
116RadioLet op
Deze functie is tevens te aan te
passen via de multimediamenu's.
Druk op MENU en selecteer dan
Multimedia .
Verkeersberichten (TA)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS- zenders die verkeersinformatie
uitzenden. Als deze functie is geacti‐
veerd, worden alleen zenders
gezocht en afgespeeld die verkeers‐
berichten doorgeven.
De weergave van radio en media
wordt onderbroken voor de duur van
de verkeersberichten.
Druk op TA om de stand-byfunctie
voor verkeersberichten van het Info‐
tainmentsysteem te activeren of
deactiveren. Er verschijnt een bericht
dat uw actie bevestigt.
Als verkeersberichten zijn geacti‐
veerd, staat TA boven aan het
scherm. Als een zender geen
verkeersberichten doorgeeft, staat
TA doorgekruist.Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid
aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief rit - en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender op kan vangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager
gezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt
voortdurend naar de best te
ontvangen FM-zenders. Als TA
3 115 is geactiveerd, worden er
verkeersberichten doorgegeven
van de best doorkomende FM-
zender. Deactiveer TA, als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐ berichten moet worden onder‐
broken.

118USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............118
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 118Algemene aanwijzingen
In de middenconsole zit een USB-
poort voor het aansluiten van externe audiodatabronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Een USB-apparaat verbinden
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-apparaat of SD-kaart
(via USB-stekker/adapter) aanslui‐
ten. Een USB-hub wordt niet onder‐
steund. Gebruik indien nodig de daar‐
toe bestemde aansluitkabel.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem. In de lijst op onze
website kunt u controleren welke
modellen geschikt zijn.
Na het aansluiten op de USB-poort kunnen diverse functies van de
bovenstaande apparaten worden
bediend via de bedieningsorganen en menu's van het Infotainmentsysteem.Het Infotainmentsysteem creëert na
verbinding automatisch afspeellijs‐
ten.
Een USB-apparaat loskoppelen
Druk op SRCq om een andere audi‐
obron te selecteren en koppel daarna
het USB-opslagmedium los.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bestandsformaten
Het audiosysteem biedt ondersteu‐
ning voor verschillende audiobe‐
standsformaten.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
USB-muziekfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het Info‐ tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 118.

USB-poort119Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch over op de USB-muziek‐
modus.
Is het apparaat al verbonden, druk
dan herhaaldelijk op SRCq om over
te schakelen op de USB-muziekmo‐
dus.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
Functietoetsen
Volgende of vorige track afspelen
Druk op O om de volgende track af te
spelen.
Druk op N om de voorgaande track af
te spelen.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd N of O ingedrukt. Laat de toets
los om naar de normale afspeelmo‐
dus terug te keren.
Volgende of vorige map/artiest/
afspeellijst afspelen
Druk op P om de/het volgende map,
artiest, album of afspeellijst af te
spelen, afhankelijk van de tracklij‐
stopties.
Druk op Q om de/het vorige map,
artiest, album of afspeellijst af te
spelen, afhankelijk van de tracklij‐ stopties.
Menu Bladeren Via het menu Bladeren kunt u aan dehand van categorieën een track
zoeken.
Zoekfunctie
Druk op LIST om de zoeklijst weer te
geven. De tracks staan gesorteerd op
categorie: mappen, genres, artiesten
en afspeellijsten.
Selecteer de gewenste categorieën
en kies een track. Selecteer de track
om de weergave te starten.Tracklijst kiezen
Druk lang op LIST om een selectie‐
menu weer te geven. Blader door de
lijst en selecteer de gewenste tracklij‐
stoptie. Het menu Bladeren verandert overeenkomstig.
Let op
Afhankelijk van de metagegevens
op het apparaat zijn mogelijk niet
alle tracklijstopties beschikbaar.
Let op
Deze functie is tevens te aan te
passen via de multimediamenu's.
Druk op MENU en selecteer dan
Multimedia .
Menu USB-muziek
In het menu USB-muziek kunt u de
afspeelmodus instellen voor de tracks
op het verbonden apparaat.
Activeer de USB-muziekmodus en
druk vervolgens op OK om het menu
UBS-muziek weer te geven.
Activeer de gewenste afspeelmodus.
Normaal : De tracks van het/de gese‐
lecteerde album, map of afspeellijst
worden in de normale volgorde afge‐
speeld.

Streaming audio via Bluetooth121Streaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ..................121
Bediening ................................... 122Algemene informatie
Een Bluetooth-apparaat
aansluiten
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(zoals mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth et cetera)
zijn draadloos te verbinden met het
Infotainmentsysteem.
Het externe Bluetooth-apparaat moet worden gekoppeld aan het Infotain‐
mentsysteem 3 125.
Als het apparaat gekoppeld is aan het
Infotainmentsysteem maar nog niet
verbonden is, moet u de verbinding
tot stand brengen via het menu
Beheer Bluetooth-verbindingen :
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Verbindingen . Selecteer Beheer
Bluetooth-verbindingen en kies
daarna het gewenste Bluetooth-
apparaat om een submenu te
openen.
Om als audiobron te dienen moet het apparaat zijn verbonden als media‐
speler. Maak een keuze uitAansluiten mediaspeler of Aansluiten
telefoon en mediaspeler . Het appa‐
raat is verbonden.
Een Bluetooth-apparaat
loskoppelen
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Verbindingen . Selecteer Beheer
Bluetooth-verbindingen en kies
daarna het gewenste Bluetooth-
apparaat om een submenu te
openen.
Selecteer Mediaspeler afsluiten om
het apparaat alleen los te koppelen als Bluetooth-audiobron. In het gege‐
ven geval blijft de verbinding voor
telefonie gehandhaafd.
Selecteer Telefoon + mediaspeler
afsluiten om het apparaat volledig los
te koppelen.
Selecteer Ja in het bericht en druk op
OK .

122Streaming audio via BluetoothBediening
USB-muziekfunctie activeren Als het apparaat nog niet met het Info‐tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 125.
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch over op de Bluetooth-
muziekmodus.
Is het apparaat al verbonden, druk
dan herhaaldelijk op SRCq om over
te schakelen op de Bluetooth-muziek‐
modus.
Als de muziekweergave niet automa‐
tisch start, moet u de audiobestanden
mogelijk starten vanaf het Bluetooth-
apparaat.
Functietoetsen
Volgende of vorige track afspelen
Druk op O om de volgende track af te
spelen.
Druk op N om de voorgaande track af
te spelen.

128TelefoonSelecteer OK op het display om een
nummer te kiezen.
Telefoonboek gebruiken
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Telefoonboek .
Blader door de lijst en selecteer de
naam van de gewenste vermelding
om een nummer te kiezen.
Gesprekslijst gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste oproepen worden geregistreerd in degesprekslijst.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Logboek .
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste vermelding om een
nummer te kiezen.Contacten versturen van een
mobiel apparaat naar het
Infotainmentsysteem
Bij bepaalde telefoons die via Blue‐
tooth zijn verbonden kunt u een
contact naar het telefoonboek van het Infotainmentsysteem sturen. Contac‐
ten die op deze manier zijn opgesla‐
gen in een permanent telefoonboek
zijn voor iedereen zichtbaar, of de
telefoon waarop het contact stond nu
aangesloten is of niet.
Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om het telefoonboek te
openen.
Selecteer Beheer index .
Het menu voor dit telefoonboek is niet toegankelijk, als het telefoonboek
leeg is.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan het Info‐
tainmentsysteem alle inkomende
gesprekken standaard in de wacht zetten.Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om deze functie te active‐
ren.
Selecteer Instelling telefoon gevolgd
door Instellingen telefoon .
Druk op Automatisch in de wacht
gezet om de functie OK te activeren.
Inkomend telefoongesprek Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of CD-
modus, actief is, wordt het geluid van
de desbetreffende audiomodus
onderdrukt en blijft dit zo totdat het
gesprek wordt beëindigd.
Selecteer Ja in het op het display
getoonde bericht om de oproep te
beantwoorden.
Om de oproep af te wijzen kunt u
Nee selecteren in het op het display
getoonde bericht of G op het stuur‐
wiel ingedrukt houden.

132TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen .....118, 124
Bluetooth-muziek ....................121
Infotainmentsysteem ...............102
Telefoon .................................. 124
USB-poort ............................... 118
Algemene informatie ..........121, 123
Automatische volumeaanpassing ..................110
Automatisch volume ...................110
B Balans......................................... 110
Basisbediening ........................... 109
Bass............................................ 110
Bediening ........................... 122, 127
Bluetooth-muziek ....................122
Infotainmentsysteem ...............106
Menu ....................................... 109
Radio ....................................... 114
Telefoon .................................. 127
USB-poort ............................... 118
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...............103
Stuurwiel ................................. 103
Telefoon .................................. 124
Bedieningspaneel Infotainment ..103Beeldscherm
automatisch scrollen activeren 112
eenheden voor temperatuur
en brandstofverbruik instellen. 112
helderheid aanpassen .............112
taal wijzigen............................. 112
Bel Functies tijdens het gesprek ...127
Inkomend gesprek ..................127
Telefoongesprek starten .........127
Beltoon Beltoon selecteren ..................127
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................121
Bluetooth-verbinding ...............125
Telefoon .................................. 127
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........121
Bediening ................................ 122
Inschakelen ............................. 122
Voorwaarden ........................... 122
Bluetooth-muziek activeren ........122
Bluetooth-verbinding ..................125
D DAB ............................................ 116
Datum instellen ................................... 112
Digital Audio Broadcasting .........116

133Displaytaal wijzigen....................112
Dynamisch audioaanpassing .....116
E Equalizer..................................... 110
F
Fabrieksinstellingen ....................112
G Gebruik ....................... 106, 114, 123
Bluetooth-muziek ....................122
Infotainmentsysteem ...............106
Menu ....................................... 109
Radio ....................................... 114
Telefoon .................................. 127
USB-poort ............................... 118
Geluid ......................................... 110
Geluids- en volume-instellingen. 110
Gesprekslijsten ........................... 127
Golfbereik selecteren.................. 114
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................. 106
I Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 106M
Menubediening ........................... 109
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................129
Mute............................................ 106
N Noodoproep ................................ 126
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen. 103
P Persoonlijke instellingen .............112
R Radio Afstemmen op zender .............114
Bereik selecteren ....................116
DAB configureren ....................116
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 116
Dynamisch audioaanpassing ..116
Gebruik.................................... 114
Golfbereik selecteren ..............114
Inschakelen ............................. 114
Radio Data System (RDS) ......115
Verkeersberichten ...................115Verkeersinformatie ..................115
Zender zoeken ........................ 114
Radio activeren........................... 114
Radio Data System (RDS) ......... 115
Radio inschakelen ......................114
RDS ............................................ 115
S
Software bijwerken .....................112
Spraakherkenning ......................123
Stemherkenning ......................... 123
Systeeminstellingen.................... 112
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........124
Bedieningselementen .............124
Beltoon selecteren ..................127
Bluetooth ................................. 124
Bluetooth-verbinding ...............125
Een telefoonnummer kiezen ...127
Functies tijdens het gesprek ...127
Gesprekslijsten........................ 127
Inkomend gesprek ..................127
Inschakelen ............................. 127
Noodoproepen ........................ 126
Opmerkingen........................... 124
Telefoonboek .......................... 127
Telefoonboek .............................. 127
Treble ......................................... 110