u kunt de radiofrequentie met de
hand wijzigen. Draai aan de
bedieningsknop, schuif over het
scherm of raak de radiofrequentie
aan. Wijzig de radiofrequentie stap
voor stap door op
ofte
drukken. De radiofrequentie wijzigt
continu als lang op
of
gedrukt wordt. De
radiofrequentie wijzigt niet langer
als u uw hand van de icoon of de
bedieningsknop haalt.
schakelt de TA-modus in en uit.
/Automatische keuze
radiozender. De
radiofrequentie wijzigt
continu als er lang op
gedrukt wordt. De
radiofrequentie wijzigt niet
langer als u uw hand van de
icoon of de bedieningsknop
haalt.
Geeft het scherm met de
FM-instellingen (alleen FM) weer.
Aan/Uit, Alternatieve frequentie en
Region lock kunnen worden
ingesteld.
Geeft de geluidsinstellingen weer
zodat het kwaliteitsniveau van het
geluid kan worden ingesteld.
OPMERKING Wanneer de icoon
ofgeselecteerd wordt terwijl
FM geselecteerd is, wordt elk
programma geselecteerd.
Digital Audio Broadcasting (DAB)
Radio
(indien aanwezig)
Selecteer de icoon
op het
startscherm om het scherm
"Entertainment" weer te geven.
SelecteerDAB, de volgende
pictogrammen worden onderaan op het
scherm weergegeven:
Geeft het menu “Entertainment”
weer. Wordt gebruikt om naar
een andere audiobron over te
schakelen.
Geeft de zenderlijst weer
(ensemble en zender). Selecteer
“Updatelijst” om de zenderlijst bij
te werken. Selecteer “Selecteer
Ensemble” om het ensemble te
selecteren dat u wilt weergeven.
Geeft de lijst favorieten weer.
Druk op dit pictogram en houd
het ingedrukt om de huidige
afgestemde zender in de lijst
favorieten op te slaan.
Zoekt uw gewenste zender in de
zenderlijst. Stemt 10 seconden
lang op iedere zender in de
zenderlijst af. Selecteer deze
optie nog een keer als op uw
gewenste zender is afgestemd.
Als de zenderlijst niet
beschikbaar is, wordt er
overgeschakeld naar het
updatescherm van de zenderlijst.
Voer een update van de
zenderlijst uit.
Schakelt de TA-modus in en uit.
/Keert terug naar het vorige
station/gaat door naar het
volgende station. Druk op
dit pictogram en houd deze
ingedrukt om terug te keren
naar de bovenste zender in
het vorige/volgende
ensemble.
Geeft het instellingenscherm van
DAB-radio weer.
Geeft de geluidsinstellingen weer
zodat het kwaliteitsniveau van het
geluid kan worden ingesteld.
212
MULTIMEDIA
INSTELLINGEN
OPMERKING: Afhankelijk van de
kwaliteit en specificatie, kan het
schermdisplay afwijken.
Selecteer de icoon
op het
startscherm om het scherm
"Instellingen" weer te geven. Gebruik
het tabblad en selecteer de instelling
van het onderdeel dat u wilt wijzigen.
U kunt de instellingen in het
configuratiescherm als volgt
aanpassen:
"Display": raadpleeg de paragraaf
"Volume/Display/Geluidsknoppen" in de
bijlage Radio 7;
"Sound": raadpleeg de paragraaf
"Volume/Display/Geluidsknoppen" in de
bijlage Radio 7;
"Klok": "Tijd aanpassen", "GPS
Sync", "Tijdformat", "Tijd zone
geselecteerd", "Zomertijd";
“Voertuig”: Regensensor
ruitenwisser/Deurvergrendeling/Andere;
“Apparat.”: selecteerBluetooth®
of "Network Management";
“Systeem”: "Tooltips", "Taal",
"Temperatuur", "Afstand",
"Muziekdatabase updaten",
"Fabrieksreset", "Systeem informatie
(overeenkomsten en rechten)",
"Systeem informatie (Versie-informatie)"
AUX / USB / iPod
Door een in de handel verkrijgbare
draagbaar audioapparaat op de
AUX-aansluiting aan te sluiten kan de
audio via de luidsprekers van het
voertuig worden weergegeven.
Daarvoor is een in de handel
verkrijgbare stereo minikabel zonder
impedantie (3,5 Ø) nodig.
Bovendien kan het audiosysteem van
het voertuig audio weergeven door een
iPod of USB-apparaat op de
USB-poort fig. 165 (1= USB-poorten/
2= hulpaansluiting) aan te sluiten.
Aansluiten op de USB-poort /
AUX-aansluiting
Een apparaat aansluiten: verwijder
het klepje als de AUX-aansluiting of de
USB-poort door een klepje wordt
afgesloten. Sluit de connector van het
apparaat aan op de USB-poort.Aansluiten met een
verbindingskabel: verwijder het klepje
als de AUX-aansluiting of de USB-poort
door een klepje wordt afgesloten. Sluit
de stekker van het apparaat/de
verbindingskabel aan op de
AUX-aansluiting/USB-poort
De AUX-modus gebruiken
Selecteer de icoon
op het
startscherm om het scherm
"Entertainment" weer te geven. Schakel
over naar de AUX-modus doorAUXte
selecteren.
Gegevens die afgespeeld kunnen
worden: MP3/WMA/AAC/OGG-
bestand.
OPMERKING De AUX-modus wordt
niet ingeschakeld als geen apparaat op
de AUX-aansluiting is aangesloten.
OPMERKING Regel het geluidsvolume
op het draagbare audio-apparaat, met
de bedieningsschakelaar of met de
audioregelschakelaar. Het geluid kan
ook worden geregeld met behulp van
de volume-instelling van het
audio-apparaat.
OPMERKING Het is mogelijk dat u
geluid hoort wanneer de stekker uit de
AUX-aansluiting wordt gehaald terwijl
de AUX-modus is ingeschakeld.
OPMERKING Dit systeem ondersteunt
geen USB 3.0-apparaat. Afhankelijk van
16506020700-122-001
213
Kinderzitje voor verschillende
stoelstanden...............90
Kinderzitjes installeren..........94
Klimaatregeling...............32
Koplamp- en
ruitensproeiervloeistof (peil
controleren)..............176
Koplampen.................25
Koplampsproeiers.............31
Krachtbegrenzer (spansysteem)....85
Lak (beschermen)............182
Lampjes en berichten...........54
Mechanische
differentieelblokkering.........78
Mistachterlichten..............27
Mistvoorlichten...............26
Motor....................188
Motorkap..................42
Motorkoelvloeistof (peil
controleren)..............175
Motorolie (niveau controleren).....175
Motorruimte................174
Multimedia.................201
Navigatie.................215
Niveaus controleren...........174
Noodprocedure klepje openen. . . .130
Noodstop signaleringssysteem. . . .138
Onderhoud van het interieur.....184
Opslag van gereedschap.......155
Parkeerrem................115
Parkeersensorsysteem.........128
Parkeren..................114
Passagiersairbag.............100
Passagiersdetectiesysteem......105
Passive Entry................18
Periodieke controles
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........168
Portieren...................16
Posities versnellingspook.......118
Prestaties.................197
Procedure voor het opladen van
de accu.................179
Radio 3”.................203
Radio 7”..................209
Rem- / koppelingvloeistof (peil
controleren)..............176
Richtingaanwijzers............28
Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur..........200
Rijbaanwisselsignalen..........28
Rijselectie.................121
Ruitensproeier...............30
Ruitenwissers................29
Ruitenwissers/sproeier voorruit.....29
SBA-systeem
(Gordelwaarschuwing)........84
Schakelindicator..............53Slepen bij pech..............165
Slepen van het voertuig........163
Sleutels....................9
Sneeuwkettingen............180
Snelheidsbegrenzer...........125
Spiegels...................23
SPORT modus..............121
Standaard velgen en banden.....190
Standen startknop............11
Starten met een hulpaccu
(procedure)...............161
Starten met hulpaccu..........161
Startonderbrekingssysteem.......15
Stoelen....................20
Stoelen (handmatig verstelbaar)....20
Stoelen en stoffen bekleding
(reiniging)................184
Stopcontact................38
Stuurwiel...................23
Symbolen...................3
Tanken..................129
Tankprocedure..............130
TCS (Traction Control System,
tractieregelingssysteem).......71
Tips, bediening en algemene
informatie................202
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System, bewakingssysteem
bandenspanning)............75
Type kinderzitjes..............88
ALFABETISCH REGISTER