Page 39 of 464

39
1-2. Openen, sluiten en vergrendel
en van de portieren en de achterklep
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wanneer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
● In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer
op een afstand van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●
Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier wor-
den ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te ontgren-
delen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 39 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 72 of 464
72
1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel)
FT86_EE
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids-
gordel dragen.
■ Juist gebruik van de veiligheidsgordels
●Trek het schoudergedeelte
zo ver naar buiten dat de
gordel goed tegen de
schouder aan ligt en niet
van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte
van de gordel zo laag
mogelijk over de heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel
zitten met uw rug stevig
tegen de leuning.
● Zorg ervoor dat de veilig-
heidsgordel niet gedraaid
zit.
■ Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Doe de veiligheidsgordel
om
Duw de gesp in de gordelslui-
ting totdat u een klikgeluid
hoort.
Maak de veiligheidsgordel
los
Druk op de ontgrendelknop.
Ontgrendelknop
86_OM_EE_OM18058E.book Page 72 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 77 of 464

77
1-3. Verstelbare onderdelen
(stoelen, spiegels, stuurwiel)
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
WAARSCHUWING
■Gordelspanners
●Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is geac-
tiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt en
moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Voor maximale bescherming moeten de inzittenden geheel rechtop zitten
en de veiligheidsgordels op de juiste wijze dragen.
● Breng geen wijzigingen aan de blokkeerautomaten vóór en het gedeelte
eromheen aan en voorkom harde aanrakingen met en bij deze onderde-
len. Verwijder ze ook niet. Anders worden de gordelspanners mogelijk ten
onrechte geactiveerd of werkt het systeem mogelijk niet meer, hetgeen
kan leiden tot ernstig letsel. Gordelspanners bevatten geen onderdelen
waaraan de gebruiker onderhoud kan uitvoeren. Ga voor benodigd onder-
houd aan blokkeerautomaten vóór met gordelspanners naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
● Wanneer u de blokkeerautomaten vóór weggooit of uw auto afvoert, bij-
voorbeeld als gevolg van schade na een aanrijding, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de
carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op beschadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstige aanrijding, ook al is er geen zicht-
bare schade.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 77 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 143 of 464
143
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
Plaatsen van een baby- of kinder
zitje met behulp van een veilig-
heidsgordel
■ Tegen de rijrichting in ge plaatst babyzitje/kinderzitje
Plaats het zitje zodanig op de
achterstoel dat het kind naar
achteren kijkt.
Voer de veiligheidsgordel door
het zitje en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Volg de aanwijzingen in de mon-
tagehandleiding van het baby- of
kinderzitje en zet het zitje goed
vast.
Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendel-
systeem voor de veiligheids-
gordel, zet het zitje dan vast met
een blokkeerclip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of het goed vastzit.
STAP1
STAP2
86_OM_EE_OM18058E.book Page 143 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 144 of 464
144
1-7. Veiligheidsinformatie
FT86_EE
■
In de rijrichting geplaatst kinderzitje
Plaats het baby- of kinderzitje
zodanig op de stoel dat het kind
in de rijrichting kijkt.
Voer de veiligheidsgordel door
het zitje en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Volg de aanwijzingen in de mon-
tagehandleiding van het baby- of
kinderzitje en zet het zitje goed
vast.
Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendel-
systeem voor de veiligheids-
gordel, zet het zitje dan vast met
een blokkeerclip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of het goed vastzit.
STAP1
STAP2
86_OM_EE_OM18058E.book Page 144 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 145 of 464
145
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
■
Zitkussen
Plaats het baby- of kinderzitje
zodanig op de stoel dat het kind
in de rijrichting kijkt.
Plaats het kind in het kinderzitje.
Zet het kinderzitje vast met de
veiligheidsgordel en steek de
gesp in de gordelsluiting. Contro-
leer of de gordel niet gedraaid is.
Controleer of de schoudergordel
goed over de schouder van het
kind loopt en het heupgedeelte zo
laag mogelijk ligt. (→Blz. 72)
STAP1
STAP2
86_OM_EE_OM18058E.book Page 145 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 146 of 464
146
1-7. Veiligheidsinformatie
FT86_EE
Verwijderen van een baby- of kinde
rzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
Plaatsen met ISOfix-bevestiging (ISOfix-baby- of kinderzitje)
Bevestig de gespen aan de spe-
ciale bevestigingsstangen.
Als het kinderzitje een bovenste
gordel heeft, moet deze worden
vastgezet aan de bevestigings-
steun.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 146 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
Page 151 of 464

151
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
WAARSCHUWING
■
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een ongeval ernstig letsel
oplopen.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de gordel om de
nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de
gordel dan door met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting valt en of de gordel niet
gedraaid is.
● Beweeg het kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en naar
achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
■ Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de bevesti-
gingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of uitwijken of bij een ongeval ernstig letsel oplopen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 151 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM