5
DS4_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Interieur
Voorzieningen bagageruimte 122-124
- hoedenplank
-
haken
-
12V-aansluiting
-
zaklamp
-
sjorogen
Achterzitplaatsen
98-99
Voorzieningen achterin
1
21
-
12V-aansluiting
-
mi
ddenarmsteun achter
-
skiluik
Kinderzitjes
166-179
ISOFIX-bevestigingen
1
75-179Voorstoelen
92-97
Veiligheidsgordels
1
57-160
Airbags
161-165
Dashboardkastje
1
12
Frontairbag passagier uitschakelen
16
3, 168 -170
Vo o r z i e n i n g e n v o o r i n
11
2 -113 , 115 -12 0
-
J
ack-aansluiting / USB-poort
-
12V-aansluiting
-
mi
ddenarmsteun voor
-
230V/50Hz-stopcontact
-
matten
-
opbergladesPanoramische voorruit
1
14
-
zonneschermen
-
zonneklep
Overzicht
8
DS4_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Urgence-oproep 150-153
Assistanc e - oproep 150 -153Brandstoftankklep openen 2
27-230
ESP-/ASR-systeem 155 -156
Alarmknipperlichten
1
49
Centrale vergrendeling
7
8-79
Black panel (nachtstand)
4
6Lane Departure Warning
System
209
Interieurbeveiliging anti-inbraakalarm
83-86
Elektrische kinderbeveiliging
1
81
Aan de zijkant geplaatste rij
schakelaars
Centraal geplaatste rij
schakelaars
Cockpit
Parkeerhulp
221-222
Stop & Start-systeem 20 6-208
Dodehoekbewaking
2
10-212
Overzicht
18
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent, alleen
of in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding op het
display. Dit waarschuwingslampje brandt
bij een ernstige storing in het
remsysteem, de stuurbekrachtiging,
het motoroliecircuit of het koelcircuit.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil,
want de motor kan onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent.
De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
* Volgens land van verkoop. Gordel los*
permanent, daarna
knipperend,
vergezeld van een
geluidssignaal. De bestuurder of de passagier voorin
heeft zijn gordel niet vastgemaakt
Rol de gordel uit en steek de gesp in de gordelsluiting.
Dit lampje is een aanvulling op de informatie die door
de waarschuwingslampjes in de dakconsole wordt
gegeven.
Minstens één achterpassagier heeft
zijn gordel niet vastgemaakt.
01
Instrumentenpaneel
22
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)knippert.
Het systeem is bezig in te grijpen. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een
betere koersstabiliteit.
permanent, in combinatie
met het verklikkerlampje
van de uitschakeltoets,
een geluidssignaal en een
melding.Storing in het ESP-/ASR-systeem of
de Hill Start Assist.Laat dit nakijken door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Laag
brandstofniveau
permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 6 liter brandstof in de
tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding zolang er niet
voldoende brandstof getankt is.
Dit geluidssignaal en deze melding worden steeds
vaker herhaald naarmate het niveau "0"
dichter wordt
genaderd.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter
.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
01
Instrumentenpaneel
37
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradiusindicatoren AdBlue®
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Actieradius groter dan 2400 km
A ls het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Druk bij het instrumentenpaneel
type 2
op deze knop om de
actieradius tijdelijk weer te geven.
Bij een actieradius van meer dan 5000
km is de
waarde minder nauwkeurig.
Instrumentenpaneel type 1
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding
"NO START IN" en een afstand die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief voordat
het starten van de motor wordt geblokkeerd -
(bijv.: "NO START IN 1500 km" betekent dat
na 1500 km het starten van de motor wordt
geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt deze melding elke
300
km weergegeven zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Het reservoir is bijna leeg; vul het zo snel
mogelijk bij.
Vul niet meer dan 10 liter AdBlue bij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® en het SCR-
systeem, en met name over het bijvullen.
01
Instrumentenpaneel
48
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als de radio is ingeschakeld, kunt u via
dit menu de functies van de radio (RDS,
Volgsysteem digitale zender, FM, RadioText
(TXT)) in- of uitschakelen en kunt u kiezen
op welke manier de media moet worden
afgespeeld (Normaal,Willekeurig, Willekeurig
alle media, Herhalen).
Raadpleeg voor meer informatie over het
menu "Multimedia" de rubriek Audio en
datacommunicatie.
Menu "Multimedia" Menu "Boordcomputer"
Via dit menu kunt u informatie over het
functioneren van de auto raadplegen.
Logboek waarschuwingsmeldingen
Deze functie herhaalt de status- en
waarschuwingsmeldingen van de functies (aan,
uit of defect) door ze achtereenvolgens op het
multifunctionele display te laten verschijnen.
F
D
ruk op de toets "MENU" om het
algemene menu weer te geven.
F
D
ruk op de dubbele pijlen en vervolgens
op de toets "OK" om het menu
Boordcomputer te selecteren.
F
S
electeer in het menu "Boordcomputer"
de functie "Logboek waarschuw." en
bevestig uw keuze.
Menu "Telefoon"
Als de radio is ingeschakeld en dit menu is
geselecteerd, kunt u de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg, voor meer informatie over
het menu "Telefoon" de rubriek Audio en
datacommunicatie .
Menu "Bluetooth-
verbinding"
Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit
menu een Bluetooth-apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree, audiobestanden
l eze n).
Zie voor meer informatie over het menu
"Bluetooth-verbinding" de rubriek Audio en
datacommunicatie.
01
Instrumentenpaneel
150
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer dan
2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene LED-
lampje en een gesproken bericht
bevestigen dat de oproep naar de
helpdesk van "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Oproep naar Urgence met lokalisering
lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt in
uw landstaal** contact met u op en roept
indien nodig de hulp in van de bevoegde
hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. *
A
fhankelijk van de algemene
gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Indien u gebruikmaakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u over aanvullende diensten
via uw persoonlijke pagina op de
internetsite voor uw land.
Noodoproep of Pechhulp
** Afhankelijk van de geografische dekking van
"Oproep naar Urgence met lokalisering", "Oproep
naar Assistance met lokalisering" en van de officiële
landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar is
en de lijst van beschikbare telematicadiensten kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op de internetsite voor
uw land bekijken.
Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Ty p e 1
05
Veiligheid
151
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Pechhulp met lokalisatiefunctie
Wanneer u uw auto buiten het netwerk
van het Merk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze
diensten bij het netwerk te laten
controleren en eventueel configureren.
In een meertalig land kunt u het
systeem laten configureren in de
officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het
verbeteren van de telematicadiensten
aan de klant, behoudt de fabrikant zich
het recht voor om op elk willekeurig
moment het telematicasysteem in de
auto te wijzigen.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken
bericht.
Bij een storing in het systeem kan er
wel met de auto worden gereden.Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het
contact gaat het groene lampje
3 seconden branden. Dit duidt
op een goede werking van het
systeem.
Het knipperen en vervolgens
doven van het oranje lampje duidt
op een storing in het systeem.
Als het oranje lampje blijft branden, moet de
noodbatterij worden vervangen.
In beide gevallen kan er mogelijk geen
noodoproep of pechhulpoproep worden
verstuurd.
Raadpleeg zo snel mogelijk een erkend
reparateur. Druk langer dan 2 seconden op
deze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.
Een gesproken bericht bevestigt
dat de oproep is verstuurd**.
**
Afhankelijk van de geografische dekking van "Oproep
naar Urgence met lokalisering" en "Oproep naar
Assistance met lokalisering" en van de officiële
landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar is
en de lijst van beschikbare telematicadiensten kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op de internetsite voor
uw land bekijken.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Noodoproep
met lokalisatiefunctie" en "Pechhulp met
lokalisatiefunctie" te drukken en vervolgens op
"Pechhulp met lokalisatiefunctie" te drukken om
te bevestigen.
Druk om de geolokalisatie weer in te
schakelen nogmaals gelijktijdig op de toetsen
"Noodoproep met lokalisatiefunctie" en
"Pechhulp met lokalisatiefunctie" en vervolgens
op "Pechhulp met lokalisatiefunctie" om te
bevestigen.
05
Veiligheid