Page 5 of 124

Inhoudsopgave
Veilig heidsinformatie ........................1-1
Beschrijvin g.......................................2-1
Aanzicht linkerzijde..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten .........2-3
Functies van instrumenten en
b ed ienin gselementen .......................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot.......................3-2
Controlelampjes en waarschuwingslampjes................3-4
Cruise control ..................................3-7
Multifunctionele meter...................3-10
D-mode (rijmodus) ........................3-23
Stuurschakelaars...........................3-23
YCC-S-systeem ............................3-25
Schakelpedaal...............................3-26
Handschakelhendel.......................3-27
Remhendel ....................................3-27
Rempedaal ....................................3-28
ABS ...............................................3-28
Tractieregeling...............................3-29
Tankdop ........................................3-31
Brandstof.......................................3-31
Tankoverloopslang ........................3-33
Uitlaatkatalysatoren ......................3-33
Zadels............................................3-34
De hoogte van het
bestuurderszadel verstellen .......3-35
Opbergcompartiment ....................3-37
Accessoirebox...............................3-38
Aanpassen van de koplamphoogte ..........................3-39
Stand van het stuur .......................3-40
Openen en sluiten van de ventilatieopeningen van de
stroomlijnpanelen ......................3-40
Achteruitkijkspiegels .....................3-42
De voor- en achtervering afstellen......................................3-42
Zijstandaard ..................................3-47
Startspersysteem ..........................3-47
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires ........... .....................3-49 Bochtenlichten .............................. 3-50
Voor uw veili ghei d – controles
voor het rij den ................................... 4-1
Ge bruik en belan grijke
rij-informatie ..................................... 5-1
Starten van de motor ...................... 5-2
Schakelen ....................................... 5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ........................ 5-5
Inrijperiode ...................................... 5-6
Parkeren.......................................... 5-6
Perio diek on derhou d en
afstellin g............................................ 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-2
Periodiek onderhoudsschema van
het uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema..................... 6-4
Panelen verwijderen en aanbrengen ................................. 6-7
Controleren van de bougies ......... 6-10
Filterbus ........................................ 6-11
Motorolie en oliefilterpatroon ........ 6-11
Cardanolie..................................... 6-14
Koelvloeistof ................................. 6-15
Luchtfilterelement ......................... 6-17
Stationair toerental controleren .... 6-17
De vrije slag van de gasgreep controleren ................................ 6-18
Klepspeling ................................... 6-18
Banden ......................................... 6-19
Gietwielen ..................................... 6-21
YCC-S-koppeling.......................... 6-22
Vrije slag van remhendel controleren ................................ 6-22
Remlichtschakelaars ..................... 6-23 Controleren van voor- en ac
hterremblokken...................... 6-23
De vloeistofniveaus van rem en YCC-S-koppeling controleren ... 6-24
De vloeistof voor rem en YCC-S-koppeling verversen...... 6-26
Kabels controleren en smeren ...... 6-26
UB95D0D0.book Page 1 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 54 of 124

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-40
3
DAU39642
Stand van het stuur
Het stuur kan in drie verschillende standen
worden gezet, al naar gelang de voorkeur
van de bestuurder. Laat de stand van het
stuur aanpassen bij een Yamaha-dealer.
DAU54151
Openen en sluiten van d e ventila-
tieopenin gen van de stroomlijn-
panelen
De ventilatieopeningen van de stroomlijn-
panelen kunnen 20 mm (0.79 in) worden
opengezet voor extra ventilatie al naar ge-
lang de rijomstandigheden.
Een ventilatieopenin g van een stroom-
lijnpaneel openzetten 1. Verwijder de drukclip.
2. Schuif het ventilatiepaneel van het stroomlijnpaneel naar voren om de
uitsteeksels uit de onderste uitsparin-
gen te haken en neem het paneel ver-
volgens weg.
3. Steek de uitsteeksels in de bovenste uitsparingen en schuif het paneel naar
achteren.
1. Stuur
11
1. Gesloten stand
2. Geopende stand
1. Ventilatiepaneel stroomlijnpaneel
2. Onderste uitsparing
3. Drukclip
12
3
1
2
UB95D0D0.book Page 40 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 55 of 124
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-41
3
4. Breng de drukclip aan.
Een ventilatieopenin g van een stroom-
lijnpaneel sluiten 1. Verwijder de drukclip.
2. Schuif het ventilatiepaneel van het
stroomlijnpaneel naar voren om de
uitsteeksels uit de bovenste uitsparin-
gen te haken en neem het paneel ver-
volgens weg.
3. Steek de uitsteeksels in de onderste uitsparingen en schuif het paneel naar
achteren. 4. Breng de drukclip aan.
OPMERKING
Controleer voordat u gaat rijden of de ven-
tilatiepanelen van het stroomlijnpaneel
goed vastzitten.
1. Uitsteeksel
2. Bovenste uitsparing
3. Drukclip
1. Ventilatiepaneel stroomlijnpaneel
2. Bovenste uitsparing
3. Drukclip
1
3
2
3
1
2
1. Uitsteeksel
2. Onderste uitsparing
3. Drukclip
13
2
UB95D0D0.book Page 41 Monday, November 9, 2015 10:54 AM