Page 197 of 735

Kenmerken van uw auto
96
4
BrandstofverbruikActieradius (1)
• De actieradius is de geschatte afstand
die de auto kan afleggen met de
resterende brandstof.
- Bereik: 1 ~ 9999 km of 1 ~ 9999 mi.
• Als de geschatte actieradius minder dan 1 km is, geeft de tripcomputer
"----" weer in plaats van de actieradius.
✽AANWIJZING
• Als de auto niet op een horizontaal vlak staat of nadat de accupolen
losgenomen zijn geweest, kan het
gebeuren dat de functie actieradius
niet goed werkt.
• De weergegeven actieradius is een schatting van de afstand die met de
auto gereden kan worden en kan dus
afwijken van de werkelijke
actieradius.
• Indien er minder dan 6 liter brandstof
wordt getankt, wordt dat niet door de
tripcomputer geregistreerd.
• Het brandstofverbruik en de actieradius zijn sterk afhankelijk van
de rijomstandigheden, de rijstijl van
de bestuurder en de staat van de auto.
Gemiddeld brandstofverbruik (2)
• Het gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend op basis van de totale gereden afstand en het totale
brandstofverbruik sinds het
gemiddelde brandstofverbruik voor het
laatst gereset werd.
- Bereik: 0,0 ~ 99,9 L/100 km of MPG
• Het gemiddelde brandstofverbruik kan zowel handmatig als automatisch
gereset worden.
Handmatig resetten
Om het gemiddelde brandstofverbruik handmatig te wissen moet de toets
SELECT/RESET op het stuurwiel
langer dan 1 seconde worden ingedrukt
terwijl het gemiddelde brandstofverbruik
wordt weergegeven.
■ Type BODM046605N/OTL045171L
ODM046606N/ODM046606L_1
■
Type A
Page 198 of 735
497
Kenmerken van uw auto
Automatisch resetten
Als u in het menu "Gebruikersinstell." de
modus "Auto Reset" selecteert, wordt het
gemiddelde brandstofverbruik
automatisch gereset bij het tanken (zie
"LCD-display").
Als de modus "Auto Reset" is
geselecteerd, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik gereset (---) zodra na
het tanken van meer dan 6 liter brandstof
een rijsnelheid van 1 km/h wordt bereikt.
✽AANWIJZING
Het gemiddelde brandstofverbruik
wordt niet weergegeven als sinds het in
de stand ON zetten van het contact of de
toets ENGINE START/STOP minder
dan 50 meter of minder dan 10 seconden
is gereden (de berekening is dan
onvoldoende nauwkeurig).
Actueel brandstofverbruik (3)
• Deze modus geeft bij een rijsnelheid van ten minste 10 km/h het
brandstofverbruik over de laatste paar
seconden weer.
- Bereik: 0 ~ 30 L/100 km of 0 ~ 50MPG Digitale snelheidsmeter
Deze melding geeft de rijsnelheid van de auto aan (km/h, MPH).
OTL045193/OTL045194
■
Type A■Type B
Page 264 of 735
4 163
Kenmerken van uw auto
Automatisch uitschakelen
interieurverlichting
• Wanneer alle portieren en deachterklep zijn gesloten en u de auto
vergrendelt met de afstandsbediening
of de Smart Key, dooft binnen 5
seconden alle interieurverlichting.
• Als u na het uitschakelen van de motor de niets in de auto bedient, dooft de
verlichting na 20 minuten. Leeslampje
Druk op het lampglas (1) om het
leeslampje in of uit te schakelen
• ON (2) : De leeslampjes en de
interieurverlichting blijven
continu branden.
• OFF (3) : De ver lichting gaat niet
branden, ook niet als een
portier wordt geopend (3).
INTERIEURVERLICHTINGOPMERKING
Laat de interieurverlichting niet te
lang branden als de motor nietdraait.
Hierdoor kan de accu ontladenraken.
WAARSCHUWING
Gebruik de interieurverlichting niet wanneer u in het donker rijdt.
Doordat de interieurverlichting het
zicht kan beperken, kunnen
ongevallen ontstaan
ODM042258
ODM042259
■ Type A
■Type B
Page 265 of 735

Kenmerken van uw auto
164
4
• ROOM (4): De leeslampjes en de
interieurverlichting blijven
continu branden.
• DOOR (5): - Het leeslampje en de
interieurverlichting gaan branden
wanneer de portieren worden
ontgrendeld met een
afstandsbediening of Smart Key en
zolang de portieren niet wordengeopend.
De verlichting dooft na ongeveer 30seconden.
- De leeslampjes en
interieurverlichting gaan ongeveer 30
seconden branden als de portieren
worden ontgrendeld met een
afstandsbediening of Smart Key zo
lang de portieren niet wordengeopend.
- De leeslampjes en de
interieurverlichting blijven gedurende
ongeveer 20 minuten branden als
een portier wordt geopend en het
contact in stand ACC of LOCK/OFFstaat.
- De leeslampjes en de
interieurverlichting blijven continu
branden als een portier wordtgeopend en het contact in stand ONstaat. -
De leeslampjes en de
interieurverlichting gaan direct uit alshet contact in stand ON staat en alle
portieren worden vergrendeld.
✽AANWIJZING
Wanneer de verlichting wordt
ingeschakeld door op het lampglas (1) te
drukken, zal zelfs wanneer de
schakelaar (3) in stand OFF staat de
verlichting niet doven.
Interieurverlichting
Druk op de toets om het lampje aan of uit
te schakelen.
ODM042341
■
Type B ODM042260
■
Type A
Page 696 of 735

Onderhoud
66
7
GLOEILAMPEN
Gebruik alleen lampen met de
voorgeschreven wattage.
✽AANWIJZING
Na zware regenval of het wassen van de
auto kan het lijken alsof er vocht in de
koplampen en achterlichten zit. Dit
wordt veroorzaakt door het
temperatuurverschil tussen de
binnenzijde en de buitenzijde van het
lampglas. Dit is vergelijkbaar met het
beslaan van de ruiten bij het rijden
onder regenachtige omstandigheden en
duidt niet op een probleem met uw auto.
Als er sprake is van waterlekkage in het
elektrische gedeelte van de lamp,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.WAARSCHUWING -
Vervangen van gloeilampen
Zet, voordat u lampen gaat
vervangen, de parkeerrem stevig
vast en controleer of het contact in
stand LOCK staat om te voorkomen
dat de auto plotseling in beweging
komt, dat u zich brandt of dat u een
schok krijgt.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de doorgebrande lamp vervangen wordt door een met
dezelfde wattage. Anders kan dezekering of het elektrische
bedradingssyteem beschadigdraken.
OPMERKING
Raadpleeg een officiële HYUNDAIErkend Reparateur wanneer u niet over het juiste gereedschap, dejuiste lampen en/of ervaring
beschikt. In veel gevallen kan het zelf vervangen van lampen
problemen opleveren vanwege het feit dat om bij de lamp te kunnen
komen, eerst andere onderdelenverwijderd dienen te worden. Dat is
in het bijzonder het geval als u dekoplampunit moet verwijderen om
bij de gloeilamp(en) te kunnen komen. Het verwijderen en plaatsen van de koplampunit kan leiden tot
beschadigingen aan de auto.