74Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons of andere appara‐
ten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het Bluetooth-instellingenmenu
worden koppelingen (uitwisselen van
pincodes tussen Bluetooth-apparaat
en infotainmentsysteem) tot stand
gebracht en de Bluetooth-apparatuur
met het infotainmentsysteem verbon‐
den.
Bluetooth-instellingenmenu
Druk HOME en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer BlueTooth om het betref‐
fende submenu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden
gekoppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het infotain‐mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐
pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐den was, brengt het infotainment‐
systeem automatisch een verbin‐
ding tot stand.
● Bij gebruik van Bluetooth wordt de accu van het apparaat
aanzienlijk belast. Sluit het appa‐ raat daarom aan op een USB-
poort, zodat het wordt opgela‐
den.
Koppelen via de toepassing
Instellingen
1. Druk HOME en selecteer vervol‐
gens het pictogram
INSTELLINGEN .
Selecteer BlueTooth om het
betreffende submenu weer te
geven.
2. Selecteer Apparaat verbinden .
Selecteer eventueel
Apparaatbeheer om de appara‐
tenlijst weer te geven en selecteer vervolgens Apparaat verbinden .
3. Op het infotainmentsysteem verschijnt er een melding met de
naam en de pincode van het info‐
tainmentsysteem.
88TrefwoordenlijstAAanraakscherm ............................ 15
Adresboek .................................... 55
Algemene aanwijzingen ...38, 47, 73
Bluetooth-muziek ......................41
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 47
Radio ......................................... 33
Telefoonportal ........................... 73
USB ........................................... 41
Algemene informatie ..............41, 67
Cd.............................................. 38
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps gebruiken............................. 45
Audio afspelen .............................. 42
Audiobestanden ........................... 41
Automatische volumeaanpassing Automatisch volume ..................28
Automatisch volume .....................28
Auto Set ........................................ 29
B
Balance......................................... 27
Basisbediening ............................. 15
Contacten .................................. 24
Favorieten ................................. 20
Interactieve selectiebalk ............17
Lettertekenherkenningsveld ......18
Startscherm ............................... 17
Toepassingenbalk .....................17Toetsenblok............................... 18
Toetsenbord .............................. 18
Bass.............................................. 27 Bediening...................................... 77 Aanraakscherm ......................... 15
Bluetooth-muziek ......................42
Cd.............................................. 39 Contacten .................................. 24
Favorieten ................................. 20
Infotainmentsysteem .................13
Navigatiesysteem ......................48
Radio ......................................... 33
Telefoon .................................... 77
Toetsenborden .......................... 18
USB ..................................... 42, 43
Bediening aanraakscherm ............15
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Bediening van het menu ...............17
Begeleiding .................................. 61
Beltoon ......................................... 77
Bestandsindelingen Audiobestanden ........................41
Filmbestanden........................... 41
Bluetooth-muziek ..........................41
Bluetooth-verbinding ....................74
89CCategorielijst ................................. 33
CD-speler ..................................... 38
Cd-speler activeren ......................39
Contacten ............................... 24, 55
Aanpassen ................................ 24
Opslaan ..................................... 24
Opvragen .................................. 24
D DAB .............................................. 36
DAB-koppeling.............................. 36 Datum ........................................... 29
Diakritische tekens .......................18
Digital Audio Broadcasting ...........36
Displaymodus ............................... 29
E EQ ................................................ 27
Equalizer....................................... 27
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...29
Fader ............................................ 27
Favorieten..................................... 20 Clusterdisplay............................ 20
Naam wijzigen ........................... 20
Opslaan ..................................... 20
Opvragen .................................. 20
Weergave .................................. 20
Wissen ...................................... 20Favorieten opslaan.......................20
Favorieten opvragen ....................20
Favorieten weergeven ..................20
Filmbestanden .............................. 41
Films ............................................. 43
Films afspelen .............................. 43
Frequentielijst ............................... 33
G Gebruik ................. 13, 33, 39, 48, 69
Aanraakscherm ......................... 15
Bluetooth-muziek ......................42
Cd.............................................. 39 Infotainmentsysteem .................13
Navigatiesysteem ......................48
Telefoon .................................... 77
USB ..................................... 42, 43
Geluidsinstellingen .......................27
H
Het infotainmentsysteem activeren.................................... 13
Het navigatiesysteem activeren ...48
Hoge ton ....................................... 27
Home-toets ................................... 17
I
Infotainmentsysteem inschakelen 13
Intellitext ....................................... 36
Interactieve selectiebalk ...............17
Invoer van de bestemming ..........55K
Kaarten ......................................... 48
Kalibratie van het aanraakscherm 29
Klokdisplay ................................... 29
Koppelen ...................................... 74
L L-Band .......................................... 36
Lettertekenherkenningsveld .........18
Lijst met afslagen.......................... 61
M
Maximaal inschakelvolume........... 28
Meldingen ..................................... 17
Middenbereik ................................ 27
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................83
Mute.............................................. 13
N Navigatie....................................... 61 Bestemmingsinvoer................... 55
Contacten ............................ 24, 55
Favorieten ................................. 20
Gesproken instructies ...............61
Huidige locatie........................... 48 Kaart manipuleren .....................48
Kaartupdate .............................. 47
Kaartvenster .............................. 48
Lijst met afslagen ......................61
Persoonlijke POI's .....................48
91Telefoonweergave........................44
Telefoonweergave activeren ........44
TMC-zenders ................................ 47
Toepassingenbalk ........................17
Toetsenblok .................................. 18
Toetsenbord Alfabetisch toetsenbord ............18
Toetsenbord symbolen .............18
Toetsenborden ............................. 18
TP ................................................. 34
Trip met routepunten ....................55
Tijd ................................................ 29
U USB .............................................. 41
USB activeren......................... 42, 43
V Valetmodus Ontgrendelen ............................ 29
Vergrendelen ............................ 29
Veelgestelde vragen .....................85
Verkeersincidenten .......................61
Verkeersinformatie .......................34
Volume Automatisch volume ..................28
Maximaal inschakelvolume .......28
Stiltefunctie................................ 13
Volume instellen ........................13
Volume-instellingen ......................28Z
Zenderlijst ..................................... 33
Zender zoeken.............................. 33
100InleidingSelecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
Om naar een andere audiomodus te
gaan: druk op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 109
● Externe apparaten ( USB,
Bluetooth ) 3 118
Let op
Druk in de bovenste regel van een willekeurig scherm op A om snel
naar het audioscherm te gaan dat
momenteel actief is.
GALLERIJ
Selecteer GALLERIJ om het afbeel‐
dingen- en filmmenu te openen voor
de opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB- apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven.
Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 119
● Filmfuncties 3 121
TELEFOON
Voordat u de telefoonportal kunt
gebruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het
infotainmentsysteem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 125.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan TELEFOON om het
hoofdmenu van de telefoonportal
weer te geven.
108BasisbedieningSysteemversie
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Software-informatie .
Als een USB-apparaat is aangeslo‐
ten, kunt u de voertuiginformatie op
dit USB-apparaat opslaan.
Selecteer Systeemupdate en vervol‐
gens Voertuiginfo opslaan op USB .
Neem contact op met uw garage voor een systeemupdate.
Voertuiginstellingen De Voertuiginstellingen worden in de
Gebruikershandleiding beschreven.
116Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie..................116
Audio afspelen ........................... 118
Afbeeldingen weergeven ...........119
Films afspelen ............................ 121
Smartphone-applicaties
gebruiken ................................... 122Algemene informatie
Er zit een USB-poort voor het aanslui‐ ten van externe apparaten in de
middenconsole achter de handrem of
onder de armsteun.
Aan de achterkant van de midden‐
console bevinden zich twee USB-
aansluitingen die speciaal zijn
bestemd voor oplaadapparaten.
Let op
U moet de USB-poort altijd schoon
en droog houden.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB- stekker/adapter) of smartphone
aansluiten.
Er kunnen maximaal twee USB-appa‐
raten tegelijk op het infotainmentsys‐
teem aangesloten zijn.
Let op
Voor het verbinden van twee USB-
apparaten hebt u een externe USB-
hub nodig.Het infotainmentsysteem kan audio‐
bestanden afspelen, afbeeldingsbe‐ standen weergegeven of filmbestan‐
den afspelen vanaf USB-opslagappa‐
raten.
Na het aansluiten op de USB-poort werken diverse functies van het
bovenvermelde apparaat via de
knoppen en menu's van het infotain‐
mentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem. In de lijst op onze
website kunt u controleren welke
modellen geschikt zijn.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit een van bovenstaande appara‐
ten aan op de USB-poort. Gebruik zo nodig de daartoe bestemde aansluit‐
kabel. De muziekfunctie start auto‐
matisch.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Externe apparaten117Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 126.
Bestandsindelingen en mappen
De maximale capaciteit van een door
het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is 2500 muziekbe‐
standen, 2500 afbeeldingsbestan‐
den, 250 filmbestanden,
2500 mappen en 10 niveaus
mappenstructuur. Alleen apparaten
met een formattering in het
FAT16/FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐ dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.