Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-8
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU74026
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbrengen.
Het aanbrengen van wijzigingen tijdens
het rijden kan u afleiden en vergroot hetrisico op een ongeval. De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een toerenteller
een klok
een brandstofniveaumeter
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur/luchttemperatuur
een eco-controlelampje
een aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling
een rijmodusweergave
een TCS-weergave
een multifunctioneel display
OPMERKING
Draai de sleutel naar “ON” alvorens de
“CLOCK”- en “RESET”-toets te gebrui-
ken om het multifunctionele display in
te stellen, behalve bij het wisselen
naar de helderheidsregeling.
QS vereist een accessoire en kan niet
worden geselecteerd.
Voor Verenigd K
oninkrijk: Druk de
“CLOCK”- en “RESET”-toets tegelij-
kertijd in om de snelheidsmeter en
weergaven van de multifunctionele
meter te wisselen tussen kilometersen mijlen.
1. “CLOCK”-toets
2. “RESET”-toets
12
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Klok
3. Toerenteller
4. Weergave koelvloeistoftemperatuur/ luchttemperatuur
5. Snelheidsmeter
6. Brandstofniveaumeter
7. Eco-controlelampje “ECO”
8. Rijmodusweergave
9. TCS-weergave
10.Multifunctioneel display12 3 5 46
97 8
10
B67-9-D0.book 8 ページ 2016年2月15日 月曜日 午後4時24分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-9
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het motortoerental controleren en dit binnen het
ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de toerenteller uit tot het hoogste toe-
rental en keert daarna weer terug naar nul
tpm om het elektrische circuit te testen.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 11800 tpm en hoger
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
De klok instellen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “CLOCK”-toets twee secon-
den ingedrukt.
3. Als de uuraanduiding begint te knippe- ren, drukt u op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.
4. Druk op de “CLOCK”-toets en de mi- nutenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Druk op de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
6. Druk op de “CLOCK”-toets en laat deze dan los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
1. Snelheidsmeter
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
12
1. Klok
1
1. Brandstofniveaumeter
1
B67-9-D0.book 9 ページ 2016年2月15日 月曜日 午後4時24分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-13
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Druk in dat geval op de “SELECT”-schake-
laar om de weergave te wisselen in de on-
derstaande volgorde:
TRIP F km/L of L/100 km AVE – –.–
km/L of AVE – –.– L/100 km ODO
TRIP 1 TRIP 2 TRIP F
Voor Verenigd Koninkrijk:
TRIP F km/L, L/100 km of MPG AVE
– –.– km/L, AVE – –.– L/100 km of AVE –
–.– MPG ODO TRIP 1 TRIP 2
TRIP FOPMERKING
Om een ritteller terug te stellen, selec-
teert u deze door op de “SE-
LECT”-schakelaar te drukken, deze
los te laten en daarna de “RE-
SET”-toets twee seconden ingedrukt
te houden.
Als u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze auto-
matisch teruggesteld zodra u na het
tanken 5 km (3 mi) hebt gereden. De
ritteller verdwijnt dan vanzelf van hetdisplay. Modus huidig brandstofverbruik
Het huidige brandstofverbruik kan worden
ingesteld op “km/L”, “L/100 km” of “MPG”
(voor het Verenigd Koninkrijk).
“km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt
weergegeven.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rijom-
standigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
“MPG” (voor Verenigd
Koninkrijk): De
afstand die onder de huidige rijom-
standigheden kan worden afgelegd
met 1.0 Imp.gal brandstof wordt weer-
gegeven.
Druk de “CLOCK”- en “RESET”-toets tege-
lijkertijd in om te wisselen tussen de weer- gave-instellingen voor het huidige
brandstofverbruik.
OPMERKINGBij snelheden onder 20 km/h (12 mi/h)wordt “– –.–” weergegeven.
Modus gemiddeld brandstofverbruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op “AVE
– –.– km/L”, “AVE – –.– L/100 km” of “AVE
– –.– MPG” (voor Verenigd Koninkrijk).
“AVE – –.– km/L”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
L brandstof wordt weergegeven.
“AVE – –.– L/100 km”: De gemiddelde
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
B67-9-D0.book 13 ページ 2016年2月15日 月曜日 午後4時24分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-14
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen wordt weergege-
ven.
“AVE – –.– MPG” (voor Verenigd Ko-
ninkrijk): De gemiddelde afstand die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof wordt weergegeven.
Druk de “CLOCK”- en “RESET”-toets tege-
lijkertijd in om te wisselen tussen de weer-
gave-instellingen voor het gemiddelde
brandstofverbruik.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen, houdt u
de “RESET”-toets twee seconden inge-
drukt.
OPMERKINGNadat u de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik hebt teruggesteld, wordt
“– –.–” weergegeven totdat 1 km (0.6 mi)met de machine is afgelegd. Instelfunctie voor di
splayhelderheid en
voor controlelampje schakelmoment
Deze instelfunctie schakelt door vijf regel-
functies heen, zodat u de volgende instellin-
gen kunt selecteren volgens onderstaande
volgorde.
Displayhelderheid:
Via deze functie regelt u de helderheid
van de weergaven en toerenteller.
Activiteit van het controlelampje scha-
kelmoment:
Met deze functie kunt u het controle-
lampje instellen op aan, knipperen of
uit.
Activeren van het controlelampje
schakelmoment:
Via deze functie kiest u het motortoe-
rental waarbij het controlelampje ge-
activeerd zal worden.
Deactiveren van het controlelampje
schakelmoment:
Via deze functie kiest u het motortoe-
rental waarbij het controlelampje ge-
deactiveerd zal worden.
Helderheid van het controlelampje
schakelmoment:
Met deze functie regelt u de helderheid
van het controlelampje schakelmo-
ment.
OPMERKINGDe weergave van het helderheidsniveau
toont de instelling voor de displayhelder-heid.
Om de helderheid van de weergaven entoerenteller aan te passen1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk op de “CLOCK”-toets en houd deze vast.
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden en laat dan de
“CLOCK”-toets los.
4. Druk op de “RESET”-toets om de ge-
wenste displayhelderheid te kiezen.
5. Druk op de “CLOCK”-toets om het ge- selecteerde helderheidsniveau te be-
vestigen. De instelfunctie gaat over
naar de functie acti viteit van het con-
trolelampje schakelmoment.
1. Weergave helderheidsniveau
1
B67-9-D0.book 14 ページ 2016年2月15日 月曜日 午後4時24分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-15
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Instellen van de functie activiteit van hetcontrolelampje schakelmoment1. Druk op de toets “RESET” om een van de volgende instellingen voor de activi-
teit van het controlelampje te kiezen:
Aan - het controlelampje gaat bij
activering branden. (Deze instelling
is geselecteerd wanneer het con-
trolelampje aan blijft.)
Knipperen - het controlelampje
gaat bij activering knipperen. (Deze
instelling is geselecteerd wanneer
het controlelampje vier keer per se-
conde knippert.)
Uit - het controlelampje is gedeacti-
veerd, m.a.w. het gaat niet branden
of knipperen. (Deze instelling is ac-
tief wanneer het controlelampje
één keer per twee seconden knip-
pert.)
2. Druk op de “CLOCK”-toets om de ge- selecteerde activiteit van het controle-
lampje te bevestigen. De instelfunctie
gaat over naar de functie activering
van het controlelampje schakelmo-
ment.
Instellen van de functie activering van het
controlelampje schakelmomentOPMERKINGDe functie activering van het controlelampje schakelmoment kan worden ingesteld tus-
sen 7000 tpm en 13000 tpm. Het controle-
lampje kan worden ingesteld in stappen van
200 tpm.
1. Druk de “RESET”-toets in om het mo- tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten activeren.
2. Druk op de “CLOCK”-toets om het ge- selecteerde motortoerental te bevesti-
gen. De instelfunctie gaat over naar de
functie deactiveren van het controle-
lampje schakelmoment.
Instellen van de functie deactiveren van hetcontrolelampje schakelmomentOPMERKING
De functie deactivering van het contro-
lelampje schakelmoment kan worden
ingesteld tussen 7000 tpm en 13000
tpm. Het controlelampje kan worden
ingesteld in stappen van 200 tpm.
Denk eraan dat de deactiveerfunctie
op een hoger toerental moet worden
ingesteld dan de activeerfunctie, an-
ders zal het controlelampje schakel-moment gedeactiveerd blijven.
1. Druk op de toets “RESET” om het mo- tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten deactiveren.
2. Druk op de “CLOCK”-toets om het ge- selecteerde motortoerental te bevesti-
gen. De instelfunctie gaat over naar de
functie helderheid van het controle-
lampje schakelmoment.
Instellen van de helder heid van het contro-
lelampje schakelmoment1. Druk op de toets “RESET” om de ge-
wenste helderheid van het controle-
lampje te kiezen.
2. Druk op de “CLOCK”-toets om de ge- selecteerde helderheid van het contro-
lelampje te bevestigen en de
instelfunctie voor displayhelderheid en
voor het controlelampje schakelmo-
ment te verlaten.
B67-9-D0.book 15 ページ 2016年2月15日 月曜日 午後4時24分