Page 40 of 548
401-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
*1: 5-deurs uitvoeringen
*2: 3-deurs uitvoeringen
*3: Indien aanwezig
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Gordelspanners en span-
krachtbegrenzers
Sensoren aanrijding opzij
(voor)
*1
Side airbags
Curtain airbags
*3
Sensoren aanrijding opzij
(achter)
*3
Sensoren aanrijding opzij
(voorportier)
*2
BestuurdersairbagWaarschuwingslampje SRS
Knie-airbag bestuurder
*3
Airbag-ECU
Sensor frontale aanrijding
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Controlelampje PASSENGER
AIR BAG
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page
40 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 41 of 548

411-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierbo-
ven afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de
airbag-ECU. Bij het activeren v an de airbags zorgt een chemische
reactie in de ontstekingsmechanis men ervoor dat de airbags snel
gevuld worden met niet-giftig ga s om de beweging van de inzittenden
te helpen beperken.
WAARSCHUWING
■ Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Neem met betrekking tot de airbags de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste manier te dra-
gen.
De SRS-airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veiligheids-
gordels gebruikt moeten worden.
● De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactiveerd,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuurder zich
erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm;
door een afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden,
hanteert u een veilige marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden
van het stuurwiel tot aan uw borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van
de airbag zit, kunt u uw zitpositie op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog
goed kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel auto's verschillen, verkrijgen
veel bestuurders, zelfs met de bestuurdersstoel helemaal naar voren,
de afstand van 250 mm door simpelweg de rugleuning iets achterover
te zetten. Als u door het achterover zetten van uw stoel de weg niet
goed meer kunt zien, kunt u een stevig, niet-glad kussen gebruiken om
hoger te zitten, of uw stoel hoger zetten wanneer uw auto deze moge-
lijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst de airbag naar uw borst in plaats van naar uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de
pedalen en het stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen worden en u
het instrumentenpaneel nog goed kunt zien.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 41 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 383 of 548

3837-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst wor-
den, moeten de identificatiec odes van deze componenten worden
geregistreerd in de bandenspann ingswaarschuwingssysteem-ECU en
moet het bandenspanningswaarschuw ingssysteem worden geïnitiali-
seerd. Laat de identificatiec odes van de bandenspanningssensoren
en -zenders registreren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( Blz. 385)
■Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden
geïnitialiseerd onder de volgende omstandigheden:
● Verwisselen van voor- en achterwielen met een verschillende
bandenspanning
● Bij het wijzigen van de bandenspanning (bijvoorbeeld omdat u de
rijsnelheid aanzien lijk gaat veranderen)
● Als de bandenmaat wordt aangepast
Als het bandenspanningswaarschu wingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Plaatsen van bandenspanningssenso ren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 383 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 449 of 548

4498-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Het waarschuwingslampje lage band enspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak, zo als het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den
duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt door
temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje na een
paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door het reservewiel (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zender.
Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet
uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door het reservewiel.
Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
■ Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem buiten werking is
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
●Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
● Als de identificatiecodes op de bandenspanningssensoren en -zenders niet
zijn geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU
● Als de bandenspanning 500 kPa (5,1 kg/cm
2 of bar, 73 psi) of meer
bedraagt
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, die dezelfde
radiografische signalen uitzendt
● Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie
● Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radi\
o-
grafische signalen nadelig beïnvloedt
● Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen en in de wiel-
kasten
● Als er niet-originele Toyota-vel gen zijn gemonteerd (Zelfs wanneer er
Toyota-velgen zijn gemonteerd, kan het zijn dat het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem bij sommige bandentypes niet goed werkt.)
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 449 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM