TIPS, BEDIENING EN
ALGEMENE
INFORMATIE
VERKEERSVEILIGHEID
221) 222)
Zorg ervoor dat u weet hoe de
verschillende systeemfuncties gebruikt
moeten worden voordat u gaat rijden.
Lees de gebruiksaanwijzingen van het
systeem zorgvuldig door voordat u gaat
rijden.
ONTVANGSTOM
STANDIGHEDEN
Tijdens het rijden veranderen de
ontvangstomstandigheden
voortdurend.
De ontvangst kan gestoord worden
door de aanwezigheid van bergen,
gebouwen of bruggen, vooral wanneer
u ver verwijderd bent van de zender.
BELANGRIJK Het volume kan
toenemen wanneer verkeersinformatie
of nieuws wordt ontvangen.ONDERHOUD EN ZORG
57) 58)
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat het
systeem optimaal blijft werken:
het glas van het display mag niet in
contact komen met scherpe of harde
voorwerpen die het oppervlak ervan
kunnen beschadigen; gebruik een
zachte, droge anti-statische doek om
het schoon te maken en oefen hierbij
geen druk uit;
gebruik nooit alcohol, benzine en
afgeleide producten om het glas van
het display te reinigen;
voorkom dat vloeistoffen in het
systeem komen: dit kan het systeem op
onherstelbare wijze beschadigen.
BELANGRIJKE
INFORMATIE
Kijk alleen naar het scherm wanneer dit
nodig en veilig is. Als u langere tijd naar
het scherm moet kijken, ga dan de weg
af en parkeer op een veilige plek, zodat
u niet tijdens het rijden wordt afgeleid.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem in geval van een storing.
Anders kan het systeem beschadigd
raken.
Neem zo snel mogelijk contact op met
het Servicenetwerk om het systeem te
laten repareren.
BELANGRIJK
221)Volg de onderstaande
veiligheidsvoorschriften, want anders
kunnen de inzittenden ernstig gewond
raken of kan het systeem beschadigd
raken.
222)Als het volume te hoog staat, kan dat
gevaarlijk zijn. Stel het volume zo af dat
omgevingsgeluiden (bijv. claxons,
ambulances, politievoertuigen enz.) nog
hoorbaar zijn.
BELANGRIJK
57)Maak het glas van het voorpaneel en
display alleen schoon met een zachte,
schone, droge, anti-statische doek.
Reinigings- en polijstmiddelen kunnen het
oppervlak beschadigen. Gebruik nooit
alcohol, benzine en afgeleide producten.
58)Gebruik het display niet als basis voor
steunen met zuignappen of kleefmiddelen
voor externe navigatiesystemen,
smartphones of dergelijke apparaten.
202
MULTIMEDIA
Bluetooth® HANDSFREE
Koppelen van het apparaat
Om
Bluetooth®-audio en de
handsfree te kunnen gebruiken moet de
Bluetooth®-apparatuur aan de hand
van de volgende procedure met het
systeem gekoppeld worden. In totaal
kunnen zeven apparaten, inclusief
Bluetooth®-audio-apparaten en
handsfree mobiele telefoons worden
gekoppeld.
OPMERKING Het is mogelijk dat het
Bluetooth®-systeem 1 of 2 minuten
lang niet werkt nadat het contact naar
ACC of ON is gedraaid. Dit duidt echter
niet op een probleem. Als het
Bluetooth®-systeem niet automatisch
ingeschakeld wordt nadat 1 of
2 minuten verstreken zijn, verzeker u
ervan dat de
Bluetooth®-instelling op
het apparaat in orde is en probeer het
Bluetooth®-apparaat weer vanaf het
voertuig aan te sluiten.Koppelcode instellen
De 4-cijferige koppelcode voor de
registratie van uw mobiele telefoon
(koppelen) kan vooraf worden ingesteld.
De originele instelling is "0000".
Ga als volgt te werk:
1: druk kort op de antwoord- of
spreekknop;
2Zeg: [Pieptoon] "Setup [set-up]"
3Prompt: "Select one of the
following [selecteer één van de
volgende opties]: airing options,
confirmation prompts, language,
passcode, select phone or select music
player [koppelopties,
bevestigingsprompts, taal,
wachtwoord, selecteer telefoon of
selecteer muziekspeler]."
4Zeg: [Pieptoon] "Pairing options
[koppelopties]"
5Prompt: "Select one of the
following [selecteer één van de
volgende opties]: Pair, Edit, Delete, List,
or Set Pairing Code [koppelen,
bewerken, wissen, lijst of koppelcode
instellen]."
6Zeg: [Pieptoon] "Set pairing code
[stel koppelcode in]"
7Prompt: "Your current pairing code
is XXXX [uw huidige koppelcode is
XXXX]. Do you want to change it to a
different pairing code [wilt u dit in een
andere koppelcode wijzigen]?"
8Zeg: [Pieptoon] "Yes [ja]"
9Prompt: “Please say a 4-digit
pairing code [zeg a.u.b. een 4-cijferige
koppelcode]."
10Zeg: [Pieptoon] "YYYY"
11Prompt: "YYYY is this correct?”
[YYYY is dit juist?]
12Zeg: [Pieptoon] "Yes [ja]" of "No
[nee]". Indien "Yes [ja]" ga door naar de
volgende stap. Indien "No [nee]" keert
de procedure terug naar stap 9
13Prompt: "Your new pairing code
is YYYY [uw nieuwe koppelcode is
XXXX]. Use this pairing code when
pairing devices to the Hands free
system [gebruik deze koppelcode
wanneer u apparaten met het
handsfree-systeem koppelt]. Do you
want to pair a device now [wilt u nu een
apparaat koppelen?]"
14Zeg: [Pieptoon] "Yes [ja]" of "No
[nee]". Indien "Yes [ja]" zal het systeem
naar de apparaten registratiemodus
overschakelen. Indien "No [nee]" keert
de procedure terug naar stand-by.
207
Koppelen van het apparaat
Ga als volgt te werk:
1schakel deBluetooth®-applicatie
van het apparaat in;
2druk kort op de antwoord- of
spreekknop;
3Zeg: [Pieptoon] "Setup [set-up]"
4Prompt: "Select one of the
following [selecteer één van de
volgende opties]: airing options,
confirmation prompts, language,
passcode, select phone or select music
player [koppelopties,
bevestigingsprompts, taal,
wachtwoord, selecteer telefoon of
selecteer muziekspeler]."
5Zeg: [Pieptoon] "Pairing options
[koppelopties]"
6Prompt: "Select one of the
following [selecteer één van de
volgende opties]: Pair, Edit, Delete, List,
or Set Pairing Code [koppelen,
bewerken, wissen, lijst of koppelcode
instellen]."
7Zeg: [Pieptoon] "Pair [koppelen]"
8Prompt: "Start the pairing process
on your
Bluetooth®device [start het
koppelproces op uw Bluetooth-
apparaat]. Your pairing code is 0000
(XXXX) [uw koppelcode is 0000 (XXXX)].
Input this on your
Bluetooth®device
when prompted on the device [voer
deze code op uw Bluetooth-apparaat in
wanneer daarom wordt gevraagd]. See
device manual for instructions[raadpleeg het handboek voor
aanwijzingen]."
9zoek met uw apparaat naar het
Bluetooth®-apparaat (randapparaat)selecteer "124 Spider" in de lijst met
apparaten die door uw apparaat
gevonden zijn en voer de 4-cijferige
koppelcode op het apparaat in;
10Prompt: "Please say the name of
the device after the beep [zeg a.u.b. de
naam van het apparaat na de
pieptoon]."
11Zeg: [Pieptoon] "XXXX---”(zeg
een "apparaatnaam", d.w.z. een
arbitraire naam van het apparaat).
Bijvoorbeeld: "Apparaat van Stan."
12Prompt: “XXXXXX---(Bijv.
"Stan's device [apparaat van Stan]")
(apparaatnaam). Is this correct?” [Is dit
juist?]
13Zeg: [Pieptoon] "Yes [ja]"
14Prompt: "Pairing complete
[koppelen voltooid]"Het systeem herkent het apparaat
automatisch nadat een apparaat
geregistreerd is.
OPMERKING Zeg binnen 10 seconden
een "apparaatnaam". Als meer dan
twee apparaten gekoppeld zullen
worden, kunnen ze niet met dezelfde of
een soortgelijke "apparaatnaam"
worden gekoppeld.
208
MULTIMEDIA