DS3_nl_Chap00a_sommaire_ed02-2015
VEILIGHEIDPRAKTISCHE
INFORMATIE
VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN
172
Kinderzitjes
175
U
itschakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde
182
I
SOFIX-kinderzitjes
14 8
Richtingaanwijzers
14 8
Alarmknipperlichten
14 9
C
laxon
14 9
N
oodoproep of Pechhulp
15 0
Bandenspanningscontrolesysteem
15 4 Hulpsystemen bij het remmen
155
Stabiliteitscontrolesystemen
157
A
ctive City Brake
161
V
eiligheidsgordels
164
Airbags 188
Brandstoftank
190
T
ankbeveiliging (diesel)
191
B
randstoftank leeg (diesel)
192
Ad
ditief AdBlue
® en
SCR-systeem (BlueHDi-
dieselmotor)
199
Bandenreparatieset
204
W
iel verwisselen
2 11
S
neeuwkettingen
212
E
en lamp vervangen
220
Z
ekeringen vervangen
227
12
V- ac c u
231
Ec
o-modus
232
W
isserbladen vervangen
233
S
lepen van uw auto
235
T
rekken van een aanhanger
237
Onderhoudstips
239
Accessoires
13 4
Lichtschakelaar
137
A
utomatische verlichting
138
L
ED-dagrijverlichting
139 K
oplampen in hoogte
verstellen
14 0
Ruitenwisserschakelaar
14 4
Plafonnier
14 5
Sfeerverlichting
14 5
V
erlichting bagageruimte
008
006 007ZICHT005
DS3_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed02-2015
Interieur
Sfeerverlichting
Het gedimde licht van de sfeerverlichting
verbetert bij weinig buitenlicht het zicht
in het interieur. De verlichting bestaat uit
verscheidene lampen die in de voetenruimte en
in het onderste opbergvak van het dashboard
zijn aangebracht.
Schakelindicator
Afhankelijk van de rijomstandigheden en
uw rijstijl kan dit systeem u adviseren op
te schakelen om het brandstofverbruik te
verminderen.
Parfumeur
De in het ventilatiesysteem opgenomen
par fumeur zorgt voor de verspreiding van een
aangename geur (naar keuze) in het gehele
i n t e r i e u r.Automatische airconditioning
Deze functie maakt het mogelijk de
airconditioning op een bepaald comfortniveau
in te stellen. Aan de hand van deze instelling
en de weersomstandigheden wordt de
airconditioning vervolgens automatisch
geregeld.
145 11 9 90
86
3 41 273
Audio- en
communicatiesystemen
Deze systemen zijn voorzien van de
nieuwste technologie: Autoradio met MP3-
afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting,
Bluetooth handsfree kit, touchscreen, AUX-
aansluitingen, hifi-audiosysteem.
Touchscreen
Autoradio
15
DS3_nl_Chap00c_eco-conduite_ed02-2015
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een
dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter,
luchtfilter en interieurfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het
aan uw situatie aangepaste onderhoudsschema van de fabrikant.
Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor: bij een storing in het
SCR-systeem stoot de auto schadelijke stoffen uit. Ga zo spoedig
mogelijk naar het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om de uitstoot van stikstofoxiden terug te brengen tot onder de
wettelijke normen.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo
voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000
km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
Eco-rijden
33
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Additief AdBlue
®
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600
en
2400 km. Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen: neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
+ knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 0
en
600
km. Laat het AdBlue
®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om storingen te voorkomen : neem contact op
met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
u het
AdBlue®-reservoir (laten) bijvullen: neem contact op
met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
U moet het additiefreservoir bijvullen met minimaal
3,8
liter AdBlue
®.
Raadpleeg voor het bijvullen of voor meer informatie over het additief AdBlue
® de desbetreffende rubriek.
Controle tijdens het rijden
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Controlelampjebrandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)permanent zodra het contact is
aangezet, in combinatie met het
branden van het verklikkerlampje
SERVICE en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de
uitstoot van uitlaatgassen weer aan de normen
voldoet.
knippert zodra het contact is
aangezet, in combinatie met het
branden van het verklikkerlampje
SERVICE en het
verklikkerlampje zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een
melding met betrekking tot de
actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100
km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
storingen te voorkomen
.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een melding. U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.
Neem verplicht
contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om de motor weer te kunnen
starten.
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5
seconden het volgende
aan :
5
seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft de
kilometerstand aan.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor heeft de mate van
vervuiling van de motorolie ook invloed
op de berekening (volgens land van
bestemming).
Deze termijn wordt berekend op basis van
de laatste reset van de onderhoudsindicator
en is afhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000
km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
37
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden. 5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5
seconden de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300
km
overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan: Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor wordt deze waarschuwing,
zodra het contact is aangezet,
gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service.
Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, afhankelijk van de
kwaliteit van de motorolie (volgens land
van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Controle tijdens het rijden
191
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Brandstoftank leeg (diesel)Als een auto met een HDi-motor is stilgevallen door een lege brandstoftank, moet het brandstofsysteem ontlucht worden.
Het ontluchtingssysteem bestaat uit een handopvoerpomp en een transparante slang onder de motorkap.
F
V
ul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
O
pen de motorkap.
F
V
er wijder de afdekkap van de motor voor
toegang tot de opvoerpomp (afhankelijk
van de uitvoering).
F
B
edien de handopvoerpomp tot deze
zwaarder gaat (de eerste keer kan
zwaar gaan) en u de brandstof door
de transparante slang met de groene
aansluiting ziet stromen.
F
S
tart de motor tot deze aanslaat.
F
B
reng de afdekkap van de motor aan
(afhankelijk van de uitvoering).
F
S
luit de motorkap.
BlueHDi-motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10
keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig
dan uw startpogingen.
Bedien de opvoerpomp nogmaals en probeer
de motor vervolgens opnieuw te starten.
Praktische informatie