Page 345 of 732

3454-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)●
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de
detectieafstand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de
sensor bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine ver- traging. Ook als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijk-
heid dat het obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt
voordat het controlelampje gaat branden en het waarschuwingssignaal
hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesigna-
leerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installa- tie hard staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid
produceert.
■ Wanneer een storing in het systeem optreedt
Type met 4 sensoren
● Als het controlelampje auto blijft branden terwijl de controlelampjes van de
hoek achter en het midden achter knipperen en de storingspieptoon gedu-
rende ongeveer 7 seconden klinkt, laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Reinig de sensoren met een zachte doek als het controlelampje auto en de
controlelampjes van de hoek achter en het midden achter knipperen en de
storingspieptoon gedurende ongeveer 7 seconden klinkt.
Type met 8 sensoren
Er wordt een melding weergegeven op het multi-informatiedisplay: →Blz. 601
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 705)
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Con-
troleer tijdens rijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
● Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 345 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 346 of 732

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
OPMERKING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg
van een storing in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
● Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt bloot-
gesteld aan een krachtige schok.
● Als de bumper ergens tegenaan komt.
Type met 4 sensoren
● De controlelampjes voor de hoeken achter en midden achter knipperen en
er klinkt een pieptoon terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
● Als de controlelampjes voor de hoeken achter en midden achter continu
branden en er geen piepsignaal klinkt.
● Controleer eerst de sensor als er een signaleringsfout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sen-
sor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.
Type met 8 sensoren
● Het display van de Toyota Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een
piepsignaal terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
● Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klinkt.
● Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sen-
sor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
De sensor kan hierdoor defect raken.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 346 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 347 of 732

347
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Schakelaar permanente vierwiel-
aandrijving (AWD-uitvoeringen)
Druk op de schakelaar.
Het motorkoppel wordt, afhankelijk
van de rijomstandigheden, zo veel
mogelijk verdeeld over de achter-
wielen.
Door nogmaals op de schakelaar
te drukken wordt de modus perma-
nente vierwielaandrijving uitge-
schakeld en keert het AWD-
systeem met dynamische koppel-
regeling terug naar de normale
modus. (→Blz. 374)
■De stand permanente vierwielaandr ijving kan worden gebruikt als
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■ Modus permanente vierwielaandrijving
●De modus permanente vierwielaandrijving wordt uitgeschakeld als het rem-
pedaal wordt ingetrapt om ervoor te zorgen dat het ABS en de VSC correct
werken.
● De modus permanente vierwielaandrijving wordt uitgeschakeld als de rij-
snelheid hoger wordt dan 40 km/h.
De stand permanente vierwielaandrijving kan worden gebruikt
als er veel aandrijfkr acht nodig is op alle wielen, bijvoorbeeld als
de auto vast komt te zitten in de modder en u hem vrij moet krij-
gen.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 347 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 348 of 732

3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Stop & Start-systeem∗
■Uitzetten van de motor
Auto's met Multidrive CVT
Trap terwijl u met de selectie-
hendel in stand D of M rijdt het
rempedaal in en breng de auto
tot stilstand.
Auto's met handgescha-
kelde transmissie
Trap het rempedaal in terwijl
het koppelingspedaal geheel
ingetrapt is en breng de auto tot
stilstand. Zet de selectiehendel
in stand N en laat het koppe-
lingspedaal los.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaat branden.
■
Opnieuw starten van de motor
Auto's met Multidrive CVT
Laat het rempedaal los.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem dooft.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem dooft. (In dit geval
wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspedaal wordt losgelaten.)
∗: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bedien ing van het rempedaal (auto's
met Multidrive CVT) of het ko ppelingspedaal (auto's met hand-
geschakelde transmissie) om de auto tot stilstand te brengen en
weer te starten.
Werking Stop & Start-systeem
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 348 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 349 of 732

3494-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.Auto's met Multidrive CVT
Auto's met handgeschakelde
transmissie
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat bran-
den.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt, wordt het Stop & Start-systeem
weer ingeschakeld en gaat het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-
systeem uit.
■
Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-sys-
teem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch
weer worden ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat
het contact UIT is gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch
weer worden ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat
het contact UIT is gezet.
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
1
2
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 349 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 350 of 732

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Als op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
● Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken. Vanaf de volgende keer dat de auto tot
stilstand wordt gebracht (nadat het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld), zal de motor niet worden uitgezet.
● Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
Als de motor wordt uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem wan-
neer de auto op een helling rijdt, worden de remmen nog enige tijd
bekrachtigd om te voorkomen dat de auto achteruitrolt voordat de
motor weer wordt gestart en er aandrijfkracht wordt gegenereerd. Als
er aandrijfkracht wordt gegenereerd, wordt de vastgehouden rem-
kracht automatisch uitgeschakeld.
● Deze functie werkt zowel op vlakke oppervlakken als op steile hel-
lingen.
● De remmen kunnen geluid maken, maar dit duidt niet op een sto-
ring.
● De reactie van het re mpedaal kan veranderen en er kunnen trillin-
gen aanwezig zijn, maar dit duidt niet op een storing.
Hill Start Assist Control (auto's met Multidrive CVT)
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 350 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 351 of 732

3514-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
■Voorwaarden voor inschakelen van systeem
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
• Alleen auto's met Multidrive CVT: Het rempedaal wordt stevig ingetrapt.
• Alleen auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel staat in stand D of M.
• Alleen auto's met handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat
in stand N.
• Alleen auto's met automatische airconditioning: is uitgeschakeld.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De motorkap is gesloten. ( →Blz. 352)
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
• Alleen auto's met handgeschakelde transmissie: Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• Als de buitentemperatuur -5° C of hoger is
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur
hoog of laag is.
• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Alleen auto's met Multidrive CVT: De auto staat stil op een steile helling.
• Als het stuurwiel wordt bediend
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvuldig tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet door
het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is extreem laag of hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 351 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 352 of 732

3524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)●
Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd met de
auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• Alleen auto's met automatische airconditioning: wordt ingescha-
keld.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Alleen auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel staat in een andere stand dan D of M.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• Alleen auto's met Multidrive CVT: Het gaspedaal wordt ingetrapt.
• Alleen auto's met handgeschakelde transmissie: Het koppelingspedaal wordt ingetrapt als de selectiehendel in een andere stand dan N staat.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd met de
auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
■ Motorkap
●Auto's met Multidrive CVT: Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem terwijl de selectiehendel in stand D of M staat en de motorkap
wordt geopend, slaat de motor af en kan de motor niet worden gestart door
de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de normale startprocedure.
(→Blz. 221, 224)
Auto's met handgeschakelde transmissie: Als de motor is uitgezet door het
Stop & Start-systeem en de motorkap wordt geopend, slaat de motor af en
kan de motor niet worden gestart door de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de normale startprocedure.
( →Blz. 221, 224)
● Ook als de motorkap wordt gesloten nadat de motor is gestart terwijl de
motorkap was geopend, werkt het Stop & Start-systeem niet. Sluit de motor-
kap, zet het contact UIT, wacht ten minste 30 seconden en start vervolgens
de motor.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 352 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM