RIJDEN
Page 116 of 208
Lampen
Gebruik Type Vermogen Ref. Figuur
Dimlicht/grootlicht H4 55 W D
Stadslicht voor W5W 5 W TO
Dagverlichting (DRL) W21W 21 W B
Stadslicht achter led - -
Richtingaanwijzers voor PY24W 24W B
Richtingaanwijzers zijkant W5W 5 W TO
Richtingaanwijzers achter PY21W 21 W B
Stop W16W 16 W B
Derde remlicht led - -
Mistlampen H3 55 W E
Achteruitrijlicht P21W 21 W B
Mistachterlicht P21W 21 W B
Kentekenverlichting W5W 5 W C
Instapverlichting voor C5W 5 W C
Verlichting bagageruimte W5W 5 W TO
Verlichting dashboardkastje C5W 5 W C
114
NOODGEVALLEN
Page 120 of 208

draai de lamphouder B fig. 96
rechtsom, verwijder de lamp C en
vervang hem; monteer dan het
lampenglas weer.
BELANGRIJK
121)Wijzigingen of reparaties aan het
elektrisch systeem die niet correct zijn
uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt
gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
122)In halogeenlampen bevindt zich
gas onder druk. Als ze breken, kunnen er
glassplinters wegschieten.
BELANGRIJK
51)Raak alleen het metalen gedeelte van
halogeenlampen aan. Het aanraken van de
bol met de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp reduceren.
Als de bol per ongeluk toch wordt
aangeraakt, moet hij worden
schoongewreven met een doekje
bevochtigd met alcohol en laat hem
vervolgens drogen.
52)Wij adviseren om defecte lampen,
indien mogelijk, door het Lancia
Servicenetwerk te laten vervangen. De
correcte werking en regeling van de
buitenverlichting is van fundamenteel
belang voor de rijveiligheid en is bovendien
een wettelijke vereiste.
ZEKERINGEN
VERVANGEN
123) 124) 125) 126) 127) 128)
ALGEMEEN
Om het vervangen van zekeringen te
vergemakkelijken, het tangetje
gebruiken dat in het deksel van de
zekeringenkast is vastgeklemd op de
linkerzijde van het dashboard.
ZEKERINGKAST
MOTORRUIMTE
53)
Deze zit naast de accu. Ga als volgt te
werk om een zekering te vervangen:
verwijder het deksel A fig. 97, draai
de bout A fig. 98los, maak de lipjes
B los en trek deksel C omhoog.
96L0F0214C
97L0F0170C
118
NOODGEVALLEN
Page 121 of 208
Op het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven. Zorg na
vervanging van de zekering voor een
correcte montage van het deksel C op
de zekeringenkast.ZEKERINGENKAST IN
DASHBOARD
De regeleenheid fig. 100 bevindt zich
aan de linkerkant van de stuurkolom en
de zekeringen zijn gemakkelijk
bereikbaar via het onderste deel van
het dashboard.
98L0F0094C
99L0F0433C
100L0F0248C
119
Page 124 of 208
ZEKERINGENKAST IN DASHBOARD
fig. 100
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
+15 Hoogteregeling koplampen F13 5
+15 bediening via ingeschakeld contactslot met blokkering tijdens
starten van motor.F31 5
+30 Klimaatregeleenheid, regeleenheid, EOBD-aansluiting, radio-
inbouwvoorbereidingF36 15
+15 schakelaar op rempedaal (NO) F37 7,5
Centrale portiervergrendeling F38 20
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
Elektrische ruitbediening voor (bestuurderszijde) F47 20
Elektrische ruitbediening voor (passagierszijde) F48 20
+15 Schuifdak, regen-/schemersensor, bediening elektrische
spiegels, bediening verlichting, AUX-aansluitingF49 7,5
+15 Radio-inbouwvoorbereiding, klimaatregeleenheid, schuifdak,
parkeerregeleenheid, rempedaalschakelaar (NC),
koppelingspedaalschakelaar (NC), achteruitrijlichtenF51 5
+30 Instrumentenpaneel F53 7,5
+15 = pluspool via ingeschakeld contact
+30 = pluspool accu (niet via ingeschakeld contact)
122
NOODGEVALLEN
Page 130 of 208

BELANGRIJK
54)Zorg voor voldoende werkruimte bij het
opkrikken om schaafwonden aan uw
hand door contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende delen van
de krik ("wormschroef" en gewrichten)
kunnen verwondingen veroorzaken: raak
deze delen niet aan. In geval van
accidenteel contact met smeervet, het
betreffende deel zorgvuldig schoonmaken.
55)Neem zo snel mogelijk contact op
met het Lancia Servicenetwerk om het
correcte aanhaalmoment van de
wielbouten te laten controleren.
"Fix&Go Automatic"
KIT
136) 137) 138) 139) 140)
56)3)
BESCHRIJVING
Deze bandenreparatiekit bevindt zich in
een speciale houder in de
bagageruimte. In deze houder zitten
ook een schroevendraaier en het
trekoog.
De kit fig. 111 bevat tevens:
een spuitbus A met afdichtmiddel,
voorzien van vulslang B;
sticker C met het opschrift "max. 80
km/h”, na de reparatie van de band
aan te brengen op een voor de
bestuurder zichtbare plaats (op het
dashboard);
compressor D met drukmeter en
aansluitnippels, te vinden in de
bagageruimte;
informatiefolder voor een correct
gebruik van de snelle
bandenreparatiekit, die vervolgens
overhandigd moet worden aan
het personeel dat de met FIX&GO
behandelde band moet repareren;
een paar beschermende
handschoenen in het zijvak van de
compressor;
adapters voor het oppompen van
verschillende elementen.
OPPOMPEN
141) 142) 143) 144)
Ga als volgt te werk:
Trek de handrem aan.Draai de
ventieldop los, neem de vulleiding A fig.
112 uit en draai de ringmoer B op het
ventiel van de band vast;
111L0F0006C
112L0F0176C
128
NOODGEVALLEN
Page 138 of 208

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA BENZINEVERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning,
indien nodig, herstellen; vervaldatum lading/toestand
snelle bandenreparatiekit kit controleren (voor bepaalde
versies/markten)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen (1)
Uitlaatgasemissie controleren
De diagnosestekker gebruiken om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor bepaalde versies/markten,
de verslechtering van de motorolie
(1) Het bijvullen moet uitgevoerd worden met de in dit Instructieboekje aangegeven vloeistoffen en alleen nadat gecontroleerd is dat het systeem onbeschadigd is.
136
ONDERHOUD EN ZORG
Page 143 of 208

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA DIESELVERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/6 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning,
indien nodig, herstellen; vervaldatum lading/toestand
snelle bandenreparatiekit kit controleren (voor bepaalde
versies/markten)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen (1)
Uitlaatgasemissie controleren
De diagnosestekker gebruiken om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor bepaalde versies/markten,
de verslechtering van de motorolie
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)
(1) Het bijvullen moet uitgevoerd worden met de in dit Instructieboekje aangegeven vloeistoffen en alleen nadat gecontroleerd is dat het systeem onbeschadigd is.
141