90Cd-speleraudiotrackgedeelte en de
gecomprimeerde bestanden
separaat worden afgespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de cd-speler
binnen in het apparaat vies
maken en storingen veroorza‐
ken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen gelden
voor mp3/wma-cd's:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2)
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens dieop een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:Aantal tracks: max. 999
Aantal tracks per mapniveau:
max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Let op
Dit hoofdstuk beschrijft alleen het afspelen van mp3-bestanden,
aangezien het werken met mp3- en
wma-bestanden hetzelfde is. Bij het
laden van een cd met wma-bestan‐
den verschijnen er mp3-gerela‐
teerde menu's.
Gebruik
Cd afspelen starten
Druk één of meerdere keren op
MEDIA om naar het hoofdmenu Cd of
Mp3 te gaan.
Is er een CD in de CD-speler, wordt
het afspelen van de CD gestart.
Afhankelijk van de data die op de
audio- of mp3-cd is opgeslagen
verschijnt er op het display verschil‐
lende informatie over de cd en de
huidige muziektrack.
Cd plaatsen Plaats de CD met de bedrukte kantnaar boven in de CD-sleuf totdat de CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het plaatsen van een cd
verschijnt 0 op het display.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op s of u .
Snel vooruit of achteruit
Houd s of u ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Tracks selecteren met behulp van
het audio-cd-menu
Druk op MENU-TUNE om het menu
Cd op te roepen.
92AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............92
Gebruik ........................................ 92Algemene aanwijzingen
Op het bedieningspaneel van het
Infotainmentsysteem 3 70 zit een
AUX-ingang voor het aansluiten van externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-
ingang aan te sluiten met een
3,5 mm stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
CD 3.0 BT
Druk één of meerdere malen op
MEDIA om de modus AUX te active‐
ren.
R 3.0
Druk op AUX om de modus AUX te
activeren.Stel het volume bij door m VOL van
het Infotainmentsysteem te draaien.
Alle andere functies werken alleen via de bedieningsorganen van de audio‐
bron.
USB-poort93USB-poortAlgemene aanwijzingen...............93
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ....................................... 94Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB- aansluiting/adapter) of iPod aanslui‐
ten.
Na het aansluiten op de USB-poort
kunnen diverse functies van de
bovenstaande apparaten worden
bediend via de bedieningsorganen en menu's van het infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Opmerkingen
● De op de USB-poort aangesloten
externe apparaten moeten
voldoen aan de USB Mass
Storage Class-specificatie (USB
MSC).● Via USB aangesloten apparaten worden ondersteund volgens
USB-specificatie V 2.0. Maxi‐
male ondersteunde snelheid:
12 Mbit/s.
● Alleen apparaten met een FAT16/FAT32-bestandssysteemworden ondersteund.
● Vaste-schijfstations (HDD) worden niet ondersteund.
● USB-hubs worden niet onder‐ steund.
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 Level 1, Level 2,
Romeo, Joliet
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een
ander formaat zijn geschreven
dan hierboven vermeld niet
correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen
niet correct worden weergege‐
ven.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op de bestanden
die op het externe apparaat zijn
opgeslagen:
94USB-poortBit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2)
● Voor de gegevens op externe apparaten die zijn aangesloten
op de USB-poort gelden de
volgende beperkingen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal tracks per mapniveau: max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van online-muziekwinkels kunnenniet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze met Windows Media Player, minimaal versie 9, zijn aange‐
maakt.
Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .wpl
De afspeellijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt.Het systeemkenmerk voor
mappen/bestanden dat audioge‐
gevens bevat, mag niet ingesteld
zijn.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
MEDIA om de modus Mp3 of iPod te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het toestel zijn opgeslagen, wordt
automatisch gestart.
MP3:
iPod:
Toestelspecifiek menu gebruiken
Druk op MENU-TUNE om naar het
menu van het momenteel verbonden apparaat te gaan.
Tracks shuffelen
Alle tracks in willekeurige volgorde
afspelen: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 2 in het betreffende
hoofdmenu.
Herhalen
Een track steeds opnieuw beluiste‐
ren: stel deze functie in op Aan.
96Streaming audio via BluetoothStreaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ....................96
Bediening ..................................... 96Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen (bijv. mobiele telefoons voor muziek,mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het Infotainmentsysteem.
Opmerkingen ● Het Infotainmentsysteem werkt alleen met Bluetooth-apparaten
die A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile), versie 1.2 of
hoger, ondersteunen.
● Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote
Control Profile), versie 1.0 of
hoger ondersteunen. Als het
apparaat AVRCP niet onder‐
steunt, werkt alleen de volume‐
regeling via het infotainmentsys‐
teem.
● Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-
apparaat op het Infotainmentsys‐ teem vertrouwd met de gebruiks‐
aanwijzing voor Bluetooth-func‐
ties van het apparaat.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het infotainmentsysteem moet aan de
volgende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 99.
● De Bluetooth-functie van de externe Bluetooth-audiobron
moet geactiveerd zijn (zie
gebruiksaanwijzing van het
apparaat).
● Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet u het appa‐raat wellicht op "zichtbaar" zetten
(zie gebruiksaanwijzing van het
apparaat).
● De externe Bluetooth-audiobron moet met het infotainmentsys‐
teem gekoppeld en verbonden
zijn 3 99.
Streaming audio via Bluetooth97Bluetooth-muziekmodus
activeren
Druk één of meerdere malen op
MEDIA om de Bluetooth muziekmo‐
dus te activeren.
Streaming audio via Bluetooth moet
via het Bluetooth-apparaat worden gestart en onderbroken/gestopt.
Bediening via
infotainmentsysteem
Volume aanpassen
Het volume kan via het Infotainment‐ systeem worden aangepast 3 75.
Naar volgende of vorige track gaan Druk kort op s of u op het bedie‐
ningspaneel van het Infotainmentsys‐
teem.
104TelefoonBellijsten gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste oproepen worden geregistreerd in
bijbehorende bellijsten.
Druk in het telefoonhoofdmenu op
MENU-TUNE om Menu telefoon te
openen. Selecteer de submenuoptie
Gesprekslijsten .
Eventueel kunt u de toets y / @
indrukken.
Het volgende scherm verschijnt.
Selecteer de gewenste bellijst, bijv.
Gemiste oproepen . Er verschijnt een
menu met de bijbehorende bellijst.
Telefoongesprek initiëren: selecteer
de gewenste lijstvermelding. Het
systeem kiest het betreffende tele‐
foonnummer.
Telefoonnummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op 7 op het stuurwiel om naar
het menu Opnieuw kiezen te gaan.
Druk op 7 om een telefoonnummer te
gaan kiezen.
Druk op xn op het stuurwiel om het
menu Opnieuw kiezen te verlaten.
Gebruik eventueel de knop
MENU-TUNE om Nee op het display
te selecteren.
Inkomend telefoongesprek Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of cd-
modus, actief is, wordt het geluid van
de betreffende audiomodus onder‐
drukt en blijft dit zo totdat het gesprek
wordt beëindigd.
Oproep beantwoorden: selecteer
Aannemen op het display.Oproep weigeren: selecteer
Weigeren op het display.
Tweede inkomende oproep
Als er tijdens een gesprek nog een
oproep binnenkomt, verschijnt er een bericht.
Tweede oproep beantwoorden en
huidig gesprek beëindigen: selecteer
Aannemen op het display.
Tweede oproep weigeren en huidig
gesprek voortzetten: selecteer
Weigeren op het display.
Beltoon wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Beltoon . Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare beltonen.
Selecteer de gewenste beltoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het beltoonvolume 3 79.
108TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen. 89, 92, 93, 98
Infotainmentsysteem .................68
USB-poort ................................. 93
Algemene informatie..................... 96 AUX-ingang ............................... 92
Bluetooth-muziek ......................96
CD-speler .................................. 89
Telefoon .................................... 98
Antidiefstalfunctie ........................69
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 70
Automatische volumeregeling ......79
Autostore-lijsten ............................ 82
Zenders ophalen .......................82
Zenders opslaan .......................82
AUX-functie activeren ...................92
AUX-ingang Algemene informatie .................92
Bediening .................................. 92
Inschakelen ............................... 92
Volume aanpassen ...................92
B
Basisbediening ............................. 77
Bediening ............................. 96, 102
AUX-ingang ............................... 92
Bluetooth-muziek ......................96
CD-speler .................................. 90Menu......................................... 77
Radio ......................................... 81
Telefoon .................................. 102
USB-poort ................................. 94
Bedieningselementen Infotainment-systeem ................70
Stuurwiel ................................... 70
Telefoon .................................... 98
Bedieningspaneel Infotainment ....70
Bel Beltoon .................................... 102
Functies tijdens het gesprek ...102
Inkomend gesprek ..................102
Telefoongesprek initiëren ........102
Beltoon Beltoon selecteren ..................102
Beltoonvolume .......................... 79
Bluetooth Bluetooth-muziek ......................96
Bluetooth-verbinding .................99
Telefoon .................................. 102
Bluetooth-muziek Algemene informatie .................96
Bediening .................................. 96
Inschakelen ............................... 96
Voorwaarden ............................. 96
Bluetooth-verbinding ....................99