Telefoon163gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐ oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het perso‐ neel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Daarom kan het bereik aan
hieronder beschreven functies afwij‐
ken.
Telefoongesprek initiëren
Toetsenblok
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer
Toetsen . Het toetsenblok verschijnt.
Draai aan MENU om het cijfer dat u
wilt invoeren te markeren en druk op
MENU om het betreffende cijfer te
selecteren. Voer het gewenste
nummer in.
Selecteer k of druk op BACK om
cijfers te verwijderen.
Selecteer Bel om het telefoongesprek
te initiëren.
Contacten
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Selecteer Contactpersonen . De
contactenlijst wordt getoond.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste contactpersoon. De
contactpersoon wordt weergegeven.
Selecteer een van de onder het
contact opgeslagen telefoonnum‐
mers. Het nummer wordt gebeld.
Telefoon165Beëindigen van telefoongesprekken
De gesprekken kunnen één voor één
worden beëindigd.
Selecteer Einde. Het huidige gesprek
wordt beëindigd.
Tekstberichten
Tekstberichten die binnenkomen
wanneer de telefoon op het infotain‐
mentsysteem is aangesloten, kunnen op het infodisplay worden weergege‐
ven.
Voorwaarden
Er moet aan de volgende voorwaar‐
den worden voldaan:
● De Bluetooth-functie van de betreffende telefoon moet geac‐
tiveerd zijn (zie de gebruiksaan‐ wijzing van uw apparaat).
● Afhankelijk van de telefoon moet het apparaat wellicht op "zicht‐baar" staan (zie de gebruiksaan‐
wijzing van uw apparaat).● De betreffende telefoon moet
aan/op het infotainmentsysteemgekoppeld en aangesloten zijn.
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving 3 161.
● De betreffende telefoon moet Bluetooth Message Access
Profile (BT MAP) ondersteunen.
Een bericht bekijken Let op
Bij een snelheid van meer dan
8 km/u verschijnt het tekstbericht
niet op het scherm.
Als er een nieuw tekstbericht binnen‐
komt, verschijnt er een bericht.
Selecteer Bekijken om het bericht te
lezen.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kunt u de voertuigty‐
pegoedkeuring ongeldig maken (EU-
richtlijn 95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
● De buitenantenne moet profes‐ sioneel worden geïnstalleerd om
het maximaal mogelijke bereik te krijgen.
● Maximaal zendvermogen: 10 watt
● De mobiele telefoon moet op een
geschikte plek worden geïnstal‐
leerd. Zie de betreffende opmer‐
king in het instructieboekje, het
hoofdstuk Airbagsysteem .
168TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen .............160
Bluetooth-muziek ....................156
Infotainmentsysteem ...............140
Radio ....................................... 151
Telefoon .................................. 160
USB ......................................... 156
Algemene informatie ..........156, 159
Antidiefstalfunctie ......................141
Audio afspelen ............................ 157
Audiobestanden ......................... 156
Automatische volumeregeling ....148
Auto Set ...................................... 148
B BACK-toets ................................. 147
Basisbediening ........................... 147
Bedieningspaneel ...................147
Bediening.................................... 163 Bluetooth-muziek ....................157
Infotainmentsysteem ...............145
Menu ....................................... 147
Radio ....................................... 151
Telefoon .................................. 163
USB ......................................... 157
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...............142
Stuurwiel ................................. 142
Bedieningspaneel Infotainment ..142
Beltoon ....................................... 163Bestandsindelingen
Audiobestanden ......................156
Bluetooth-muziek ........................156
Bluetooth-verbinding ..................161
C Categorielijst ............................... 151
D DAB ............................................ 154
DAB-koppeling............................ 154
Digital Audio Broadcasting .........154
F
Fabrieksinstellingen terugzetten. 148
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................152
Zenders opslaan .....................152
Favorietenlijst ............................. 152
Frequentielijst ............................. 151
G Gebruik ....................... 145, 151, 159
Bluetooth-muziek ....................157
Infotainmentsysteem ...............145
Menu ....................................... 147
Telefoon .................................. 163
USB ......................................... 157
Geluidsinstellingen .....................147
169HHet infotainmentsysteem activeren.................................. 145
I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 145
Intellitext ..................................... 154
K Koppelen .................................... 161
L L-Band ........................................ 154
M Maximaal inschakelvolume......... 148
Menubediening ........................... 147
MENU-knop ................................ 147
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................165
Mute............................................ 145
N Noodoproep ................................ 162
O Overzicht bedieningselementen. 142RRadio Categorielijst ........................... 151
DAB ......................................... 154
DAB-berichten ......................... 154
DAB-menu............................... 154
Digital Audio Broadcasting ......154
Favoriete lijsten .......................152
FM menu ................................. 153
Frequentielijst .......................... 151
Golfband.................................. 151
Intellitext .................................. 154
L-Band..................................... 154
Radio Data System .................153
RDS......................................... 153
Regio ....................................... 153
Regio-instelling........................ 153
TP............................................ 153
Verkeersinformatie ..................153
Zender zoeken ........................ 151
Zenderlijst................................ 151
Zenders ophalen .....................152
Zenders opslaan .....................152
Radio activeren........................... 151
Radio Data System (RDS) ......... 153
Regio .......................................... 153
Regio-instelling ........................... 153S
Selectie van golfband .................151
Spraakherkenning ......................159
Stemherkenning ......................... 159
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 157
Systeeminstellingen.................... 148 Fabrieksinstellingen
terugzetten .............................. 148
Taal ......................................... 148
Tijd- en datuminstellingen .......148
Valetmodus ............................. 148
T
Taal............................................. 148
Tekstberichten ............................ 165
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........160
Beltoon .................................... 163
Bluetooth ................................. 160
Bluetooth-verbinding ...............161
Handsfree-modus.................... 163
Noodoproepen ........................ 162
Recente oproepen ..................163
Tekstberichten......................... 165
Telefoonboek .......................... 163
Telefoonboek .............................. 163
Telefoonhouder175Sluit de smartphone aan op de tele‐
foonhouder met de daartoe bestemde aansluitkabel. Als accessoire zijn
verschillende uitvoeringen van de
aansluitkabel leverbaar.
De smartphone bedienen
Wanneer de smartphone op de
voeding is aangesloten, wordt hij
opgeladen als het contact is inge‐
schakeld.
Om de smartphone met het Infotain‐
mentsysteem te verbinden, moet een
Bluetooth ®
verbinding tot stand
worden gebracht.
Telefoon uit de telefoonhouder halen 1. Koppel de voeding van de tele‐ foon los.
2. Druk op de knop (2) linksbovenaan de zijkant om de klem voor de
hoogteverstelling te ontgrende‐
len.
3. Haal de telefoon uit de telefoon‐ houder.
Telefoonhouder van de
voedingsconnector verwijderen
1. Druk de klem voor de hoogtever‐ stelling naar beneden.2.Druk op de ontgrendelknop (3) en
verwijder de telefoonhouder.