621-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
■Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst
■ Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
● Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de ach-
terstoel en gebruik de veiligheidsgordel in de auto. ( Blz. 32)
Als u een baby- of kinderzitje op de voor-
passagiersstoel moet gebruiken, moet u
deze stoel als volgt instellen:
●
Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop
● Zet de stoel in de achterste stand
● Zet de zitting in de hoogste stand (indien
aanwezig)
WAARSCHUWING
■Gebruik van een baby- of kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto
vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (bij plotse-
ling remmen of bij een ongeval) ernstig letsel oplopen.
■ Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
● De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestem\
d
op de leeftijd en grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval
kan een kind dan de voorruit raken of klem komen te zitten tussen u en het
dashboard.
● Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel geplaatst is. In
ongevallenstatistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen
oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij
op de voorstoel zitten.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 62 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
912. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
De helderheid van de dashboardverlichting (als de lichtschakelaar
aan is) kan worden gewijzigd.
Geef de dimmer van de dash-
boardverlichting weer door de
knop voor het wijzigen van de
weergave in te drukken.
( Blz. 93)
Houd vervolgens de knop inge-
drukt. Stel de helderheid in op het
gewenste niveau door de knop in
te drukken.
■ Tellers en display worden verlicht als
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Dimmer dashboardverlichting
OPMERKING
■ Voorkomen van schade aan de motor en onderdelen ervan
Auto's met een toerenteller: Laat de naald van de toerenteller niet in het
rode gebied komen dat het maximumtoerental aangeeft.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 91 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
1323-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop maakt gebruik van zwakke radiogol-
ven. In de volgende situaties wordt de communicatie tussen de elektronische
sleutel en de auto mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart entry-systeem met
startknop, de afstandsbediening en de startblokkering niet goed werken.
(Oplossingen: Blz. 486)
●Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
● In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
● Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voor-
werpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
● Als er andere sleutels met afstandsbediening (die radiogolven uitzenden) in
de buurt gebruikt worden
● Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende appara-
ten die radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto die radiogolven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
● Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
● Wanneer de elektronische sleutel in de buurt van een batterijlader of elek-
tronische apparaten wordt gehouden
■ Aanwijzingen voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich op het dashboard, de bagageafdek- king (indien aanwezig) of de vloer, of in de portiervakken, het dashboard-
kastje, het opbergvakje in het dashboard of in of bij de voorste
bekerhouder wanneer de motor wordt gestart of het contact in een
andere stand wordt gezet.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 132 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
1333-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E●
Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, w aardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●
Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen
de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit
bevindt.
● De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regen-
bui of in een wasstraat, wanneer de elektronische sleutel zich binnen he\
t
detectiegebied bevindt. (De portieren zullen na ongeveer 30 seconden auto-
matisch weer vergrendeld worden als ze niet geopend en gesloten worden.)
● Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen ter-
wijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat
de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunc-
tie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
■ Aanwijzingen voor het vergrendelen van de portieren
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor
opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de
auto als u de auto wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep tij-
dens het wassen van de auto nat wordt, klinkt er buiten de auto een zoemer.
Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 133 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
1704-1. Voordat u gaat rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
WAARSCHUWING
●Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand
veroorzaken in de auto.
● Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
● Activeer bij auto's met Multidrive CVT altijd de parkeerrem, zet de selectie-
hendel in stand P, zet de motor uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter met draaiende motor.
Als de auto wordt achtergelaten terwij l de parkeerrem niet geactiveerd is,
kan hij, zelfs als de selectiehendel in stand P staat, in beweging komen,
hetgeen tot een ongeval kan leiden.
● Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor draait en ook niet net na het uit-
zetten van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■ Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trappen, waardoor een ongeval zou kun-
nen ontstaan of de motor oververhit zou kunnen raken en brand kan ontstaan.
Verder kunnen uitlaatgassen in een slecht geventileerde omgeving in de auto
terechtkomen, hetgeen zeer schadelijk is voor de gezondheid.
■Bij het remmen
● Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen nat zijn en bovendien kan vocht
ertoe leiden dat de ene kant van de auto sterker afgeremd wordt dan de
andere kant. Ook de werking van de parkeerrem kan door vocht in nega-
tieve zin beïnvloed worden.
● Rijd niet te dicht achter een andere auto als de rembekrachtiging niet
werkt en vermijd afdalingen en scherpe bochten die krachtig afremmen
noodzakelijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden afgeremd, maar moet er een gro-
tere kracht op het rempedaal worden uitgeoefend dan normaal. De rem-
weg zal ook langer zijn. Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
● Rem niet “pompend” als de motor afgeslagen is.
Elke keer dat het rempedaal wordt ingetrapt, wordt er weer een gedeelte
van de reserveremdruk verbruikt.
● Het remsysteem bestaat uit twee afzonderlijke hydraulische systemen: als
een van de beide systemen uitvalt, werkt het andere systeem nog wel. In
dat geval moet het rempedaal krachtiger worden ingetrapt dan gewoonlijk
en neemt ook de remweg toe.
Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 170 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
173
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Lading en bagage
Lees de volgende informatie over voorzorgsmaatregelen bij het
vervoer van bagage, laadvermogen en belasting:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte
vervoerd worden:
● Jerrycans met benzine
● Spuitbussen
■ Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de pedalen niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de
bestuurder wordt gehinderd of dat de bestuurder of passagiers door voor-
werpen geraakt worden, wat een ongeval kan veroorzaken.
● Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
● Stapel bagage in de bagageruimte nooit hoger dan de rugleuningen.
● Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op
elkaar gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
● Zorg dat alle voorwerpen die zich in het passagierscompartiment bevinden
zijn opgeborgen of vastgezet.
● Auto's met achterstoelen: Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen
lange voorwerpen direct achter de voorstoelen.
● Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren. Personen dienen
plaats te nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste manier om te
doen. Anders neemt de kans op ernstig letsel bij plotseling remmen of uit-
wijken en bij een ongeval sterk toe.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 173 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
205
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Lichtschakelaar
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:Uit
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde lichten
gaan branden.
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop: De
koplampen, de parkeer-
lichten voor, enz. gaan
automatisch aan en uit (als
het contact AAN staat).
Auto's met Smart entry-
systeem met startknop: De
koplampen, de parkeer-
lichten voor, enz. gaan
automatisch aan en uit
(wanneer het contact AAN
staat).
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
(indien
aanwezig)
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 205 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
2284-5. Toyota Safety Sense
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
WAARSCHUWING
●Als er waterdruppels op de voorruit vóór de sensor voor zitten, gebruik
dan de ruitenwissers voor om deze te verwijderen.
Als de waterdruppels niet goed worden verwijderd, neemt de werking van
de sensor voor mogelijk af.
● Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voorruit vóór
de sensor voor met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten worden ver-
vangen.
● Plak geen ruitfolie op de voorruit.
● Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de voorruit moet worden vervangen.
● Plaats geen antenne vóór de sensor voor.
● Zorg ervoor dat de sensor voor niet nat wordt.
● Voorkom dat er fel licht op de sensor voor schijnt.
● Zorg ervoor dat de sensor voor niet vuil wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voor dat er geen
glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de lens vuil of beschadigd is.
● Stel de sensor voor niet bloot aan sterke schokken.
● Wijzig de montagepositie of -richting van de sensor voor niet en verwijder
de sensor niet.
● Haal de sensor voor niet uit elkaar.
● Plaats geen elektronische apparaten of apparaten die sterke elektrische
golfsignalen versturen in de buurt van de sensor voor.
● Wijzig geen onderdelen van de auto rond de sensor voor (binnenspiegel,
zonnekleppen, enz.) of het dak.
● Bevestig geen accessoires die de sensor voor mogelijk hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper. N eem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet
worden geplaatst voor dat deze de sensor voor niet hindert.
● Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
● Monteer of plaats geen onderdelen op het dashboard.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 228 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM