3135-1. Voordat u gaat rijden
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (→Blz. 340)
Zet de selectiehendel in stand P. (→Blz. 334)
Controleer of de positie-indicator P aangeeft.
Druk op de startknop om het hybridesysteem te stoppen.
Laat het rempedaal langzaam opkomen.
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektro-
nische sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Zet met het rempedaal ingetrapt de auto goed op de parkeerrem en
zet de selectiehendel in stand D.
Laat het rempedaal opkomen en trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd. (→Blz. 491)
■Voor elektriciteits- en brandstofbesparend rijden
Als u de systeemeigenschappen van de auto begrijpt, kunt u de functies van
het hybridesysteem optimaal gebruiken. Houd er verder rekening mee dat
hybrideauto's vergelijkbaar zijn met conventionele auto's en dat het belangrijk
is dat u niet plotseling accelereert enz. Zie “Tips voor het rijden met een plug-
in hybrideauto” (→Blz. 108).
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan
bemoeilijken.
Parkeren van de auto
Wegrijden op een helling
1
2
3
4
5
6
1
2
3
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 313 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
3145-1. Voordat u gaat rijden
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)■Beperken van het vermogen van het hybridesysteem
(Brake Override-systeem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden ingetrapt, wordt
het vermogen van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weergegeven op het multi-informatie-
display terwijl het systeem in werking is. Lees de op het multi-informatiedis-
play weergegeven waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■“ECO Accelerator Guidance” (begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal) (→Blz. 224)
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk te rijden door te rijden overeenkom-
stig het display “ECO Accelerator Guidance” (begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal). Ook kunt u door het gebruik van de “ECO Accelerator
Guidance” (begeleiding milieubewust bedienen gaspedaal) uw Eco Score
eenvoudig verhogen.
●Bij het wegrijden:
Trap, terwijl u binnen het “ECO Accelerator Guidance”-bereik (begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal) blijft, het gaspedaal geleidelijk in en
accelereer tot aan de gewenste snelheid. Wanneer wordt voorkomen dat er
overmatig wordt geaccelereerd, neemt de “Eco-Start”-score toe.
●Tijdens het rijden:
Laat, nadat u de gewenste snelheid hebt bereikt, het gaspedaal los en rijd
met een constante snelheid binnen het “ECO Accelerator Guidance”-bereik
(begeleiding milieubewust bedienen gaspedaal). Door de auto binnen het
“ECO Accelerator Guidance”-bereik (begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal) te houden, neemt de “Eco-Cruise”-score toe.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Wanneer u bij het tot stilstand brengen van de auto het gaspedaal eerder
loslaat, neemt de “Eco-Stop”-score toe.
■Beperken plotseling wegrijden (wegrijregeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone bediening plaatsvindt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D/B in R, van N in R, van P in
D of van P in R wordt gezet terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt, ver-
schijnt er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay.
Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmel-
ding en volg de aanwijzingen op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt ingetrapt terwijl de auto in zijn ach-
teruit staat.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geactiveerd, heeft uw auto mogelijk
moeite met het wegrijden in modder of op verse sneeuw. Deactiveer in
zo'n geval de TRC (→Blz. 493) om de wegrijregeling uit te schakelen,
zodat de auto makkelijker wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 314 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
3275-2. Rijprocedures
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
Startknop
Controleer of de oplaadkabel is losgenomen. (→Blz. 148)
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op
het multi-informatiedisplay weerge-
geven.
Wanneer stand N geselecteerd is,
kan het hybridesysteem niet wor-
den gestart. Zet de selectiehendel
in stand P wanneer u het hybride-
systeem start. (→Blz. 334)
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen. U hoeft de start-
knop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
<002b0052005800470003004b00480057000300550048005000530048004700440044004f0003004c0051004a00480057005500440053005700030057005200570003004b004800570003004600520051005700550052004f0048004f004400500053004d00
4800030035002800240027003c000300450055004400510047[t.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere stand van het contact worden
gestart.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Als het controlelampje READY eerst knippert en vervolgens blijft branden
en de zoemer klinkt, dan start het hybridesysteem normaal.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Als het controlelampje READY brandt, kunt u wegrijden, zelfs als de ver-
brandingsmotor niet draait. (De benzinemotor start of stopt automatisch in
overeenstemming met de toestand van de auto.)
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 327 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
3285-2. Rijprocedures
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (→Blz. 340)
Zet de selectiehendel in stand P.
(
→Blz. 334)
Controleer of de schakelstandindi-
cator P aangeeft. (→Blz. 333)
Druk op de startknop.
Het hybridesysteem stopt.
Laat het rempedaal langzaam opkomen en controleer of er niets
meer wordt weergegeven op het display in het instrumentenpaneel.
De weergave van het instrumentenpaneel dooft nadat het hybridesysteem
is uitgeschakeld. (→Blz. 331)
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 328 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
3315-2. Rijprocedures
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
■Weergave instrumentenpaneel
Wanneer het contact UIT wordt gezet, zal elke weergave als volgt doven.
●De positie-indicator dooft na ongeveer 2 seconden.
●Het multi-informatiedisplay, de klok, enz. doven na ongeveer 30 seconden.
(Elke weergave dooft ook direct als een portier wordt vergrendeld voordat er
30 seconden zijn verstreken.)
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via
de persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 679
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvorens het hybridesysteem te star-
ten. Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten
van het hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Uitschakelen van het hybridesysteem in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. (→Blz. 633)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrach-
tiging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaarder gaan
dan normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Druk op de startknop om het hybridesysteem opnieuw te starten nadat dit
ten gevolge van een noodsituatie tijdens het rijden is uitgeschakeld. Wan-
neer u na het tot stilstand brengen van de auto het hybridesysteem
opnieuw start, zet dan de selectiehendel in stand P en druk vervolgens de
startknop in.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 331 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4485-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)■
Voorwaarden starten werking
Wanneer het controlelampje ICS OFF niet brandt of knippert
(→Blz. 453, 644) en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan, werkt het systeem.
Begrenzingsregeling hybridesysteem
●De Intelligent Clearance Sonar is ingeschakeld.
●De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
●Er bevindt zich een obstakel in de rijrichting van de auto (2 - 4 m
naar voren).
●Het systeem stelde vast dat er harder dan normaal moest wor-
den geremd om een aanrijding te voorkomen.
Remregeling
●De begrenzingsregeling hybridesysteem wordt uitgevoerd.
●Het systeem stelde vast dat een noodstop noodzakelijk was om
een aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden beëindigen werking
In de volgende situaties stopt het systeem met werken.
Begrenzingsregeling hybridesysteem
●De Intelligent Clearance Sonar-functie is uitgezet (gestopt).
●De aanrijding kon worden voorkomen met normaal remmen.
●Het obstakel bevindt zich niet langer in de rijrichting van de auto
(2 - 4 m naar voren).
Remregeling
●De Intelligent Clearance Sonar-functie is uitgezet (gestopt).
●Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de
remregeling tot stilstand is gebracht.
●Het rempedaal werd ingetrapt nadat de auto door de remregeling
tot stilstand is gebracht.
●Het obstakel bevindt zich niet langer in de rijrichting van de auto
(2 - 4 m naar voren).
Werkingsvoorwaarden
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 448 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4625-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)■
Overzicht van functies
Wanneer er een parkeerplaats kan worden gesignaleerd, wordt u
naar voren begeleid tot u de startpositie voor de ondersteuningsre-
geling hebt bereikt. Vervolgens kan de modus fileparkeren worden
gebruikt. Bovendien wordt er afhankelijk van de parkeerplaats en
andere omstandigheden en indien nodig ondersteuning verleend bij
het maken van meerdere keermanoeuvres.
Blijf naar voren rijden en
houd daarbij de auto parallel
aan de stoeprand of de weg.
Stop op het punt waarbij het
midden van de beoogde par-
keerplaats vrijwel haaks op
de auto staat. Druk vervol-
gens 1 keer op de S-IPA-
schakelaar om de modus file-
parkeren te selecteren.
Rijd recht vooruit en blijf
daarbij parallel aan de weg of
stoeprand, zodat de parkeer-
plaats wordt gesignaleerd.
Er is een geluid te horen en er wordt een display weergegeven
om u te laten weten wanneer de auto een positie bereikt vanaf
waar ondersteuningsregeling kan worden gebruikt om achteruit
te rijden. Wanneer vervolgens de schakelstand wordt gewijzigd
overeenkomstig de aanwijzingen van het systeem, begint de
automatische bediening van het stuurwiel.
Als de gesignaleerde parkeerplaats of de weg (afstand tot de rand van
de weg tegenover de parkeerplaats) smal is of als er zich obstakels
voor de auto bevinden, wordt er geen begeleiding gegeven.
Fileparkeren (modus fileparkeren)
1
2
3
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 462 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4655-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
Breng de auto tot stilstand
wanneer een piepsignaal te
horen is en de stopweergave
(→Blz. 460) op het display
wordt weergegeven.
Als de selectiehendel in stand R wordt gezet, klinkt er een hoog
piepsignaal en start de ondersteuningsregeling.
●Wanneer de automatische bediening van het stuurwiel begint,
worden de weergave van de automatische bediening van het
stuurwiel (→Blz. 460) en de indicator die de mate van assis-
tentie aangeeft (→Blz. 460) op het display weergegeven.
●Druk op de S-IPA-schakelaar om de ondersteuningsregeling te
stoppen.
Neem een normale zithouding voor achteruitrijden aan, laat uw
handen lichtjes en zonder kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied achter en rondom de auto veilig
is, controleer of er zich geen obstakels bevinden op de parkeer-
plaats en rijd langzaam achteruit terwijl u de rijsnelheid regelt
met het rempedaal.
●Wanneer u te snel achteruitrijdt, klinkt er een schril piepsignaal
en stopt de ondersteuningsregeling. (→Blz. 484)
●Wanneer de auto niet netjes in één keer de beoogde parkeer-
plaats kan worden ingereden en er meerdere keermanoeuvres
nodig zijn, ga dan naar stap .
Wanneer er niet meerdere keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap .3
4
5
6
12
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 465 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM