66SpraakherkenningMenuActieSpraakcommando'sNavigatiemenuEen routepunt
toevoegen" Navi | Navigatie | Bestemming ", "Routepunt met Begeleiding bij adresinvoer
toevoegen "
" Navi | Navigatie | Bestemming ", "Voeg routepunt toe ([Bestemming] Adres [invoer]
| (enter | ga naar | Navigeer naar) [Bestemming] Adres). "
" Navi | Navigatie | Bestemming ", "Voeg routepunt toe (POI | (plaats | Point) of
Interest) "
" Navi | Navigatie | Bestemming ", "Routepunt toevoegen (Knooppunt | Kruising) "
" Navi | Navigatie | Bestemming ", "Routepunt [(Ga | Navigeer) naar] contact
toevoegen "
" Navi | Navigatie | Bestemming ", "Routepunt [(Ga | Navigeer) [naar]] THUIS
toevoegen "Een routepunt
wissen" Navi | Navigatie | Bestemming ", "Routepunt verwijderen "Routebegeleiding
annuleren" Navi | Navigatie | Bestemming ", "(stop | cancel) (directions | route [guidance] | driving
instructions) "Gesproken
aanwijzingen
activeren/
deactiveren" Stembegeleiding aan "
" Stembegeleiding uit "
Spraakherkenning67MenuActieSpraakcommando'sMenu TelefoonApparaat
koppelen" Verbinding maken | Verbinden | Connect "Een telefoonnum‐
mer kiezen" Nummer bellen "
" Bellen ... | Kiezen … "Laatste nummer
opnieuw kiezen" Opnieuw bellen | Laatste nummer opnieuw kiezen | Nogmaals kiezen | Laatste
nummer opnieuw bellen | Opnieuw kiezen | Nogmaals bellen | Nog een keer bellen
| Bel opnieuw "Cijfers wissen"Wissen | Verwijderen "
" Alles wissen | Alles verwijderen "Een tekstbericht
lezen" S M S lezen | SMS-berichten lezen | S M S-bericht lezen "
... : dynamische spatie staat voor de specifieke namen die op die positie moeten komen te staan
| : verticaal balkje scheidt alternatieven
( ) : ronde haakjes omvatten alternatieven
[ ] : vierkante haakjes geven optionele gedeelten van een commando aan
, : komma scheidt noodzakelijke stappen in een reeks
70TelefoonVergelijk (desgevraagd) de
pincodes op het Infotainmentsys‐
teem en op het Bluetooth-appa‐
raat en bevestig het bericht op
het Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Blue‐
tooth-apparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.
Bevestig zo nodig het bijbehorende
bericht op het Bluetooth-apparaat.
Apparatenlijst De apparatenlijst bevat alle Blue‐
tooth-apparaten die aan het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld zijn.
Als een nieuw appraat wordt gekop‐
peld, verschijnt het in de apparaten‐
lijst.
Een apparaat aansluiten
Selecteer het apparaat dat u wenst te
koppelen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer Selecteren .
Het eerder verbonden apparaat wordt
ontkoppeld en dit apparaat wordt
verbonden.
Een apparaat wissen
Selecteer het apparaat dat u wenst te wissen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer Verw..
Het apparaat is gewist.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
Telefoon71worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon ook via het info‐
tainmentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden de gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van het
model telefoon kan dit enige tijd
duren. Tijdens deze periode is het
bedienen van de mobiele telefoon via het Infotainmentsysteem slechts
beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon Druk op PHONE om het telefoon‐
hoofdmenu weer te geven. Het
volgende scherm verschijnt (als een
mobiele telefoon aangesloten is).
Telefoongesprek initiëren
Een nummer invoeren
Druk op PHONE en selecteer dan
Nummer invoeren . Er verschijnt een
toetsenblok.
Telefoon73Let op
Hanteer bij gebruik van de spraak‐
herkenningsfunctie de betreffende sorteervolgorde, bijv, "Bel Jan Jans‐
sen" of "Bel Janssen, Jan".
Gesprekkenlijsten
Druk op PHONE en selecteer dan
Gesprekslijsten . Het menu
Gesprekslijsten wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste oproeplijst.
Afhankelijk van de geselecteerde lijst worden de laatste ontvangen,
uitgaande of gemiste oproepen weer‐
gegeven.
Selecteer de gewenste vermelding in de oproeplijst om het bellen te star‐
ten.
Binnenkomend gesprek Bij een binnenkomende oproep
verschijnt er een bericht op het
scherm.
Selecteer Aannemen om het gesprek
aan te nemen.
Selecteer Weigeren om het gesprek
te weigeren.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Bij een actieve oproep verschijnt het
in-gesprekscherm.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer Ophangen om het gesprek
te beëindigen.
Geluid van een gesprek
onderdrukken
Activeer Microfoon uit om de micro‐
foon tijdelijk uit te schakelen.
Deactiveer Microfoon uit om de
microfoon weer in te schakelen.
74TelefoonNaar handset doorschakelen
Selecteer Doorverb.naar handset om
het gesprek door te schakelen naar
de mobiele telefoon. Het menu Privé
gesprekken wordt weergegeven.
Selecteer Gesprek doorverbinden in
het menu Privé gesprekken om het
gesprek weer terug te schakelen naar
het Infotainmentsysteem.
Wisselgesprek
Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
Nummer invoeren op het in-
gesprekscherm. Het toetsenblok
verschijnt. U kunt een nummer invoe‐ ren of een nummer uit het telefoon‐
boek selecteren, zie bovenstaand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.
Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek
actief.Beide gesprekken verschijnen op het
in-gesprekscherm.
Selecteer Gesprekken wisselen om
tussen de gesprekken te wisselen.
Conferentiegesprek
Selecteer Conferentiegesprek om
beide gesprekken tegelijkertijd te acti‐ veren.
Conferentiegesprek verandert in
Gesprek vrijgeven .
Selecteer Gesprek vrijgeven om een
conferentiegesprek te beëindigen.
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
Ophangen om beide telefoonge‐
sprekken te beëindigen.
Tekstberichten
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, hebt u via het Infotainment‐
systeem toegang tot het Postvak IN
van uw mobiele telefoon.
Niet elke telefoon ondersteunt de
tekstberichtenfunctie van het Infotain‐
mentsysteem.
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren
Het verzenden van tekstberichtgege‐
vens naar het Infotainmentsysteem
moet op de mobiele telefoon geacti‐
veerd zijn.
Na verbinding met het Infotainment‐
systeem kan er op uw telefoon een
bericht verschijnen met het verzoek
tot toegang tot de tekstberichten op
de mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem. Bevestig het bericht.
Telefoon75Ga als er geen bericht verschijnt naar
het Bluetooth-menu op uw mobiele
telefoon, selecteer de naam van het
Infotainmentsysteem en activeer de
bijbehorende toegangsfunctie.
Let op
Raadpleeg voor nadere informatie
over toegang op verschillende
mobiele telefoons onze website.
Het pictogram Berichten in het menu
Start van het Infotainmentsysteem is
dan selecteerbaar.
Inkomend tekstbericht Bij het ontvangen van een nieuw
tekstbericht verschijnt er een bericht
met de naam of het nummer van de
afzender.
Selecteer één van de opties in het
bericht.
Beluisteren
Als u het bericht door het systeem wilt laten voorlezen, selecteer dan
Luisteren .Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec‐
tievelijke schermtoets.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐
keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het
bericht de respectievelijke scherm‐
toets.
Beantwoorden
Selecteer Antwoord om het bericht
onmiddellijk te beantwoorden. Er
verschijnt een lijst met voorgedefini‐
eerde berichten.
Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.
Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.
Bel
Selecteer Bellen om de afzender van
het tekstbericht te bellen.Postvak IN
Druk op ; en selecteer dan
Berichten om het betreffende menu
weer te geven.
Selecteer Inbox om een lijst met alle
berichten in het Postvak IN weer te
geven.
Selecteer het gewenste bericht. Het
bericht verschijnt op het scherm.
Veelgestelde vragen77Veelgestelde
vragenVeelgestelde vragen ....................77Veelgestelde vragen
Spraakherkenning? De spraakherkenningsfunctie
werkt niet erg goed. Hoe kan ik
deze beter laten werken?
! Wacht op de pieptoon en probeer
het commando op natuurlijke wijze
uit te spreken. Vermijd lange
pauzes, spreek met weinig accen‐ tuering en niet te luid.
Gedetailleerde beschrijving 3 60.? De gesproken aanwijzingen van
het spraakherkenningssysteem
zijn te lang. Hoe kan ik ze onder‐
breken om direct een commando
in te spreken?
! Druk op
w op het stuurwiel om de
gesproken aanwijzing van het
spraakherkenningssysteem te
onderbreken. Wacht op de piep‐
toon en spreek uw commando uit.
Gedetailleerde beschrijving 3 60.? Ik kan geen telefooncontact via
spraakherkenning selecteren. Wat doe ik verkeerd?
! Het Infotainmentsysteem vraagt
de contacten op in de indeling
waarin ze zijn opgeslagen. Als de
sorteervolgorde is ingesteld op
"achternaam, voornaam", is
"Jansen, Jan" het juiste
commando om Jan Jansen te
bellen.
Gedetailleerde beschrijving 3 59.? Ik kan via spraakherkenning geen
adres in een ander land invoeren.
Wat doe ik verkeerd?
! Via spraakherkenning kunt u
alleen adressen invoeren voor
bestemmingen in het land waar‐
van de taal als systeemtaal is
geselecteerd. Als het systeem bijv. op Duits staat, kunt u geen
bestemming in Frankrijk invoeren.
Gedetailleerde beschrijving 3 59.