48Stoelen, veiligheidssystemenAirbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐
lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het activeren worden de airbags
binnen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.
Let op
Afhankelijk van de ernst van een
botsing worden het brandstofsys‐
teem en de motor omwille van de
veiligheid wellicht geblokkeerd resp.
uitgeschakeld. Brandstofblokkeer‐
systeem terugzetten; zie "Berichten
brandstofsysteem" 3 96.
Let op
Voor de vervangingsdatums van de onderdelen van het airbagsysteem
verwijzen wij u naar het etiket in het
handschoenenkastje. Neem voor
het vervangen van de onderdelen
van het airbagsysteem contact op
met een werkplaats.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op
explosieve wijze in werking
treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
zitten de regelelektronica van het
airbagsysteem en de gordelspan‐
ners. In dit gebied geen magneti‐
sche voorwerpen plaatsen.
Bevestig geen voorwerpen op de
afdekkingen van de airbags en
bedek ze niet met andere materia‐
len. Laat beschadigde afdekkingen
vervangen door een werkplaats.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐
tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders
vervalt de typegoedkeuring van de auto.9 Waarschuwing
Bij het ontplooien van de airbags
kunnen ontsnappende hete
gassen brandwonden veroorza‐
ken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 82.
Storing
Bij een storing in de airbag en gordel‐ spanners licht het controlelampje v
op de instrumentengroep op. Het
systeem is buiten werking.
Afhankelijk van de versie kan er een
bijbehorend waarschuwingsbericht,
bijv. Defect airbag , op het Driver Infor‐
mation Center verschijnen 3 90.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Controlelamp v 3 82.
Stoelen, veiligheidssystemen53De sidebagsystemen, de gordelspan‐
ners en alle airbagsystemen van de
bestuurder blijven actief.
Afhankelijk van de auto staat er een
waarschuwing op het airbaglabel op
de zonneklep van de passagier voor. Raadpleeg "Airbagsysteem" voor
nadere informatie 3 48.
Het passagiersairbagsysteem kan
worden gedeactiveerd via het menu
Instellingen op het Driver Information
Center 3 90.
Deactiveer het passagiersairbagsys‐
teem als volgt:
1. Druk één keer op SETq voor het
instellingenmenu.
2. Blader door de menuopties met R of S tot Bag pass (in stan‐
daardversie)
- of -
Bag passagier (in multifunctionele
versie)
verschijnt.
3. Druk op SETq voor deze menu‐
optie.
4. Druk op R of S om te schakelen
van Bag pass on naar Bag pass
off (standaardversie)
- of -
van Bag passagier ingeschakeld
naar Bag passagier uiteschakeld
(multifunctionele versie).
5. Druk op SETq om de selectie te
bevestigen. Afhankelijk van de
versie verschijnt er ook een
bericht met een verzoek om
bevestiging op het display.
6. Druk op R of S om Ja te selecte‐
ren.
7. Druk kort op SETq ter bevesti‐
ging van het deactiveren en om
automatisch naar het vorige
scherm van het display te gaan.
Airbags voor de passagier voorin zijn
gedeactiveerd en gaan niet af bij een
aanrijding. Controlelampje * brandt
voortdurend in de dakconsole. U kunt
een kinderzitje aanbrengen in over‐
eenstemming met de tabellen
Inbouwposities kinderveiligheidssys‐
temen 3 57.
197Bagageruimteverlichting.............104
Bandenreparatieset ...................166
Bandenspanning .......................161
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 87, 162
Bandenspanningswaarden ........192
Bedieningsorganen ......................70
Bekerhouders .............................. 61
Bekleding .................................... 178
Belading ........................... 37, 40, 41
Beladingsinformatie .....................68
Berichten brandstofsysteem. 96, 115
Beslagen lampglazen ................102
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 131
Beveiliging van de auto ................28
Binnenspiegels ............................. 30
Binnenverlichting ...............103, 155
Bolle vorm .................................... 29
Boordgereedschap .....................160
Brandstof .................................... 134
Brandstofblokkeersysteem ..81,
96, 115
Brandstoffilter aftappen ...............89
Brandstofkeuzeschakelaar ..........77
Brandstofmeter ............................ 77
Brandstoftank ............................. 191
Brandstofverbruik .........................90
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 138
Brandstof voor benzinemotoren 134Brandstof voor dieselmotoren ...135
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 135
Buitenspiegels .............................. 29
Buitentemperatuur .......................72
Buitenverlichting ........................... 99
C Car Pass ...................................... 20
Centrale vergrendeling ................23
Claxon ................................... 13, 70
CNG............................................ 191
Conformiteitsverklaring ...............193
Contactslotstanden ....................114
Controlelampen ......................76, 79
Controle over de auto ................113
Controles .................................... 143
Cruise control ...................... 90, 131
D Dagrijlicht .............................. 90, 100
Dagteller ...................................... 76
Dakbalken..................................... 62
Dakbelasting ................................. 68
Dakconsole .................................. 61
Dakdrager .................................... 67
Dakdragers ................................... 68
Dakdragersysteem .....................189
Datum ........................................... 90
De belangrijkste informatie voor uw eerste rit................................. 6Derde remlicht ........................... 153
Dimlicht of grootlicht .....................99
Driepuntsgordel ........................... 46
Driver Information Center .............90
E Ecomodus (E) ............................. 125
Elektrisch bediende ruiten ...........31
Elektrische aansluitingen .............74
Elektrische verstelling ..................29
Elektrisch systeem...................... 156
Elektronische rijprogramma's ....125
Elektronische stabiliteitsregeling ..85
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ................................ 85, 130
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............108
ESC (elektronische stabiliteits‐ regeling) .................................. 130
Event Data Recorders (EDR) .....194
F
Frontaal airbagsysteem ...............51
G
Geautomatiseerde versnellingsbak ......................122
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..193
Geluidssignaal .............................. 90
Geluidssignaal gordelverklikker ....90