20
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Remsysteempermanent, in
combinatie met het
STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te laag.
Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Vul het niveau bij met de door CITROËN
voorgeschreven remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met
het storingslampje
van de elektrische
parkeerrem, indien
deze is vrijgezet.Er is een storing in het remcircuit.
Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
STOP-LAMPJE en het
ABS-lampje.Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (EBD).
Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Storing
elektrische
parkeerrem permanent.
Storing in de elektrische parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem .
01
Instrumentenpaneel
22
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)knippert.
Het systeem is bezig in te grijpen. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een
betere koersstabiliteit.
permanent, in combinatie
met het verklikkerlampje
van de uitschakeltoets,
een geluidssignaal en een
melding.Storing in het ESP-/ASR-systeem of
de Hill Start Assist.Laat dit nakijken door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Laag
brandstofniveau
permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 6 liter brandstof in de
tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding zolang er niet
voldoende brandstof getankt is.
Dit geluidssignaal en deze melding worden steeds
vaker herhaald naarmate het niveau "0"
dichter wordt
genaderd.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter
.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
01
Instrumentenpaneel
53
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Menu "Rijden"
De te configureren functies zijn in de volgende tabel weergegeven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de desbetreffende functie.To e t s Desbetreffende functie Aanwijzingen
Inst. snelheden Opslaan van de snelheden voor de snelheidsbegrenzer en de snelheidsregelaar.
Configuratie auto Toegang tot de te configureren functies. De functies zijn verdeeld over drie tabbladen:
-
"[Rijhulpsysteem ]"
-
"
[Elektrische parkeerrem]": inschakelen/uitschakelen van de automatische werking van
de elektrische parkeerrem,
-
"
[Automatisch inschakelen achterruitenwisser bij inschakelen achteruitversnelling]":
inschakelen/uitschakelen van het automatisch inschakelen van de achterruitenwisser bij
het inschakelen van de achteruitversnelling,
-
"[Verlichting ]"
-
"
[Follow me home-verlichting]": inschakelen/uitschakelen van de automatische follow
me home-verlichting,
-
"
[Instapverlichting]": inschakelen/uitschakelen van de instapverlichting,
-
"
[Adaptieve verlichting]": inschakelen/uitschakelen van de meesturende verlichting of de
statische bochtverlichting,
-
"[Toegang auto ]"
-
"
[Indrukken afstandsbediening bestuurder]": inschakelen/uitschakelen van de selectieve
ontgrendeling van het bestuurdersportier,
-
"
Ontgrendelen achterklep": inschakelen/uitschakelen van de selectieve ontgrendeling
van de achterklep.
Selecteer of deselecteer de tabs onder aan het scherm om de gewenste functies weer te geven.
01
Instrumentenpaneel
154
Hulpsystemen bij het remmen
Uw auto is voorzien van drie systemen die u
helpen om de auto in een noodsituatie veilig tot
stilstand te brengen:
-
h
et antiblokkeersysteem (ABS),
-
de
elektronische remdrukregelaar (EBD),
-
B
rake Assist System (BAS).Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remdrukregelaar
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw
auto, vooral op een slecht of glad wegdek.
Inschakelen
Het antiblokkeersysteem treedt automatisch
in werking zodra een van de wielen dreigt te
blokkeren.
Als het antiblokkeersysteem ingrijpt, is dat
merkbaar aan het trillen van het rempedaal;
dit is de normale werking. Trap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het niet
los.
Storing
Als dit waarschuwingslampje gaat
branden in combinatie met de
controlelampjes STOP en ABS , een
Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat er
wielen worden gemonteerd die aan
de voorschriften van de constructeur
voldoen.
Als dit waarschuwingslampje gaat branden
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display, duidt dit op een
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
storing in het antiblokkeersysteem. Door deze storing
zou u tijdens het remmen de controle over uw auto
kunnen verliezen.
geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit
op een storing in de elektronische remdrukregelaar.
Door deze storing zou u tijdens het remmen de
controle over uw auto kunnen verliezen.
Stop op een veilige plaats.
05
Veiligheid
234
Vóór het gebruik
Verzeker u ervan dat de kogel correct gemonteerd is. Doe dit door het volgende te controleren:
- d e kogel is correct vergrendeld (stand A ),
-
he
t veiligheidsslot is afgesloten en de sleutel is verwijderd; de hendel kan niet meer
worden bediend,
-
d
e kogel mag absoluut niet in de steun kunnen bewegen: duw en trek eraan om dit te
controleren.
Tijdens het gebruik
Ontgrendel nooit het systeem terwijl een aanhanger is aangekoppeld of een bagageplateau
op de kogel is gemonteerd.
Overschrijd nooit het maximaal toelaatbare treingewicht van de auto.
Controleer voordat u gaat rijden de afstelling van de koplampen.
Raadpleeg voor meer informatie over de afstelling van de koplampen de desbetreffende
rubriek.
Na het gebruik
Als gereden wordt zonder aanhanger of bagageplateau, moet de trekhaakaansluiting
zijn weggeklapt, moet de kogel zijn ver wijderd en moet de afdekkap op de steun zijn
aangebracht. Dit is met name van belang als de kogel het zicht op de kentekenplaat of de
verlichting van de auto belemmert.
Monteren van de kogel
Verwijder de afdekkap van de
bevestigingssteun en controleer of het
bevestigingssysteem in goede staat is. Reinig
indien nodig de steun met een borstel of een
schone doek.
Haal de kogel uit de opbergtas.
Ver wijder de beschermkap van de kogel en de
beschermdop van de hendel.
Berg de afdekkap, de beschermkap en de
beschermdop op in de opbergtas.
Controleer of de kogel correct is ontgrendeld
(stand B ). Zo niet, steek de sleutel dan in het
slot en draai hem linksom om het mechanisme
te ontgrendelen.
07
Praktische informatie
406
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
A
Aanhanger............................................. 185, 238
Aanhangergewichten ............................ 3
03, 305
Aansluiten MirrorLink
............................ 35
4, 356
Aansluiting 12V
.............................. 1
12, 121, 12 2
Aansteker
...................................................... 11
2
ABS met elektronische remdrukregelaar
..... 15
4
Accessoires ........................................... 148, 191
Accessoirestand
........................................... 19
1
Accu
.............................................. 250, 292-295
Accu laden
.................................................... 294
Achterbank
...................................................... 98
Achterportieren
............................................. 181
Achterruitverwarming
...........................1 0 0 , 111
Achteruitrijcamera
......................................... 223
Achteruitrijlicht
.............................................. 285
Actieradius AdBlue
................................... 3 7, 3 9
Actieradius AdBlue
® ........................................ 37
Ad
Blue® ..................................... 2 4, 37, 253, 254
Afmetingen .................................................... 3
07
Afstandsbediening
.................. 64, 65, 70 -73, 77
Afstandsbediening, batterij
.................. 6
9, 75 -77
Afstandsbediening, batterij vervangen
...............................
..........69, 75, 76
Afstandsbediening synchroniseren
....69, 75, 76
Afzetten van de motor
................................... 18
6
Airbags
.................................................... 23, 161
Airbags vóór
...............................
...........162, 165
Airconditioning
...............................
.................10
Airconditioning, automatische
..............103, 10 6
Airconditioning (handbediend)
.............103, 104
Alarmknipperlichten
...................................... 149
Alarmsysteem
................................................. 83
Algemeen menu
...............................
.............380
Allesdragers
.................................................. 240
Allesdragers monteren
................................. 240
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 15
4
Antislipregeling
............................................. 155
Apple
®-speler ................................................ 345Armleuning achter
.........................................
12
1
Armleuning vóór
...............................
......
11 6 , 117
Audio-aansluitingen
......................
113, 387, 388
Audiokabel
....................................................
342
Automatische ruitenwissers
...................
137, 13 8
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
....................................
149
Automatisch inschakelen verlichting
....
128, 132
Autoradio
.................................................
4 7, 3 7 7
AUX-aansluiting
....................................
342, 388
Aux-aansluitingen
...............................
..........
113
Aux-ingang
...............................
.............
342, 388
Bagageruimte
..................................................
81
Bagageruimte, indeling
.................................
12 2
Bagageruimte ontgrendelen
...........................
64
Bagageruimte openen
..............................
70, 81
Bagageruimteverlichting
.......................
123, 14 4
Banden
....................................................
10, 308
Banden, noodreparatie
......................... 2
60, 267
Bandenreparatieset
......................................
260
Bandenspanning
.....................................
10, 308
Bandenspanning, detectie
............................ 20
4
Bandenspanningscontrole (met set)
...............
...............................
260, 267
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 20
4
Bandreparatieset
..................................
260, 267
Bekerhouder
.................................................
115
Beladen
...................................................
10, 240
Benzinemotor
................................
230, 243, 303
Bestuurdersplaats (instellingen)
.....................
97
Binnenspiegel ............................................... 10 2
Black panel ...................................................... 46BlueHDi
.............................................
37, 43, 253
Bluetooth (handsfree set)
............ 3
64, 365, 390
Bluetooth (telefoon)
...............................
364, 365
Bluetooth-verbinding
.............................
364, 365
Bochtverlichting
............................ 13
4, 13 5, 28 0
Bochtverlichting, statisch
.............................. 13
6
Boordcomputer
...................................
56, 58-60
Brake Assist System (BAS) ..................
15 4, 155
Brandstof
.................................................
10, 230
Brandstofaddititiefniveau
..............................
249
Brandstofniveau
............................................
227
Brandstofniveaumeter
................................... 2
27
Brandstofsysteem ontluchten
.......................
298
Brandstoftank
........................................
227, 229
Brandstof tanken
...........................
227, 229, 230
Brandstoftank (inhoud)
.................................
227
Brandstoftankklep
.................................
227, 229
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................
298
Brandstofverbruik
...........................................
10
Buitenspiegels ............................... 10 0, 101, 210
B
C
CarPlay verbinding ....................................... 359
CD ......................................................... 342, 385
CD MP3
........................................ 342, 385, 386
CD-/MP3 -speler
..........................342, 385, 386
Centrale vergrendeling
.................65, 71, 72, 78
CHECK
................
...................................... 15, 43
CITROËN Noodoproep gelocaliseerd ...150, 152
Claxon
........................................................... 149
Configuratie van de auto
.................... 16, 47, 53
Contact
.................................................. 188, 191
Contact aangezet
.......................................... 191
Controlelampjes
...............................
............... 17