
Kenmerken van uw auto
224
4
✽AANWIJZING - GEBRUIK VAN
HET USB-APPARAAT
• Als u een extern USB-apparaat wilt gebruiken, moet u ervoor zorgen dat
het apparaat niet is aangesloten
wanneer de motor wordt gestart. Sluit
het apparaat aan nadat de motor is
gestart.
• Als u de motor start terwijl het USB- apparaat is aangesloten, kan het
apparaat beschadigd raken. (USB-
flashstations zijn zeer gevoelig voor
statische elektriciteit.)
• Als de motor wordt gestart of afgezet terwijl het externe USB-apparaat is
aangesloten, werkt het externe USB-
apparaat mogelijk niet.
• Niet-originele MP3- of WMA- bestanden kunnen mogelijk niet
worden afgespeeld door het systeem.
1) Er kunnen alleen MP3-bestanden met een compressiesnelheid tussen
8 Kbps en 320 Kbps worden
afgespeeld.
2) Er kunnen alleen WMA- muziekbestanden met een
compressiesnelheid tussen 8 Kbps
en 320 Kbps worden afgespeeld.
• Voorkom statische elektriciteit bij het
aansluiten of loskoppelen van het
externe USB-apparaat. (Vervolg)(Vervolg)
• Een gecodeerde MP3-speler wordt
niet herkend.
• Afhankelijk van de instellingen van het externe USB-apparaat, wordt het
apparaat mogelijk niet herkend.
• Wanneer de geformatteerde byte- /sectorinstelling van het externe USB-
apparaat niet 512 byte of 2048 byte is,
wordt het apparaat niet herkend.
• Het USB-apparaat mag uitsluitend
geformatteerd zijn volgens FAT
12/16/32.
• USB-apparaten zonder USB I/F- verificatie worden mogelijk niet
herkend.
• Voorkom dat lichaamsdelen of voorwerpen in aanraking komen met
de USB-aansluiting.
• Als u het USB-apparaat in korte tijd herhaaldelijk aansluit en weer
loskoppelt, kan het apparaat defect
raken.
• U hoort mogelijk een vreemd geluid bij het aansluiten of loskoppelen van
het USB-apparaat. (Vervolg)(Vervolg)
• Als u het externe USB-apparaat
tijdens het afspelen loskoppelt, kan
het apparaat beschadigd raken of
werkt het mogelijk niet goed meer.
Koppel daarom het externe USB-
apparaat pas los wanneer het
audiosysteem is uitgeschakeld of in
een andere modus (bijvoorbeeld
Radio of CD) staat.
• Afhankelijk van het type en de capaciteit van het externe USB-
apparaat of het bestandstype dat op
het apparaat is opgeslagen, kan de
benodigde tijd voor het herkennen
van het apparaat variëren.
• Gebruik het USB-apparaat niet voor andere doeleinden dan het afspelen
van muziekbestanden.
• Via de USB-aansluiting kunnen geen
video's worden afgespeeld.
• Het gebruik van USB-accessoires, zoals laders of verwarming die
gebruikmaken van USB I/F, kan de
prestaties negatief beïnvloeden of
storingen veroorzaken. (Vervolg)

4 225
Kenmerken van uw auto
(Vervolg)
• Als u een apparaat gebruikt dat uafzonderlijk hebt gekocht, zoals een
USB-hub, herkent het audiosysteem
het apparaat mogelijk niet. Sluit in
dat geval het USB-apparaat
rechtstreeks aan op de multimedia-
aansluiting van de auto.
• Als het USB-apparaat is ingedeeld in logische stations, worden alleen de
muziekbestanden op het station met
de hoogste prioriteit herkend door het
audiosysteem van de auto.
• Apparaten zoals een MP3-speler, mobiele telefoon en digitale camera
die niet door een standaard USB I/F
worden herkend, worden mogelijk
niet herkend.
• Mogelijk kunnen bepaalde telefoons niet via de USB-aansluiting worden
opgeladen.
USB-harddisk-drives of andere USB-
apparaten waarbij
verbindingsproblemen kunnen
optreden door trillingen van de auto
worden niet ondersteund (type i-
stick).
• Bepaalde niet-standaard USB-
apparaten (METAL COVER TYPE
USB) worden mogelijk niet herkend. (Vervolg)(Vervolg)
• Bepaalde USB flash memory-lezers
(zoals CF, SD, micro SD, enz.) of
externe HDD-apparaten worden
mogelijk niet herkend.
• Muziekbestanden die worden beschermd door DRM (Digital Rights
Management), worden niet herkend.
• De gegevens in het USB-geheugen gaan mogelijk verloren bij het
gebruik van dit audiosysteem. Sla
belangrijke gegevens altijd op in een
extern geheugen.
• Maak geen gebruik van USB-sticks die als
sleutelhanger of
accessoire voor mobiele
telefoons kunnen worden
gebruikt, aangezien deze de USB-
aansluiting kunnen beschadigen. Zorg
ervoor dat u alleen producten
gebruikt met een stekkerverbinding.✽AANWIJZING - de iPod®
gebruiken
• Sommige iPod ®
-modellen
ondersteunen mogelijk het
communicatieprotocol niet en
bestanden worden mogelijk niet goed
afgespeeld.
Ondersteunde iPod ®
-modellen:
- iPod ®
Mini
- iPod ®
4e
(Photo) t/m 6 e
(Classic)
generatie
- iPod ®
Nano 1 e
t/m 4 e
generatie
- iPod ®
Touch 1 e
en 2 e
generatie
• De volgorde bij het zoeken of afspelen
van muziekstukken op de iPod ®
kan
verschillen van de volgorde op het
audiosysteem.
• Als de iPod ®
vanwege een interne
storing wordt uitgeschakeld, moet de
iPod ®
worden gereset. (Raadpleeg
voor het resetten de handleiding van
de iPod ®
)
• Bij een bijna lege batterij werkt de
iPod ®
mogelijk niet goed.
(Vervolg)

Kenmerken van uw auto
226
4
(Vervolg)
• Sommige iPod ®
-apparaten, zoals de
iPhone, kunnen via de Bluetooth®
Wireless Technology worden
verbonden. Het apparaat moet een
Bluetooth ®
Wireless Technology-
audiofunctie hebben (zoals voor een
Bluetooth ®
Wireless Technology-
stereokoptelefoon). De audio op het
apparaat kan worden afgespeeld,
maar het kan niet via het
audiosysteem worden bediend.
• Als u functies van de iPod ®
op het
audiosysteem wilt gebruiken, moet u
de bij uw iPod ®
geleverde kabel te
gebruiken.
• Afhankelijk van de eigenschappen
van uw iPod ®
/iPhone, kan er audio
worden overgeslagen of onjuist
worden afgespeeld.
• Wanneer uw iPhone zowel via de Bluetooth ®
Wireless Technology als
via USB is verbonden, is het mogelijk
dat de muziek niet goed wordt
afgespeeld. Selecteer op uw iPhone de
Dock-stekker of de Bluetooth®
Wireless Technology om de audio-
uitgang (bron) te wijzigen. (Vervolg)(Vervolg)
• Steek de stekker van de voedingskabel
van de iPod ®
bij het aansluiten van de
iPod ®
volledig in de multimedia-
aansluiting. Als de stekker niet goed is
aangesloten, wordt de communicatie
tussen de iPod ®
en het audiosysteem
mogelijk onderbroken.
• Wanneer u de geluidsinstellingen van de iPod ®
en het audiosysteem
aanpast, zullen de effecten van beide
apparaten elkaar overlappen en kan
de geluidskwaliteit afnemen of het
geluid vervormen.
• Schakel de equalizerfunctie van de iPod ®
uit wanneer u de geluidssterkte
van het audiosysteem aanpast en zet
de equalizer van het audiosysteem uit
wanneer u die van de iPod ®
gebruikt.
• Haal de kabel van de iPod ®
los van de
iPod ®
wanneer u de iPod ®
niet met
het audiosysteem van de auto
gebruikt. Als u dit niet doet, blijft de
iPod ®
mogelijk in de accessoiremodus
en werkt de iPod ®
mogelijk niet goed.
• Behalve de 1M-kabel van uw iPod ®
/
iPhone worden geen andere kabels
herkend.✽AANWIJZING - GEBRUIK VAN
DE MOBIELE TELEFOON MET
Bluetooth® Wireless
Technology
• Gebruik uw mobiele telefoon niet tijdens het rijden en pas de Bluetooth®
Wireless Technology-instellingen niet
aan tijdens het rijden (bijvoorbeeld
koppelen van een telefoon).
• Sommige Bluetooth®
Wireless
Technology-telefoons worden
mogelijk niet herkend door het
systeem of zijn niet volledig
compatibel met het systeem.
• Raadpleeg alvorens de Bluetooth®
Wireless Technology-functies van het
audiosysteem te gebruiken de
handleiding van uw telefoon voor het
gebruik van Bluetooth®
Wireless
Technology op uw telefoon.
• De telefoon moet aan het audiosysteem zijn gekoppeld voordat
de Bluetooth ®
Wireless Technology-
functies kunnen worden gebruikt.
• De handsfree-functies zijn niet beschikbaar als uw telefoon (in de
auto) buiten het bereik van een
telefoonnetwerk is (bijvoorbeeld in
tunnels of in bergachtig gebied). (Vervolg)

4 227
Kenmerken van uw auto
(Vervolg)
• Als het telefoonsignaal zwak is of alshet te rumoerig is in het interieur van
de auto, is de gesprekspartner
mogelijk moeilijk te verstaan.
• Leg de telefoon niet in de buurt van of in metalen voorwerpen, omdat die de
communicatie met het Bluetooth®
Wireless Technology-systeem of de
mobiele telefoon kunnen verstoren.
• Als uw telefoon via Bluetooth®
Wireless Technology verbonden is,
kan de batterij sneller leeg zijn dan
gewoonlijk vanwege het uitvoeren van
extra Bluetooth ®
Wireless Technology-
functies.
• Sommige mobiele telefoons of andere
apparaten kunnen storingen
veroorzaken in het audiosysteem.
Door in dat geval de apparaten op een
andere plaats op te bergen, kan de
storing verholpen worden.
• Sla namen van contacten op in het Engels, omdat deze anders mogelijk
niet juist worden weergegeven.
(Vervolg)(Vervolg)
• Als Priority (prioriteit) wordt
ingesteld wanneer het contact AAN
(IGN/ACC ON) wordt gezet, maakt
de Bluetooth ®
Wireless Technology-
telefoon automatisch verbinding.
Zelfs wanneer u buiten bent, maakt de
telefoon met Bluetooth®
Wireless
Technology automatisch verbinding
wanneer u in de buurt van de auto
komt.
Als u niet wilt dat de telefoon
automatisch verbinding maakt met
Bluetooth ®
Wireless Technology, kunt
u Bluetooth ®
Wireless Technology
uitschakelen.
• Het volume en de geluidskwaliteit van
de handsfree-gesprekken kunnen per
mobiele telefoon verschillen.
• De functies van Bluetooth®
Wireless
Technology kunnen alleen worden
gebruikt wanneer de mobiele telefoon
is gekoppeld aan en verbonden met
het systeem. Ga voor meer informatie
over het koppelen en verbinden van
mobiele telefoons met Bluetooth®
Wireless Technology naar het
hoofdstuk Telefoon instellen. (Vervolg)(Vervolg)
• Wanneer er verbinding wordt
gemaakt met een mobiele telefoon met
Bluetooth ®
Wireless Technology,
verschijnt er een icoon ( ) aan de
bovenzijde van het scherm. Wanneer
het icoon ( ) niet wordt
weergegeven, betekent dit dat er geen
verbinding is met het apparaat met
Bluetooth ®
Wireless Technology. U
moet verbinding maken met het
apparaat om het te kunnen gebruiken.
Ga voor meer informatie over mobiele
telefoons met Bluetooth®
Wireless
Technology naar het hoofdstuk
Telefoon instellen.
• Het koppelen van en verbinding maken met een mobiele telefoon met
Bluetooth ®
Wireless Technology is
alleen mogelijk wanneer de optie
Bluetooth ®
Wireless Technology op uw
mobiele telefoon is ingeschakeld. (De
procedure voor het inschakelen van
Bluetooth ®
Wireless Technology kan
verschillen, afhankelijk van de
mobiele telefoon.)
(Vervolg)

Kenmerken van uw auto
228
4
(Vervolg)
• Op sommige mobiele telefoons kan
het inschakelen van het contact
tijdens een handsfree-telefoongesprek
via Bluetooth ®
Wireless Technology
ervoor zorgen dat het gesprek wordt
beëindigd. (Schakel het gesprek terug
naar uw mobiele telefoon wanneer u
het contact inschakelt.)
• Op sommige mobiele telefoons en apparaten met Bluetooth®
Wireless
Technology worden bepaalde functies
mogelijk niet ondersteund.
• De werking van Bluetooth®
Wireless
Technology is mogelijk onstabiel,
afhankelijk van de
communicatiestatus.
• Wanneer het audiosysteem in een elektromagnetische omgeving wordt
geplaatst, ontstaat mogelijk ruis.✽AANWIJZING
- SPRAAKCOMMANDO'S GEBRUIKEN
• De spraakherkenningsfunctie van dit product ondersteunt de herkenning
van de commando's die in deze
handleiding staan vermeld.
• Wanneer bij gebruik van de spraakherkenning een stuurwieltoets
of het apparaat wordt bediend, wordt
de spraakherkenning uitgeschakeld
en kunt u de gewenste functies
handmatig bedienen.
• Plaats de microfoon boven het hoofd van de bestuurder. Zorg voor een
goede lichaamshouding bij het geven
van spraakcommando's voor optimale
prestaties.
• Door geluiden van buiten werkt de spraakherkenning mogelijk niet goed.
De volgende omstandigheden kunnen
de prestaties van de
spraakherkenning beïnvloeden:
- De ruiten of het schuifdak zijngeopend
- Het verwarmings- en
ventilatiesysteem is ingeschakeld
- U rijdt door een tunnel
- U rijdt over hobbelige wegen
(Vervolg)(Vervolg)
• Na het downloaden van het
telefoonboek via Bluetooth®
Wireless
Technology heeft het systeem tijd
nodig om het telefoonboek om te
zetten in spraakgegevens. Gedurende
deze tijd werkt de spraakherkenning
mogelijk niet goed.
• Bij het invoeren van gegevens in uw telefoonboek worden speciale
symbolen en nummers niet herkend in
het spraakcommando. Het
spraakcommando voor "# John
Doe%&" is bijvoorbeeld "John Doe".

Kenmerken van uw auto
230
4
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES SYSTEEM ❈ De weergave en de instellingen
kunnen verschillen, afhankelijk van degeselecteerde audiobron.
Hoofdeenheid audio
1. (EJECT)
• Uitwerpen van de CD. 2.
• Inschakelen van FM/AM-modus.
• Telkens wanneer u op de toets drukt,
wordt de volgende modus gekozen in
de volgorde FM1 ➟FM2 ➟FMA ➟AM
➟ AMA.
❈ In Setup (instellen) > Display
(weergave) wordt het radio-pop-
upscherm weergegeven als [Mode
Pop up]
is.
Wanneer het pop-upscherm wordt
weergegeven, gebruik dan knop
TUNE of de toetsen ~ om
de gewenste modus te selecteren.
3.
• Schakelt over naar de modus CD, USB (iPod ®
), AUX, Mijn muziek, BT Audio.
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de volgende modus gekozen in
de volgorde CD, USB (iPod ®
) AUX,
Mijn muziek, BT Audio.
❈ In Setup (instellen) > Display
(weergave) wordt het media-pop-
upscherm weergegeven als [Mode
Pop up] is.
Wanneer het pop-upscherm wordt
weergegeven, gebruik dan de knop
TUNE of de toetsen ~ om
de gewenste modus te selecteren. 4. (uitvoeringen met Bluetooth®
Wireless Technology)
• Weergeven van het telefoonscherm ❈ Als een telefoon niet is verbonden,
verschijnt het verbindingsscherm.
5. Knop POWER/VOLUME
• Aan-uitknop: aan- en uitzetten van het systeem door op de knop te
drukken
• Volumeknop: instellen van het volume door de knop naar links of
rechts te draaien
6. ,
• Radiomodus: automatisch zoeken naar frequenties waarop wordt
uitgezonden.
• Modus CD, USB, iPod ®
en Mijn muziek
- Druk kort op de toets (korter dan 0,8 seconden): u gaat naar het volgende
of vorige muziekstuk (bestand)
- Houd de toets ingedrukt (langer dan 0,8 seconden): u spoelt het actuele
muziekstuk terug of vooruit.
TRACKSEEK
PHONE
61
On
MEDIA
61
On
RADIO
■ Type A-1

4 231
Kenmerken van uw auto
7.
• Telkens wanneer u kort op de knopdrukt (korter dan 0,8 seconden), gaat
het scherm Uit ➟Aan ➟Uit
❈ Het audiosysteem blijft wel
ingeschakeld, alleen het scherm wordt
uitgeschakeld. Als het scherm is
uitgeschakeld, druk dan op een
willekeurige toets om het scherm weer
in te schakelen. 8.
• Radiomodus
- Houd de toets ingedrukt (langer dan0,8 seconden): elke zender wordt
gedurende 5 seconden weergegeven
• Modus CD, USB, Mijn muziek - Houd de toets ingedrukt (langer dan0,8 seconden): elk muziekstuk
(bestand) wordt gedurende 10
seconden weergegeven
❈ Druk nogmaals op de toets om te
blijven luisteren naar het muziekstuk
(bestand) dat op dat moment wordt
weergegeven.
9.
• Druk kort op de toets (korter dan 0,8 seconden): u schakelt over naar de
modi Display, Sound, Clock, Phone en
System (weergave, geluid, klok,
telefoon en systeem)
• Houd de toets ingedrukt (langer dan 0,8 seconden): u schakelt over naar het
scherm voor de tijdinstelling 10.
Hiermee geeft u menu's voor de actuele
modus weer.
11. Knop TUNE
• Radiomodus: wijzigen van frequentie
door de knop naar links of rechts te
draaien
• Modus CD, USB, iPod ®
, Mijn muziek:
zoeken naar muziekstukken(bestanden) door de knop linksom of
rechtsom te draaien
❈ Als het gewenste muziekstuk wordt
weergegeven, druk dan op de knop
om het muziekstuk af te spelen.
• Voor het maken van een keuze in alle selectiemenu's en het selecteren van
menu's
12. ,
• Modus MP3 CD/USB: map doorzoeken
FOLDERFOLDER
MEMU
SETUP
CLOCK
TA/SCAN
![Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch) Kenmerken van uw auto
234
4
Audio-instellingen
In dit menu kunt u Bass, Middle en
Treble (lage tonen, middentonen, hoge
tonen) en de Fader en Balance (balans)instellen. Selecteer [Sound Settings] Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch) Kenmerken van uw auto
234
4
Audio-instellingen
In dit menu kunt u Bass, Middle en
Treble (lage tonen, middentonen, hoge
tonen) en de Fader en Balance (balans)instellen. Selecteer [Sound Settings]](/manual-img/35/16327/w960_16327-334.png)
Kenmerken van uw auto
234
4
Audio-instellingen
In dit menu kunt u 'Bass, Middle en
Treble' (lage tonen, middentonen, hoge
tonen) en de Fader en Balance (balans)instellen. Selecteer [Sound Settings]
(geluidsinstellingen) Selecteer het
menu met de knop TUNE Draai de
knop TUNE naar links of rechts om deinstelling te wijzigen • Bass, Middle, Treble (lage tonen,
middentonen, hoge tonen): de toon
van het geluid selecteren.
• Fader, Balance: de balans voor/achter en links/rechts instellen.
• Default (standaardinstellingen): terug naar de standaardinstellingen.
❈ Return: als u tijdens het instellen
nogmaals op de knop TUNE drukt,
keert u terug naar het hoofdmenu.Virtueel geluid
Power Bass, Power Treble en Surround
kunnen worden ingeschakeld.
Selecteer [Virtual Sound] (virtueel
geluid) Selecteer menu met de knop
TUNE Stel / in met de knop
TUNE
• PowerBass: met deze functie van het geluidssysteem wordt de
lagetonenweergave levendiger.
• PowerTreble: met deze functie van het geluidssysteem wordt de
hogetonenweergave levendiger.
• Surround: met deze functie van het geluidssysteem wordt het geluid in
surround weergegeven.
❈ Kan verschillen, afhankelijk van de geselecteerde audiobron.
OffOn