Service en onderhoud207RegistratiesUitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en garan‐
tieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van
service essentieel is bij aanspraken op garantie of goodwill en tevens een pluspunt is bij verkoop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
Het service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Service-display 3 82.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoenaan de aanbevolen specificaties.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
viscositeit geeft informatie over de
dikte van de olie bij diverse tempera‐
turen.
Dexos is de nieuwste kwaliteit motor‐ olie, en biedt optimale beschermingvoor dieselmotoren. Als deze niet
verkrijgbaar is, gebruikt u motoroliën
van een van de andere vermelde
kwaliteiten.
Kies de juiste motorolie op basis van zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 211.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende fabrikanten en merken kunnen
worden gemengd zolang ze voldoen
aan de vereiste motoroliecriteria
kwaliteit en viscositeit.
Het gebruik van motorolie met alleen
de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen
A5/B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 211.
208Service en onderhoudExtra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeit
De SAE-viscositeitswaarde geeft
informatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de betreffende viscositeits‐ index afhankelijk van de minimumom‐
gevingstemperatuur 3 211.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Alleen silicaatvrije antivries voor long‐ life-koelvloeistof (LLC) gebruiken. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale corro‐ siebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.-28 °C. In noordelijke landen met
extreem lage temperaturen biedt de
af fabriek bijgevulde koelvloeistof
vorstbescherming tot ca. -37 °C.
Deze concentratie dient het gehele
jaar in stand te worden gehouden.
Extra koelvloeistofadditieven die
bedoeld zijn om extra corrosiebesten‐
digheid te bieden of om kleine lekken te dichten kunnen functiestoringen
veroorzaken. Aansprakelijkheid voor
eventuele gevolgen van het gebruik
van extra koelvloeistofadditieven
wordt niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
AdBlue Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 133.
Klantinformatie219Reparatie ongevalschade
Lakdikte
Afhankelijk van productietechnieken
kan de dikte van de laklaag variëren
tussen 50 en 400 µm.
Een verschil in de lakdikte is daarom
geen aanwijzing voor een reparatie
na een ongeval.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders (EDR)
Gegevensopslagmodules in de
auto
Een groot aantal elektronische
componenten van uw auto bevat
gegevensopslagnodules waarin tech‐
nische gegevens over de conditie van
de auto, gebeurtenissen en fouten
tijdelijk of permanent worden opge‐
slagen. Over het algemeen documen‐
teert de technische onformatie de
conditie van onderdelen, modules,
systemen of de omgeving:
● Staat van systeemcomponenten (bijv. vulniveaus)
● Statusberichten van de auto en de afzonderlijke componenten
(bijv. aantal omwentelingen van
het wiel / toerental, deceleratie,
zijwaartse acceleratie)
● Storingen en defecten in belang‐ rijke systeemcomponenten● Reacties van de auto in speci‐fieke verkeerssituaties (bijv.
ontplooien van een airbag, acti‐
veren van de stabiliteitsregeling)
● Omgevingscondities (bijv. temperatuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐
nisch en helpen fouten identificeren
en corrigeren alsook de functies van
de auto optimaliseren.
Bewegingsprofielen die afgelegde
routes aangeven, kunnen niet met
deze gegevens worden gemaakt.
Als er services worden gebruikt (bijv.
reparatiewerkzaamheden, onder‐
houdsprocessen, garantieclaims,
kwaliteitsborging), kunnen medewer‐
kers van het servicenetwerk (inclusief
de fabrikant) deze technische infor‐
matie met speciale diagnoseappara‐
tuur uit de voorvaal- en foutgege‐
vensopslagmodules aflezen. Raad‐
pleeg desgewenst deze werkplaat‐
sen voor meer informatie. Nadat een
fout gecorrigeerd is, worden de gege‐ vens uit de foutopslagmodule verwij‐
derd of worden ze constant over‐
schreven.
225Mistlampen.................110, 111, 172
Mistlampen voor ........................110
Motorgegevens .......................... 212
Motor-ID...................................... 210
Motorkap .................................... 161
Motorolie .................... 162, 207, 211
Motoroliedruk ............................... 90
Motoroliepeil laag ........................91
Motorolie verversen .....................90
Motor starten ............................. 127
Motorvermogen verminderd .........91
Munthouder .................................. 57
N Nieuwe auto inrijden ..................126
O Olie ............................................. 162
Olie, motor .......................... 207, 211
Ontlaadbeveiliging accu ............115
Opbergruimte................................ 57
Opbergvak .................................... 59
Opbergvak in bagageruimte .........69
Opbergvakken .............................. 57
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................57
Opbergvak middenconsole ..........59
Opbergvak onder passagiersstoel 59
Opbergvak onder passagiersstoel voorin ..............59Opschakelen ................................ 87
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 151
Parkeerlichten ............................ 111
Parkeren .............................. 18, 130
Partikelfilter ................................. 131
Pech ........................................... 201
Pollenfilter .................................. 123
Portieren ....................................... 23
Portier open ................................. 92
Prestaties ................................... 213
Profieldiepte ............................... 190
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 220
Regelbare instrumentenverlichting ...........112
Regensensor ................................ 75
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 219
Remassistentie .......................... 146
Rem- en koppelingsvloeistof ......207
Rem intrappen ............................. 92
Remmen ............................ 145, 165
Remsysteem ................................ 86
Remvloeistof .............................. 165
Reparatie ongevalschade ...........219
Reservewiel ............................... 198Richtingaanwijzer ........................84
Richtingaanwijzers ..................... 110
Roetfilter ............................... 89, 131
Rugleuning neerklappen .............38
Ruiten ........................................... 30
Rijgedrag en aanhangertips ......155
Rijklaar gewicht ....................72, 214
Rijverlichting ................................ 12
S Selectieve katalysatorreductie ....133
Service ............................... 123, 206
Service-display ......................82, 90
Service-indicatie ..........................86
Service-informatie ...................... 206
Sjorogen ...................................... 71
Slepen ................................ 155, 201
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Sneeuwkettingen .......................192
Snelheidsmeter ............................ 80
Snelheidswaarschuwing ...............92
Spiegels .................................. 28, 29
Spiegelverstelling ..........................9
SPORT-modus ............................ 88
SPORT-modus ........................... 139
Sproeiervloeistof ........................164
Startbeveiliging ......................27, 91
Starten en bedienen ...................126
Starthulp gebruiken ...................199