98TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen...............98
Bluetooth-verbinding ....................99
Noodoproep ............................... 101
Bediening ................................... 102
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................105Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de
belangrijkste functies van de mobiele
telefoon te bedienen. Om het tele‐
foonportaal te kunnen gebruiken,
moet de mobiele telefoon via Blue‐
tooth met het Infotainmentsysteem
verbonden zijn.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn doordat
uw concentratie afneemt tijdens
het telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de
bepalingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in
sommige gebieden gelden op en
zet uw mobiele telefoon uit als
Telefoon99mobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radionorm voor de
draadloze verbinding van bijv. een telefoon met andere apparaten.
Gegevens zoals een telefoonboek,
gesprekslijsten, de naam van de
netwerkoperator en de sterkte van de verbinding kunnen worden overge‐
dragen. Welke functies er beschik‐
baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met het telefoonportaal tot stand te brengen,
moet de Bluetooth-functie van de
mobiele telefoon worden ingescha‐
keld en de mobiele telefoon worden ingesteld op "zichtbaar". Raadpleeg
voor meer informatie de gebruiksaan‐
wijzing van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth. In het
submenu wordt u een vraag gesteld.
Zet Bluetooth op Aan door de vraag
naar keuze met Ja of Nee te beant‐
woorden.
Een Bluetooth-apparaat koppelen Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Telefooninstellingen en vervolgens
Apparaat koppelen .
Of u kunt tweemaal op y / @ drukken.
Het volgende display verschijnt:
Zodra het telefoonportal van het Info‐
tainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐ lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toestel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Let op
Het telefoonboek van uw mobiele
telefoon wordt automatisch gedown‐
load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen
kunnen op het display van het Info‐ tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend zijn.
100TelefoonNa het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden
met het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het systeem.
Als de Bluetooth-verbinding mislukt:
start de bovenstaande procedure
nogmaals of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
Let op
Aan het Infotainmentsysteem
kunnen maximaal 5 toestellen
worden gekoppeld.
De Bluetooth-code wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth-code wijzigen .
Het volgende display verschijnt:Voer de gewenste viercijferige
pincode in en bevestig de door u inge‐ voerde gegevens met OK.
Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth-
apparaten die momenteel aan het
infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er
verschijnt een submenu.
Selecteer de submenuoptie
Selecteren om de verbinding tot
stand te brengen.
Verbinding van apparaat
verbreken
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth- apparaten die momenteel aan het
infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth- toestel wordt aangeduid met 9.
Selecteer het gekoppelde apparaat. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de submenuoptie
Verbreken om het apparaat te
ontkoppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Telefoon101Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth-
apparaten die momenteel aan het
infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er
verschijnt een submenu.
Als het apparaat aangesloten is, moet het eerst worden ontkoppeld (zie hier‐
boven).
Selecteer de submenuoptie Wissen
om het apparaat te verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten De telefooninstellingen, bijv. de appa‐
ratenlijst, de Bluetooth-code en het
belgeluid, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Telefooninstellingen en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Vertrouw daarom niet
alleen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
102Telefoon9Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon ook via het Info‐
tainmentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van het
model telefoon kan dit enkele minu‐
ten duren. Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele telefoon via het Infotainmentsysteem slechts
beperkt mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat
beschreven, afwijkt.
Voorwaarden
Voor de handsfreemodus van het
infotainmentsysteem moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 99.
● De Bluetooth-functie van de mobiele telefoon moet geacti‐
veerd zijn (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).● De mobiele telefoon moet op "zichtbaar" staan (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekop‐
peld zijn 3 99.
Handsfreemodus activeren
Druk op y / @ op het bedieningspa‐
neel van het Infotainmentsysteem. Het hoofdmenu van de telefoon
verschijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 99.
108TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen. 89, 92, 93, 98
Infotainmentsysteem .................68
USB-poort ................................. 93
Algemene informatie..................... 96 AUX-ingang ............................... 92
Bluetooth-muziek ......................96
CD-speler .................................. 89
Telefoon .................................... 98
Antidiefstalfunctie ........................69
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 70
Automatische volumeregeling ......79
Autostore-lijsten ............................ 82
Zenders ophalen .......................82
Zenders opslaan .......................82
AUX-functie activeren ...................92
AUX-ingang Algemene informatie .................92
Bediening .................................. 92
Inschakelen ............................... 92
Volume aanpassen ...................92
B
Basisbediening ............................. 77
Bediening ............................. 96, 102
AUX-ingang ............................... 92
Bluetooth-muziek ......................96
CD-speler .................................. 90Menu......................................... 77
Radio ......................................... 81
Telefoon .................................. 102
USB-poort ................................. 94
Bedieningselementen Infotainment-systeem ................70
Stuurwiel ................................... 70
Telefoon .................................... 98
Bedieningspaneel Infotainment ....70
Bel Beltoon .................................... 102
Functies tijdens het gesprek ...102
Inkomend gesprek ..................102
Telefoongesprek initiëren ........102
Beltoon Beltoon selecteren ..................102
Beltoonvolume .......................... 79
Bluetooth Bluetooth-muziek ......................96
Bluetooth-verbinding .................99
Telefoon .................................. 102
Bluetooth-muziek Algemene informatie .................96
Bediening .................................. 96
Inschakelen ............................... 96
Voorwaarden ............................. 96
Bluetooth-verbinding ....................99
109CCategorielijst ................................. 83
Cd afspelen starten ......................90
Cd-menu ....................................... 90
CD-speler Algemene informatie .................89
Cd afspelen starten ...................90
Cd plaatsen ............................... 90
Cd-menu ................................... 90
Een cd verwijderen.................... 90
Gebruik...................................... 90
Inschakelen ............................... 90
CD-speler activeren ......................90
D DAB .............................................. 87
Datuminstellingen .........................75
De radio inschakelen ....................81
Digital Audio Broadcasting ...........87
Dynamisch audioaanpassing .......87
F
Favoriete lijsten ............................ 83
Zenders ophalen .......................83
Zenders opslaan .......................83
Favorietenlijst ............................... 83
Frequentiebereikmenu's ...............83
Frequentiebereik selecteren .........81
Functie Opnieuw kiezen .............102G
Gebruik ....................... 75, 81, 90, 92
AUX-ingang ............................... 92
Bluetooth-muziek ......................96
CD-speler .................................. 90
Menu ......................................... 77
Radio ......................................... 81
Telefoon .................................. 102
USB-poort ................................. 94
Geluidsinstellingen .......................78
Gesprekslijsten ........................... 102
H
Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 102
I
Infotainmentsysteem inschakelen 75
K
Knop MENU-TUNE....................... 77
M Maximaal opstartvolume............... 79
Menubediening ............................. 77
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................105
Mute.............................................. 75
N
Noodoproep ................................ 101O
Opgeslagen audiobestanden afspelen..................................... 94
Overzicht bedieningselementen ...70
R Radio Afstemmen op zender ...............81
Autostorelijsten.......................... 82
Bereik selecteren ......................87
Categorielijst ............................. 83
DAB configureren ......................87
DAB-berichten ........................... 83
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 87
Dynamisch audioaanpassing ....87
Favoriete lijsten ......................... 83
Frequentiebereik selecteren .....81
Frequentiebereikmenu's............ 83
Gebruik...................................... 81
Inschakelen ............................... 81
Radio Data System (RDS) ........85
RDS configureren...................... 85
Regio-instelling.......................... 85
Verkeersberichten .....................85
Verkeersinformatie ....................85
Zender zoeken .......................... 81
Zenderlijsten.............................. 83
Zenderlijsten bijwerken .............83
110Zenders ophalen.................82, 83
Zenders opslaan .................82, 83
Radio activeren............................. 81
Radio Data System (RDS) ........... 85
RDS .............................................. 85
Regio-instelling ............................. 85
S Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 96
Systeeminstellingen Fabrieksinstellingen terugzetten 75
Taal ........................................... 75
Tijd en datum ............................ 75
Voertuiginstellingen ...................75
T
Taalinstellingen............................. 75
TA-volume .................................... 79
Telefoon Algemene informatie .................98
Bedieningselementen ...............98
Beltoon selecteren ..................102
Bluetooth ................................... 98
Bluetooth-verbinding .................99
Een telefoonnummer kiezen ...102
Functies tijdens het gesprek ...102
Gesprekslijsten........................ 102
Inkomend gesprek ..................102
Inschakelen ............................. 102
Noodoproepen ........................ 101Opmerkingen............................. 98
Telefoonboek .......................... 102
Telefoonnummer opnieuw
kiezen ...................................... 102
Voorwaarden ........................... 102
Telefoonboek .............................. 102
Tijdinstellingen .............................. 75
U USB-functie activeren ...................94
USB-menu .................................... 94
USB-poort Activering .................................. 94
Algemene aanwijzingen ............93
Bediening .................................. 94
Opmerkingen............................. 93
USB-apparaat aansluiten ..........93
USB-apparaat verwijderen ........94
USB-menu................................. 94
V Verkeersberichten ........................85
Verkeersberichten blokkeren ........85
Verkeersinformatie .......................85
Volume Automatische volumeregeling ...79
Beltoonvolume .......................... 79
Maximaal opstartvolume ...........79
Stiltefunctie................................ 75
TA-volume ................................. 79
Volume instellen ........................75Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ............................. 75
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............79
Volume-instellingen ......................79
Z
Zenderlijsten ................................. 83
Zenderlijsten bijwerken .................83
Zenders ophalen ....................82, 83
Zenders opslaan .....................82, 83
Zender zoeken.............................. 81