8
e-mehari_nl_Chap01_faite-connaissance_ed03-2016
Kennismaking met uw E-MEHARI
Klepje van de laadaansluiting
(toegang tot de laadaansluiting)
Het klepje van de laadaansluiting (1) van uw
E-MEHARI kan niet worden vergrendeld.
Het klepje biedt toegang tot de laadaansluiting
die u moet gebruiken om uw E-MEHARI op te
laden.
Uw E-MEHARI maakt gebruik van een Type
2-stekker waarmee u uw auto kunt opladen via
een stopcontact van uw woning, een bij u thuis
geïnstalleerde wallbox of een van de laadpalen
die compatibel zijn met dit type stekker.
De persoonlijke RFID-
sleutelhanger (identificatie
via radiogolven)
De RFID-sleutelhanger van uw E-MEHARI
is een persoonlijke sleutelhanger die u
wordt overhandigd bij de aflevering van uw
E-MEHARI.
Alleen met deze sleutelhanger kunt u uw
E-MEHARI gebruiken.
Hiermee kunnen het deksel in de bagageruimte
en het laadpistool worden ontgrendeld en
kan de elektronische startblokkering van uw
E-MEHARI worden in- en uitgeschakeld.
Openen van uw E-MEHARI
De lezer van de persoonlijke RFID-
sleutelhanger (1) is tegen de voorruit bevestigd,
aan bestuurderszijde.
Deze lezer van de persoonlijke RFID-
sleutelhanger stuurt de elektronische
startblokkering van uw E-MEHARI en
de ontgrendeling van het deksel in de
bagageruimte en van het laadpistool aan.
De lezer van de persoonlijke RFID-
sleutelhanger reageert uitsluitend op uw
persoonlijke RFID-sleutelhanger.
Openen van uw E-MEHARI en uitschakelen
van de elektronische startblokkering: houd uw
persoonlijke RFID-sleutelhanger voor de lezer
(1) die tegen de voorruit aan bestuurderszijde
is bevestigd.
Leer uw E-MEHARI kennen
9
e-mehari_nl_Chap01_faite-connaissance_ed03-2016
Controleer of de sleutel in de stand
STOP van het contactslot staat of is
ver wijderd voordat u uw E-MEHARI
vergrendelt.
Let op
Haal altijd de sleutel uit het contactslot
voordat u uw E-MEHARI vergrendelt.
Zo niet, dan blijft uw auto ontgrendeld en
wordt de startblokkering niet ingeschakeld.
●
V
ergrendelen: beweeg uw persoonlijke
RFID-sleutelhanger langs de lezer
(het contact moet zijn afgezet). Onder
normale omstandigheden knippert het
verklikkerlampje blauw.
●
G
eautoriseerde sleutelhanger: knippert groen
+ activering van de alarmknipperlichten en
toestemming om te rijden.
●
N
iet-geautoriseerde sleutelhanger: brandt
permanent rood.
●
T
ijdens het rijden gaat de led uit.
Diefstalbeveiliging /
elektronische startblokkering
Uw E-MEHARI is voorzien van een
elektronische startblokkering.
Deze startblokkering is rechtstreeks gekoppeld
aan uw persoonlijke RFID-sleutelhanger.
Alleen met uw persoonlijke RFID-sleutelhanger
kunt u uw E-MEHARI gebruiken.
Assistance-oproep
Uw E-MEHARI is voorzien van een knop van
de Assistance-oproep (1)
.
Als u deze knop indrukt, wordt u
24/7 verbonden met een geschoolde
helpdeskmedewerker die u kan helpen en
oplossingen kan bieden voor problemen die u
tegenkomt.
Deze knop van de Assistance-oproep
(1) is verbonden met het handsfree
communicatiesysteem zodat u tijdens het rijden
niet afgeleid hoeft te worden.
Druk op de knop van de Assistance-oproep (1)
om CITRÖEN ASSISTANCE te bellen of het
gesprek te beëindigen.
Als u in de auto gebeld wordt, neemt het
systeem automatisch op.
1
Leer uw E-MEHARI kennen
30
e-mehari_nl_Chap01_faite-connaissance_ed03-2016
Waarschuwingen
- B ij onjuist gebruik kunnen er onderdelen
beschadigd raken.
-
Z
org ervoor dat de bedieningsmodule van
de laadkabel zo is geplaatst dat er geen
water op terecht kan komen.
-
V
oorkom dat er vuil of vreemde
voor werpen in de stekker of de
laadaansluiting terechtkomen.
-
T
rap niet op de kabel of het snoer en
voorkom dat ze geknikt worden of in de
knoop raken.
-
G
ebruik de laadkabel niet bij onweer.
-
P
laats geen zware voor werpen op de
laadkabel.
-
H
oud de laadkabel tijdens het opladen uit
de buurt van warmtebronnen.
-
A
ls u de laadkabel niet gebruikt, berg hem
dan met de beschermkap op in een koele
en droge ruimte, buiten direct zonlicht.
-
G
ebruik de laadkabel niet in combinatie
met een verlengsnoer.Starten van het opladen
3. Steek het laadpistool (2) in de
laadaansluiting tot hij met een klik is
vergrendeld. Het controlelampje van de
knop voor het onderbreken van het laden (1)
gaat knipperen.
1.
S
luit de stekker (1)
aan op een
230V-stopcontact (16 A) dat geschikt is voor
een constante stroomsterkte van 10 A. Alle
leds van de bedieningsmodule branden
gedurende 0,5 s, waarna het controlelampje
POWER permanent blijft branden. 2.
O
pen de klep van de laadaansluiting op de
auto (achterscherm rechts). Controleer of de
stekkeraansluitingen en de laadaansluiting
goed schoon zijn.
Leer uw E-MEHARI kennen
33
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed03-2016
Starten/afzetten
Controleer voordat u gaat rijden of de
gewenste rijrichting is geselecteerd met
de selectieschakelaars.
De ingeschakelde rijrichting
wordt aangegeven door de groen
verlichte ring van de desbetreffende
selectieschakelaar.
Het contactslot (1) bevindt zich rechts aan de
stuurkolom.Contactslot
(1) Stand STOP: het contact van uw E-MEHARI
is afgezet.
(2) Stand MAR: de voeding van de 12V-accu is
ingeschakeld zodat de accessoires kunnen
worden gebruikt.
(3) Stand AV V: starten van de elektromotor.
2
Het rijden
75
e-mehari_nl_Chap07_index-alpha_ed03-2016
Niveaus .........................................................57Parkeerlichten
................................................
20
P
edalen bediening .........................................
11
Persoonlijke sleutelhanger RFID ....................
8
Pictogrammen ...............................................
35
Plafonnier
.......................................................
47
Portieren
........................................................
10
Portierruiten voor
...........................................
55
Prestaties ......................................................
72
Radio
..............................................................67
Remmen
........................................................73
Remvloeistof
.................................................57
Reservewiel
...................................................61
Richtingaanwijzers
...................................20, 22
Rijden
...............
..............................................41
Ruitensproeier
...............................................25
R
uitensproeiervloeistof
.................................57
R
uitenwissers
.................................................25
O
nderhoud
.................................................... 59
O
nderhoud interieurbekleding ......................60
Onderhoud mechanische componenten
......56
Ontwerp ........................................................... 4
Openen
...............
............................................ 8
O
P
N
R
Meters: snelheid - klok - temperatuur ............35
M eters: verbruik - opladen - laadtoestand ...35
Mistachterlicht
.......................................... 20, 21
Motorgegevens
............................................. 69
M
otorkap
........................................................ 56
Motorruimte
...............................
....................56
M
Selectiehendel ............................................... 39
Spiegels ........................................................ 19
Starten ........................................................... 33
Starten - stoppen van de auto
......................33
S
tarten van de motor .................................... 33
Stroomonderbreking bij een aanrijding
........26
Stuurbekrachtiging
......................................... 18
Stuurwiel
........................................................ 18
S
Tijd instellen ................................................... 35
USB-aansluiting
............................................. 48
T
U
.
Trefwoordenregister