Periodiek onderhoud en afstelling
6-20
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU57070
RemlichtschakelaarsVoor modellen zonder ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door het
rempedaal en de remhendel, moet oplich-
ten nét voordat de remmen aangrijpen. Stel
de remlichtschakelaar achter indien nodig
als volgt af. De remlichtschakelaar voor
dient te worden afgesteld door een Yamaha
dealer.
Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de remlicht-
schakelaar vast. Draai de stelmoer in de
richting (a) om het remlicht eerder te laten
branden. Draai de stelmoer in de richting (b)
om het remlicht later te laten branden. Voor modellen met ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door het
rempedaal en de remhendel, moet oplich-
ten nét voordat de remmen aangrijpen. Laat
de remlichtschakelaars indien nodig door
een Yamaha dealer afstellen.
DAU22393
Controleren van voor- en
achterremblokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU36891
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicator, zodat het remblok kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
blokslijtage te controleren. Wanneer een
remblok zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator de remschijf
bijna raakt, vraag
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
1
2
(b)
(a)
1. Slijtage-indicator remblok
1
1
B87-F8199-D0_1.book 20 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Periodiek onderhoud en afstelling
6-22
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg dat tijdens het bij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnendringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verlagen zodat
dampbelvorming kan optreden en
vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan ver-stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan ge lakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in he
t periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders, de
remklauwen en de remslangen vervangen
volgens de intervalperioden of wanneer ze
lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
B87-F8199-D0_1.book 22 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
MT09 MT09A
3. Plaats het paneel in de oorspronkelijke positie.
4. Monteer de bout en de drukclips.
OPMERKINGDe drukclips worden bevestigd door de pen
naar buiten te drukken, de drukclip in het
paneel te steken en dan de pen naar binnen
te drukken totdat deze gelijk ligt met de kopvan de clip. De hoofdzekering, de zekering van het
brandstofinspuitsysteem en zekeringen-
kastje 2 bevinden zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-24.)
1. Zekeringenkastje 1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering parkeerlichten
3. Hulpzekering
4. Zekering signaleringssysteem
5. Koplampzekering
6. Reservezekering
1
12
6
345
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering parkeerlichten
4. Hulpzekering
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
123
7
456
1. Zekeringenkastje 2
2. Hoofdzekering
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering
brandstofinjectiesysteem
2
3
4
1
B87-F8199-D0_1.book 31 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
MT09 MT09A
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u de
kap van het startmotorrelais door deze om-hoog te trekken.Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven am pèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering (voor klok en startblokkeersysteem)
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Reservezekering
123
4
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering (voor klok en startblokkeersysteem)
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
5. Zekering ABS-motor
6. Reservezekering
123
6
45
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1
2
3
B87-F8199-D0_1.book 32 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Periodiek onderhoud en afstelling
6-33
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreff ende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch systeem te controleren.
DAU58001
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 50.0 A
Hulpzekering:
2.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A (MT09A)
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 15.0 A (MT09A)
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A (MT09A)
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
B87-F8199-D0_1.book 33 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Periodiek onderhoud en afstelling
6-39
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU44792
Voorwiel (voor modellen zonder
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-monteerd worden.
DAU56270
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen. 1. Draai de klembout van de voorwielas los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los. 2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem- klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauwen zijn verwijderd,
hierdoor worden de remblokken te-
gen elkaar geknepen.
[DCA11052]
4. Trek de wielas uit en verwijder dan het wiel.
Aanbrengen van het voorwiel 1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over deremschijven worden gemonteerd.
4. Laat het voorwiel tot op de grond zak- ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Zet de wielas, de voorwielasklembout
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout
3
2
1
1. Remklauwbout
2. Remklauw12
B87-F8199-D0_1.book 39 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Periodiek onderhoud en afstelling
6-40
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
en de remklauwbouten vast met de
voorgeschreven aanhaalmomenten.
6. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU44802
Achterwiel (voor modellen
zonder ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-monteerd worden.
DAU56701
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasmoer los. 2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-38.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer volledig los aan beide zijden van de achterbrug.
5. Draai de stelbouten van de aandrijfket- ting volledig in richting (a) en druk het
wiel naar voren.
6. Haal de aandrijfketting van het achter- tandwiel.
OPMERKING
Als het verwijderen van de aandrijfket-
ting problemen oplevert, verwijder dan
eerst de wielas en breng het wiel vol-
doende omhoog om de ketting van het
achtertandwiel te kunnen halen.
De aandrijfketting kan niet worden ge-
Aanhaalmomenten:
Wielas:
65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Remklauwbout: 35 Nm (3.5 m·kgf, 25 ft·lbf)
1. Wielasmoer
1
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer
(a)1
2
B87-F8199-D0_1.book 40 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Verzorging en stalling van de motorfiets
7-2
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de kuip-
ruit. Test het product op een klein,
niet-zichtbaar gedeelte van de kuip-
ruit om zeker te zijn dat geen sporen achterblijven op de kuipruit. Als de
kuipruit krasjes vertoont, breng dan
na wassen een hoogwaardige po-
lish voor gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbar e plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in com-
binatie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nogtot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water en een mild reinigingsmiddel nadat de motor is afgekoeld.
LET OP: Gebruik
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het
zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reiniging 1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel
B87-F8199-D0_1.book 2 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分