Page 65 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen63
Open met het contact uit het voorpor‐tier, druk op de schakelaar en draai
deze linksom naar de stand OFF.
Airbags voor de passagier voorin zijn
gedeactiveerd en gaan niet af bij een
aanrijding. Controlelamp W 3 97
brandt continu op de instrumenten‐ groep en er verschijnt een bijbeho‐
rend bericht op het Driver Information Center 3 103.
Het is mogelijk een kinderzitje te monteren volgens de tabel met de
mogelijke montageplaatsen 3 66.
Laat geen volwassene op de passa‐
giersstoel plaatsnemen.9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een
kinderveiligheidssystemen,
volgens de instructies en beper‐
kingen in de tabel 3 66.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Wanneer controlelamp W niet
brandt, zullen de airbags voor de
passagiersstoel voorin afgaan bij een aanrijding.
Als controlelamp A samen met v
blijft branden, is er sprake van een
systeemstoring. De stand van de
schakelaar kan per ongeluk zijn
veranderd terwijl het contact aan is.
Draai het contact uit en weer aan en zet de schakelaar weer in de juiste
stand. Als A en v toch nog blijven
branden, roep dan de hulp van een
werkplaats in.
Status alleen wijzigen tijdens stilstand
met het contact uitgeschakeld. De
status blijft vervolgens tot de
volgende wijziging van kracht.
Controlelamp W voor airbag-deacti‐
vering 3 97.
Page 66 of 267

64Stoelen, veiligheidssystemenKinderveiligheidssyste‐
men9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
werking treden van de airbags het leven van het kind in gevaar bren‐ gen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 62.
Airbaglabel 3 58.
Wij raden een kinderveiligheidssys‐
teem aan dat specifiek voor de auto
is bedoeld. Neem contact op met uw
werkplaats voor meer informatie.
Let bij gebruik van een kinderzitje op de volgende gebruiksaanwijzingen
en montagevoorschriften en houd u
bovendien aan de instructies die bij
het kinderzitje werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kinderzitjes
op bepaalde zitplaatsen verboden.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden vastgezet met:
● Driepuntsgordel
● ISOFIX-steunen
● Top-Tether
Driepuntsgordel Kinderveiligheidssystemen kunnen
met een driepuntsgordel worden
vastgezet 3 55.
Afhankelijk van de afmetingen van de
gebruikte kinderveiligheidssystemen
en de modelvariant, kunnen kinder‐
veiligheidssystemen worden beves‐
tigd op bepaalde zitplaatsen achterin
op de 2e en 3e rij 3 66.ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels.
Bij gebruik van ISOFIX -
bevestigingsbeugels mogen alge‐
meen voor ISOFIX goedgekeurde
kinderveiligheidssystemen worden
gebruikt.
Gebruik een Top-Tether-band in
combinatie met de ISOFIX-bevesti‐
gingsbeugels.
Page 67 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen65Toegestane montageplaatsen voor
ISOFIX -kinderveiligheidssystemen
worden in de tabellen gemarkeerd
met <, IL en IUF.
Top-Tether-bevestigingsogen
Op de achterkant van de stoel bevin‐
den zich Top-Tether-bevestigings‐
ogen.
Aanvullend op de ISOFIX-bevesti‐
ging zet u de Top-Tether-band vast
aan de Top-Tether-bevestigings‐
ogen. Daarbij moet de bijbehorende
gordel tussen de glijstangen van de
hoofdsteun lopen.
ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 66.
Juiste systeem selecteren
De achterbank is de beste plaats om
een kinderzitje vast te maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk
tegen de rijrichting in. Hierdoor wordt
de nog erg zwakke ruggengraat van
het kind bij een ongeval minder
belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan geldige UN ECE veror‐
deningen. Raadpleeg de plaatselijke
wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Controleer of het te monteren kinder‐
zitje compatibel is met het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto
worden gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.Wanneer het kinderzitje niet in
gebruik is, het met een veiligheids‐
gordel vastzetten of uit de auto verwij‐ deren.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen
afdekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Kindersloten 3 27.
Page 68 of 267
66Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderzitje Voorstoelen - alle variantenGewichts- of leeftijdsgroepEnkele stoel - passagiers‐
zijde voorin 1)Bijrijdersbank - passagierszijde voorinzonder airbagmet airbagzonder airbagmet airbagmiddelste
zitplaatsbuitenste
zitplaatsmiddelste
zitplaatsbuitenste
zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
UU 2)UUU2)U 2)
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m
vier jaarUU 2)UUU 2)U2)Groep II: 15 tot 25 kg
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
UU 2)UUU2)U 2)
1)
Stoel, indien verstelbaar, helemaal naar achteren zetten. Ervoor zorgen dat de veiligheidsgordel tussen de schouder en het bovenste
verankeringspunt zo recht mogelijk ligt.
2) Ervoor zorgen dat de airbags voor de passagier voorin gedeactiveerd is wanneer u een kinderzitje op deze plaats aanbrengt.
Page 69 of 267
Stoelen, veiligheidssystemen67Dubbele cabine - achterbankGewichts- of leeftijdsgroepBank op 2e zitrijBuitenste zitplaatsMiddenGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
UX
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m vier jaarUXGroep II: 15 tot 25 kg
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
UX
Page 70 of 267

68Stoelen, veiligheidssystemenCombi - achterbankGewichts- of leeftijdsgroepBank op 2e zitrijBank op 3e zitrijBestuurderszijde
buitenste zitplaats
Middelste stoel
Passagierszijde
buitenste zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
U 3)
,
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m vier jaarU 4)
,
,
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
U 4)UF 4)UF4)X
3)
Verplaats de voorstoel zo ver mogelijk vooruit om een kinderzitje waarin het kind achteruit kijkt te installeren en verplaats de voorstoel
daarna opnieuw volgens de instructies van het kinderzitje.
4) Kinderzitje waarbij het kind vooruit kijkt; plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de autostoel. Pas de hoogte
van de hoofdsteun aan of verwijder deze indien nodig; duw de stoel die voor het kinderzitje staat niet meer dan halverwege achteruit
op zijn geleiders en verstel de rugleuning met niet meer dan 25°.
Page 71 of 267
Stoelen, veiligheidssystemen69Bus - zitplaatsen achterinGewichts- of leeftijdsgroepZitplaatsen achterinGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
X
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m vier jaarXGroep II: 15 tot 25 kg
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
X
Page 72 of 267

70Stoelen, veiligheidssystemenDubbele cabine - zitplaatsen achterinGewichts- of leeftijdsgroepBank op 2e zitrijBuitenste zitplaatsMiddenGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
UX
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m vier jaarUXGroep II: 15 tot 25 kg
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
UX
U:geschikt voor universele veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik van een driepunts‐ gordel.UF:geschikt voor universele voorwaarts gerichte veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik
van een driepuntsgordel.<:geschikt voor ISOFIX-kinderveiligheidssysteem met bevestigingsbeugels en verankeringspunten, voor zover
aanwezig. Bij montage van ISOFIX-kinderzitjes kunnen alleen de voor uw auto goedgekeurde systemen worden gebruikt. Zie " Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem ".X:stoelpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichts- en leeftijdscategorie.