137F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................111
Zenders opslaan .....................111
Favorietenlijst ............................. 111
Filmbestanden ............................ 116
Films afspelen ............................ 121
Film via USB activeren ...............121
G Gebruik ......................... 99, 109, 124
Bluetooth ................................. 116
Menu ....................................... 102
Radio ....................................... 109
Telefoon .................................. 129
USB ......................................... 116
Geluidsinstellingen .....................104
I
Infotainmentsysteem inschakelen 99
Intellitext ..................................... 113
K Koppelen .................................... 126
M Maximaal inschakelvolume......... 105
Menubediening ........................... 102
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................133
Mute.............................................. 99N
Noodoproep ................................ 128
O
Oproepenhistorie ........................129
Overzicht bedieningselementen ...96
R Radio Afstemmen op zender .............109
DAB configureren ....................113
DAB-berichten ......................... 113
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 113
Favoriete lijsten .......................111
Gebruik.................................... 109
Golfband selecteren ................109
Inschakelen ............................. 109
Intellitext .................................. 113
Radio Data System (RDS) ......112
RDS configureren.................... 112
Regio-instelling........................ 112
Regionaal ................................ 112
Zender zoeken ........................ 109
Zenders ophalen .....................111
Zenders opslaan .....................111
Radio activeren........................... 109
Radio Data System (RDS) ......... 112
RDS ............................................ 112
Regio-instelling ........................... 112
Regionaal ................................... 112S
Selectie van golfband .................109
Smartphone ................................ 116
Telefoonweergave ..................122
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 122
Snelkiesnummers .......................129
Spraakherkenning ......................124
Stemherkenning ......................... 124
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 118
Systeeminstellingen.................... 106
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........125
Beltoon selecteren ..................129
Bluetooth ................................. 125
Bluetooth-verbinding ...............126
Een nummer invoeren .............129
Functies tijdens het gesprek ...129
Hoofdmenu Telefoon ..............129
Inkomend gesprek ..................129
Noodoproepen ........................ 128
Oproepenhistorie ....................129
Snelkiesnummer .....................129
Telefoonboek .......................... 129
Telefoon activeren ......................129
Telefoonboek .............................. 129
Telefoonweergave ......................122
140InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............140
Antidiefstalfunctie ......................141
Overzicht bedieningselementen 142
Gebruik ...................................... 145Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op verschillende favorie‐
tenpagina's een groot aantal zenders
opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten; via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Het digitale geluidssysteem heeft diverse vooraf ingestelde equalizer‐
modi, waarmee u het geluid kunt opti‐ maliseren.
Ook is het infotainmentsysteem uitge‐
voerd met een Telefoonportaal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐
bel in de auto kunt gebruiken.
Als optie kunt u het infotainmentsys‐
teem gebruiken met de bedienings‐
elementen op het stuurwiel, of – als
uw mobiele telefoon dit ondersteunt –
via het spraakherkenningssysteem.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
Inleiding141Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding145GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het info‐
tainmentsysteem 3 142
● audioknoppen op het stuurwiel 3 142
● de spraakherkenning 3 159
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellenDraai aan m; de actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 148.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 148
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van
het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of tussen de
verschillende golfbanden te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 151.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat (bijv. USB-apparaat
of Bluetooth-apparaat) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van externe apparaten 3 156.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een
verbinding verschijnt het hoofdmenu
van de telefoonmodus.
146InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 163.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bijbehorend menu. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het info‐
tainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 161.
148BasisbedieningDruk op MENU, selecteer Indstillinger
(Settings) en vervolgens Geluidsin‐
stellingen om het geluidsinstellingen‐
menu te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Wijzig en bevestig de instelling.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer Fade.
Wijzig en bevestig de instelling.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Wijzig en bevestig de instelling.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer).De EQ-opties bieden voor de desbe‐
treffende muziekstijl geoptimali‐
seerde voorkeursinstellingen voor de
lage, middelhoge en hoge tonen.
Draai aan MENU om tussen de
verschillende opties te wisselen en
druk vervolgens op MENU om de
instelling te bevestigen.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op MENU om het desbetref‐
fende audiomenu te openen.
Blader door de lijst en selecteer
Indstillinger (Settings) .
Selecteer Autom. volumeregeling .
In het getoonde menu kunt u de func‐
tie Autom. volumeregeling deactive‐
ren of de mate van volumeaanpas‐
sing selecteren.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste optie.Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op MENU om het desbetref‐
fende audiomenu te openen.
Blader door de lijst en selecteer
Indstillinger (Settings) .
Selecteer Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersinformatie Stel het gewenste volume van de
verkeersinformatie in wanneer een
verkeersbericht door het systeem
wordt gegeven.
De desbetreffende instelling wordt
door het systeem opgeslagen.
Systeeminstellingen
Diverse instellingen en aanpassingen
voor het infotainmentsysteem kunnen in het instellingenmenu worden
geconfigureerd.
150BasisbedieningHet systeem vergrendelen
Druk op MENU om het betreffende
audiomenu te openen.
Selecteer Indstillinger (Settings) ,
blader door de lijst en selecteer Voer‐
tuiginstellingen (Vehicle Settings) .
Selecteer Valetmodus . Er verschijnt
een toetsenblok.
Voer een viercijferige code in en selecteer Invoeren. Het toetsenblok
wordt opnieuw weergegeven.
Voer de viercijferige code opnieuw in
om de invoer te bevestigen en selec‐
teer Vrgrnd . Het systeem is vergren‐
deld.
Het systeem ontgrendelen
Schakel het infotainmentsysteem in.
Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de betreffende viercijferige code
in en selecteer Ontgrndl. Het systeem
is ontgrendeld.
Pincode vergeten
Neem contact op met uw garage om
de pincode naar de standaardwaarde
terug te zetten.
152RadioHet infotainmentsysteem slaat deze
zenders op in de desbetreffende
categorielijst, gesorteerd op program‐
matype.
Let op
De lijstoptie Categorieën is alleen
beschikbaar voor de FM- en DAB-
golfband.
Druk op MENU om het betreffende
golfbandmenu weer te geven en
selecteer Categorieën .
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmacategorieën.
Kies de gewenste categorie. Er
verschijnt een lijst met zenders die
een programma van het geselec‐
teerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Zenderlijsten bijwerken Druk op MENU om het golfbandmenu
te openen en selecteer Zenderlijst
bijwerken .
De betreffende zenderlijst wordt
bijgewerkt.Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Favorietenlijst
Zenders van alle golfbanden kunnen
handmatig in de favorietenlijsten
worden opgeslagen.
Er zijn 24 posities voor favorieten
beschikbaar. Deze worden weerge‐
geven in rijen met vier favorieten per
pagina.
Selecteer FAV om de favorietenlijst
weer te geven.
Een zender opslaan Selecteer de zenders die u wilt
opslaan.
Selecteer de betreffende favorieten-
schermtoets en houd deze ingedrukt
tot er een pieptoon klinkt en de
zendernaam op de betreffende favor‐
ietenschermtoets verschijnt.
De zender wordt als favoriet opgesla‐ gen.
Een zender oproepen Druk zo nodig herhaald op FAV om
naar de betreffende favorietenpagina
te bladeren.
Selecteer de gewenste favorieten-
schermtoets. De gewenste radiozen‐
der wordt afgespeeld.
Let op
De huidige favoriet wordt gemar‐
keerd.
Bepalen hoeveel favorieten er
worden getoond
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Aantal favorietenpagina's
instellen .
Selecteer de gewenste optie.