
461-1. Voor een veilig gebruik
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Sensoren frontale aanrijding
Zitherkenningsclassificatiesys-
teem voorpassagier (ECU en
sensoren) (indien aanwezig)
Controlelampje PASSENGER
AIRBAG (indien aanwezig)
Aan/uit-schakelaar airbag
(indien aanwezig)
Voorpassagiersairbag
(indien aanwezig)
Sensoren aanrijding opzij (voor-
portier) (indien aanwezig)
Gordelspanners en spankracht-
begrenzers (indien aanwezig) Safing-sensor (voor)
(indien aanwezig)
Side airbags (indien
aanwezig)
Curtain airbags
(indien aanwezig)
Sensoren aanrijding opzij
(achter) (indien aanwezig)
Waarschuwingslampje SRS
Bestuurdersairbag
Knie-airbag
(indien aanwezig)
Airbag-ECU1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 46 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

471-1. Voor een veilig gebruik
1
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierbo-
ven afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de
airbag-ECU. Bij het activeren v an de airbags zorgt een chemische
reactie in de ontstekingsmechanis men ervoor dat de airbags snel
gevuld worden met niet-giftig ga s om de beweging van de inzittenden
te helpen beperken.
Uitvoeringen met voorbank: De airbags zijn ontworpen om de
bestuurder en de buitenste voorpassagier extra bescherming te bie-
den tijdens een frontale aanrijding. Ze zijn niet ontworpen om de mid-
delste passagier te beschermen.
WAARSCHUWING
■ Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Neem met betrekking tot de airbags de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste manier te dra-
gen.
De SRS-airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veiligheids-
gordels gebruikt moeten worden.
● De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactiveerd,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuurder zich
erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm;
door een afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden,
hanteert u een veilige marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden
van het stuurwiel tot aan uw borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van
de airbag zit, kunt u uw zitpositie op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog
goed kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel auto's verschillen, verkrijgen veel bestuurders, zelfs met de bestuurdersstoel helemaal naar voren,
de afstand van 250 mm door simpelweg de rugleuning iets achterover
te zetten. Als u door het achterover zetten van uw stoel de weg niet
goed meer kunt zien, kunt u een stevig, niet-glad kussen gebruiken om
hoger te zitten, of uw stoel hoger zetten wanneer uw auto deze moge-
lijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor
wijst de airbag naar uw borst in plaats van naar uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de
pedalen en het stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen worden en u
het instrumentenpaneel nog goed kunt zien.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 47 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

415
5
5-6. Gebruik van Bluetooth®- apparaten
Audiosysteem
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Registreren van een Bluetooth®-apparaat
Druk op de toets SETUP ENTER.
Selecteer “Bluetooth
*” met de toets TUNE > of < SELECT en druk
op de toets SETUP ENTER.
Selecteer “Pairing” (koppelen) met de toets TUNE > of < SELECT
en druk op de toets SETUP ENTER.
Er wordt een toegangscode weergegeven.
Niet SSP (Secure Simple Pairing) compatibele Bluetooth®-appara-
ten: Voer de toegangscode in in het apparaat.
SSP (Secure Simple Pairing) compatibele Bluetooth
®-apparaten:
Selecteer YES (ja) om het apparaat te registreren. Afhankelijk van
het type apparaat wordt het mogelijk automatisch geregistreerd.
Als een Bluetooth
®-apparaat zowel muziek kan afspelen en als
mobiele telefoon kan worden gebruikt , worden beide functies tegelij-
kertijd in het systeem geregistreerd. Wanneer het apparaat wordt ver-
wijderd, worden beide functies tegelijkertijd verwijderd.
Als de toets gesprek aannemen wordt ingedrukt en de modus TEL of
PHONE (telefoon) wordt geselecteerd terwijl er geen telefoons zijn
geregistreerd, wordt het registratiescherm automatisch weergegeven.
*: Het Bluetooth®-beeldmerk en -logo zijn geregistreerde handelsmerken van
Bluetooth SIG, Inc.
Alvorens Bluetooth®-audio/telefoon te gebruiken, moet een
Bluetooth®-apparaat in het systeem worden geregistreerd. Volg
onderstaande procedure om een apparaat te registreren (koppelen):
Registreren van een Bluetooth®-apparaat
1
2
3
4
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 415 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

5938-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
8
Bij problemen
Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets
en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de accu van uw auto op te laden.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Open en sluit een
van de portieren terwijl het contact UIT staat.
Houd het motortoerental van de tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact AAN te zetten.
Verwijder de startkabels in exact de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten als de motor van uw auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Starten van de motor wanneer de accu leeg is (auto's met automatische
transmissie)
De auto kan niet worden aangeduwd.
■ Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit als de motor niet draait.
(Auto's met Stop & Start-systeem: Behalve wanneer de motor is uitgezet
door het Stop & Start-systeem)
● Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende lan-
gere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
■ Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt gewist. Laat, wanneer de accu is
ontladen, de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
● De elektrisch bedienbare ruiten worden mogelijk niet normaal gesloten. Initi-
aliseer in dat geval de elektrisch bedienbare ruiten. (indien aanwezig)
(Blz. 202)
■ Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is.
Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde
elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de
accu ontladen en kan de auto mogelijk niet meer worden gestart. (De accu
laadt automatisch op tijdens het rijden.)
3
4
5
6
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 593 Monday, March 7, 2016 2:16 PM