3727-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoeveelheid motorolie verbruikt. In
de volgende situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe en moet er mogelijk
tussen de onderhoudsintervallen motorolie worden bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld direct na aanschaf van de auto of
nadat de motor is vervangen
● Als een lagere kwaliteit motorolie of motorolie met een verkeerde viscositeit
wordt gebruikt
● Bij het rijden met hoge motortoerentallen, met een zwaar beladen auto, met
een aanhangwagen (behalve Zuid-Afrika) of bij veelvuldig optrekken en
afremmen.
● Als de motor langdurig stationair draait, of bij veelvuldig rijden in druk ver-
keer
■ Na het verversen van de motorolie (alleen dieselmotor)
Het indicatiesysteem motorolie verversen moet worden gereset. Ga als volgt
te werk:
Schakel over op dagteller A op het display terwijl de motor draait.
( Blz. 93)
Zet het contact UIT.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Houd de knop voor het wijzigen van de weergave ( Blz. 93) ingedrukt
en zet het contact AAN (maar start de motor niet, anders wordt de reset-
modus afgebroken). Houd de toets ingedrukt tot de dagteller 000000
aangeeft.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Houd de toets voor het wijzigen van de weergave ( Blz. 93) ingedrukt
en zet het contact AAN (maar start de motor niet, anders wordt de reset-
modus afgebroken). Houd de toets ingedrukt tot de dagteller 000000
aangeeft.
1
2
3
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 372 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
3847-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Initialiseren van het bande
nspanningswaarschuwingssys-
teem (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. ( Blz. 517)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Houd de resetknop inge-
drukt tot het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning
drie keer langzaam knippert.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Laat het con-
tact een paar minuten AAN staan en zet het vervolgens in de
stand ACC of UIT.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Laat het contact
enkele minuten AAN staan en zet het vervolgens UIT.
1
2
3
4
5
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 384 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
3867-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Routinecontrole van de bandenspanning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmatig de
bandenspanning.
■ Initialiseren van het bandenspan ningswaarschuwingssysteem (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Initialiseer de banden als de banden de voorgeschreven spanning hebben.
■ Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
■ Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
mislukt is (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal het systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspanning op te
slaan mislukken, de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
● Als de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet 3 keer
knipperen.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 386 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
3937-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot gevolg hebben,
waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepatronen
door elkaar.
● Gebruik uitsluitend de door Toyota voorgeschreven bandenmaat.
● Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gordelban-
den met diagonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
● Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
●
Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, loopt u extra
risico.
● Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen als
een compact reservewiel is gemonteerd.
■ Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Druk niet op de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem voordat de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebracht.
Anders kan het voorkomen dat het waarschuwingslampje voor de lage ban-
denspanning niet gaat branden terwijl de bandenspanning te laag is, of wel
gaat branden terwijl de bandenspanning in orde is.
OPMERKING
■ Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso-
ren, -zenders en ventieldopjes (a uto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of banden-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 393 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
4468-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
*1: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem: Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de parkeerrem nog niet is gede-
activeerd (als de auto een snelheid van 5 km/h heeft bereikt).
*2: Indien aanwezig
*3: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep: Er klinkt een zoemer als de rijsnelheid hoger wordt dan 5 km/h terwijl een
portier is geopend.
Waarschuwingslampje motorolie verversen (alleen die-
selmotor) Als het lampje knippert:
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst.
• Auto's zonder roetfiltersysteem
*6:
Knippert ongeveer 35.000 km nadat de motorolie is ver-
verst. (Als het indicatiesysteem voor het verversen van
de motorolie niet is gereset, zal het controlelampje niet
goed werken.)
• Auto's met roetfiltersysteem
*6:
Knippert ongeveer 14.500 km nadat de motorolie is ver-
verst. ( Blz. 448) (Als de onderhoudsgegevens niet zijn
gereset, zal het controlelampje niet goed werken).
Controleer de motorolie en ververs indien nodig. Na
het verversen van de motoro lie moet het verversings-
systeem worden gereset. ( Blz. 372)
Als het lampje gaat branden:
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst.
• Auto's zonder roetfiltersysteem
*6:
Gaat ongeveer 40.000 km na het verversen van de
motorolie (en nadat de onderhoudsgegevens zijn gere-
set) branden.
• Auto's met roetfiltersysteem
*6:
Gaat ongeveer 15.000 km na het verversen van de
motorolie (en nadat de onderhoudsgegevens zijn gere-
set) branden.
Laat de motorolie en het oliefilter door een erkende
Toyota-dealer of hersteller /reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige controleren en vervangen. Na het verversen van
de motorolie moet het verversingssysteem worden
gereset. ( Blz. 372)
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 446 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
4648-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel.
(Blz. 517)
■ Nadat de band verwisseld is (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden gereset.
(Blz. 383)
■ Bij gebruik van het reservewiel (inclu sief compact reservewiel) (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 464 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
536Alfabetische index
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Baby- of kinderzitje.................... 55Baby- of kinderzitje plaatsen
met bovenste gordel ............. 70
Baby- of kinderzitje plaatsen met ISOfix-bevestigings-
systeem .......... ...................... 69
Baby- of kinderzitje plaatsen met veiligheidsgordels .......... 66
Babyzitjes, definitie ................. 56
Babyzitjes, plaatsen ................ 66
Kinderzitjes, definitie ............... 56
Kinderzitjes, plaatsen ........ 66, 67
Zitkussens, definitie ................ 56
Zitkussens, plaatsen ............... 68
Bagageafdekking ..................... 340
Banden...................................... 381
Als uw auto een lekke band heeft................... 454, 469
Bandenmaat.......................... 517
Bandenspanning ................... 517
Controle ................................ 381
Reservewiel .......................... 454
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem...... 384
Sneeuwkettingen .................. 275
Vervangen..................... 454, 469
Waarschuwingslampje .......... 444
Winterbanden........................ 274
Wisselen van wielen ............. 382
Bandenspanning...................... 395 Onderhoudsgegevens........... 517
Waarschuwingslampje .......... 444 Bandenspannings-
waarschuwingssysteem ....... 382
Functie .................................. 382
Initialisatie ............................. 383
Plaatsen van banden-spanningssensoren
en -zenders ........................ 383
Registreren van
identificatiecodes ................ 385
Resetknop banden- spanningswaarschuwings-
systeem ........ ...................... 384
Waarschuwingslampje .......... 444
Bekerhouders .......................... 337
Bevestigingssteunen ................ 69
Binnenspiegel Binnenspiegel ....................... 150
Buitenspiegels ...................... 153
Bougie ...................................... 514
Bovenste gordel ........................ 70
Brake Assist ............................. 267
Brandstof Brandstofmeter ....................... 90
Informatie .............................. 521
Inhoud ................................... 507
Tanken .................................. 219
Type .............................. 219, 507
Uitschakelsysteem brandstofpomp ................... 438
Waarschuwingslampje .......... 443
Wanneer u zonder
brandstof komt te staan
en de motor afslaat............. 497
Brandstoffilter .................. 380, 442
Brandstofverbruik Actueel brandstofverbruik ....... 94
Gemiddeld brandstofverbruik.. 94
Buitenspiegels ......................... 153 Buitenspiegel-
verwarming ................. 317, 325
Verstellen en inklappen ........ 153
B
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 536 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
542Alfabetische index
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Radiateur .................................. 375
Radio ......................................... 286
RDS ........................................... 288
Rear View Monitor
*
Regeling instrumentenverlichting
Dimmer dashboardverlichting... 91
Remlichten Lampen vervangen ....... 421, 425
Noodstopsignaal ................... 267
Vermogen ............................. 520
Remsysteem Parkeerrem ........................... 204
Vloeistof ................................ 516
Waarschuwingslampje .......... 439
Reservewiel .............................. 455
Bandenspanning ................... 517
Opbergmogelijkheden ........... 455
Resetten van
onderhoudsgegevens ........... 372
Richtingaanwijzers .................. 203 Lampen vervangen ....... 419, 421
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................... 203
Vermogen ............................. 520
Richtingaanwijzers achter ...... 203 Lampen vervangen ............... 421
Richtingaanwijzer-schakelaar .......................... 203
Vermogen ............................. 520
Richtingaanwijzers opzij ......... 203
Lampen vervangen ............... 420
Richtingaanwijzer-schakelaar .......................... 203
Vermogen ............................. 520 Richtingaanwijzers voor ......... 203
Lampen vervangen ............... 419
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................... 203
Vermogen ............................. 520
Rijden........................................ 162 Inrijperiode, tips .................... 165
Juiste houding achter het stuur ............................... 30
Procedures ........................... 162
Rijden in de winter................... 274
Ring................................... 213, 217 Controle ................................ 379
Rijden in de winter, voorbereidingen en
controles ............................. 274
Toets ............................. 213, 217
Roetfiltersysteem .................... 272
Waarschuwingslampjes ........ 445
Ruitbediening, blokkeerschakelaar ............... 156
Ruiten ....................................... 156 Achterruitverwarming .... 317, 325
Elektrisch bedienbare ruiten . 156
Ring ...................................... 213
Ruitenwissers voor ................. 213 Ruitenwissers met
intervalstand ....................... 213
Ruitenwissers met regensensor ....................... 214
R
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 542 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM