Rijden en bediening145
●Druk alleen voor deactiveren van
het Traction Control-systeem
even op b: TC werkt niet maar
ESC blijft werken. Bij het deacti‐
veren van TC verschijnt er een
statusbericht op het Driver Infor‐
mation Center.
Als de auto na het deactiveren van
ESC de stabiliteitsdrempel bereikt,
activeert het systeem ESC opnieuw
voor de duur van de overschrijding
wanneer het rempedaal één keer
wordt ingetrapt.
U kunt de ESC weer activeren door
nogmaals op b te drukken. Wanneer
de TC voorheen was uitgeschakeld,
worden zowel TC als ESC opnieuw
geactiveerd. Er verschijnt er een
statusbericht op het Driver Informa‐
tion Center en t dooft wanneer TC en
ESC opnieuw worden geactiveerd.
De ESC wordt ook opnieuw geacti‐
veerd wanneer u de ontsteking de
volgende keer weer inschakelt.
Storing
Bij een storing in het systeem licht het controlelampje b ononderbroken op
en verschijnt er een bericht of een
waarschuwingscode op het Driver
Information Center. Het systeem is
buiten werking.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Stadsmodus
De stadsmodus is een functie voor
meer stuurbekrachtiging bij lagere
snelheden, zoals in stadsverkeer of
bij het inparkeren. De stuurbekrachti‐
ging wordt versterkt voor meer
comfort.Activering
Druk bij een draaiende motor op B.
Het systeem werkt vanuit stationair
draaien tot 35 km/u en in de achter‐
uitversnelling. Bij hogere snelheden
schakelt het systeem over op de
reguliere modus. Na het activeren
ervan werkt de stadsmodus automa‐
tisch bij een snelheid van minder dan 35 km/u.
Een brandende LED in de stadsmo‐
dus geeft aan dat het systeem actief
is.
Ook verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center.
148Rijden en bedieningAutomatisch uitschakelen:● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid met meer dan 25 km/u onder de ingestelde
snelheid daalt.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De keuzehendel is in N.
● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt
en het rempedaal intrapt, wordt de cruise control gedeactiveerd
en wordt de opgeslagen snelheid gewist.
Opgeslagen snelheid hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid boven 30 km/u. De opgesla‐
gen snelheid wordt nu overgenomen.Uitschakelen
Druk op m; de controlelamp m op de
instrumentengroep gaat uit. De
opslagen snelheid wordt gewist.
Via L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact wordt ook de cruise
control uitgeschakeld en wordt de
opgeslagen snelheid gewist.
Snelheidsbegrenzer De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De maximumsnelheid kan worden
ingesteld op snelheden hoger dan 25 km/u tot maximaal 200 km/h.
De bestuurder kan alleen accelereren tot de vooraf ingestelde snelheid. Bijhet afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt de ingestelde snelheidslimiet op het
Driver Information Center weergege‐
ven.Activering
Druk op L. Als de cruise control
eerder geactiveerd was, wordt deze
uitgeschakeld als de snelheidsbe‐
grenzer wordt geactiveerd en de
controlelamp m dooft.
Ingestelde snelheidslimiet Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel kort naar SET/-:
de huidige snelheid wordt als snel‐
heidslimiet opgeslagen. De snel‐
heidslimiet verschijnt op het Driver
Information Center.
243Brandstof.................................... 161
Brandstofkeuzeschakelaar ..........84
Brandstofmeter ............................ 83
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 167
Brandstof voor benzinemotoren 161
Brandstof voor rijden op LPG .....162
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................78
Buitenverlichting .........................111
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................... 13, 76
Code ........................................... 100
Colour-Info-Display .......................99
Conformiteitsverklaring ...............234
Contactslotstanden ....................130
Controlelampen ......................82, 85
Controle over de auto ................129
Controles .................................... 170
Cruise control ...................... 93, 146
D
Dagrijlicht ................................... 113
Dagteller ...................................... 83
Dakbelasting ................................. 72
Dakdrager .................................... 71
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dimlicht of grootlicht ...................111
Draagsysteem achterzijde ............56Driepuntsgordel ........................... 40
Driver Information Center .............93
E Eerste hulp ................................... 71
Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............81
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 185
Elektronische rijprogramma's ....140
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....91
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 144
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............91
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............122
Erkenning van software ..............236
Event Data Recorders (EDR) .....240
F
Fietsendrager ............................... 56
Flex-Fix-systeem .......................... 56
Frontaal airbagsysteem ...............45
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................137
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..239Geluidssignalen .........................102
Gereedschap ............................. 189
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................70
Gloeilamp vervangen ................176
Gordels ......................................... 39
Gordelverklikker ........................... 88
Gordijnairbagsysteem .................. 46
Graphic-Info-Display .....................99
Grootlicht ............................. 93, 112
H Halogeenkoplampen .................176
Handgeschakelde modus ..........140
Handgeschakelde versnellingsbak ......................136
Handmatige dimfunctie ................29
Handrem ............................. 141, 142
Handschoenenkastje ...................54
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 142
Hoofdsteunen .............................. 34
Hoofdsteunverstelling ....................8
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 50
Inductief opladen ..........................81
Info-Displays ................................. 93
Inhouden ................................... 232
245Ruiten........................................... 30
Rijregelsystemen ........................143
Rijverlichting .......................... 12, 93
S
Service ....................................... 128
Service-display ............................ 84
Service-indicatie .......................... 90
Service-informatie ...................... 218
Sjorogen ...................................... 70
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................197
Snelheidsbegrenzer ...................148
Snelheidsmeter ............................ 82 Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................172
Stadsmodus................................ 145
Startbeveiliging ......................28, 93
Starten en bedienen ...................130
Starthulp gebruiken ...................209
Stoelpositie .................................. 35
Stoelverstelling ........................7, 36
Stoelverwarming ........................... 39
Stop/Start-systeem .....................132
Storing ....................................... 140
Storingsindicatielamp ..................90
Sturen ......................................... 130
Stuurbedieningsknoppen .............75Stuurbekrachtiging........................ 91
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 75
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 164
Te laag brandstofpeil ...................92
Toerenteller ................................. 83
Top-Tether-bevestigingsogen ......53
Traction Control .........................143
Trekken....................................... 211
Typeplaatje ................................ 223
U Uitlaatgassen ............................. 135
Uitrol-brandstofafsluiter .............131
Uitstapverlichting .......................117
Ultrasoonparkeerhulp ..................91
Uplevel-display ............................. 93
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 197
Vaste luchtroosters ....................127
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................39
Velgen en banden .....................190
Ventilatie ..................................... 119
Ventilatieopeningen ....................127Verbanddoos ............................... 71
Vergrendelingssysteem ...............26
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............137
Verstelbare luchtroosters ........... 127
Vertraagde uitschakeling stroom 130
Verwarmde spiegels ....................29
Verwarmd stuurwiel .....................75
Verwarming ................................. 39
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 119
Verwerking van sloopauto .........169
Verzorging .................................. 213
Verzorging exterieur ..................213
Verzorging interieur ...................216
Vloerafdekking bagageruimte ......68
Voertuiggewicht .........................230
Voertuigidentificatienummer ......222
Voordat u wegrijdt ........................ 17 Voorruit ......................................... 30
Voorstoelen .................................. 35
W
Waarschuwingslichten ..................82
Werkzaamheden uitvoeren .......170
Wieldoppen ................................ 197
Wiel verwisselen ........................202
Winterbanden ............................ 190
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie achterruit .......77