92
FT86_EE
1-6. Antidiefstalsysteem
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat de motor gestart kan worden met een sleu-
tel die niet in een eerder st adium geregistreerd is in de
boordcomputer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar absolute
beveiliging tegen elke vorm van diefst al kan niet worden gegarandeerd.
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop
Het controlelampje gaat knip-
peren als de sleutel uit het
contactslot is verwijderd, om
aan te geven dat het systeem
is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt met
knipperen als de geregis-
treerde sleutel in het contact-
slot is gestoken om aan te
geven dat het systeem is uit-
geschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 92 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
202
2-2. Instrumentenpaneel
FT86_EE
WAARSCHUWING
■
Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u de motor start, kan dat betekenen
dat deze systemen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in geval van
een ongeval, waardoor ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
als dit gebeurt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 202 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
225
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
Ondersteunende systemen
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-
(LSD-functie)/VSC-systeem in
werking is.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende syst emen zijn en vertrouw niet in
al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
■ ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen
of remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als
het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
aangedreven wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of
bij het accelereren op een glad wegdek.
Het TRC-systeem is ook uitgerust met een LSD-functie.
■EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
86_OM_EE_OM18058E.book Page 225 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
228
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE
■
Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om TRC
en VSC uit te schakelen.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF gaan branden.
In dit geval blijft de LSD-functie ingeschakeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de systemen weer in te schakelen.
■ Bijgeluiden en trillingen veroorzaakt door het ABS, de Brake Assist, de
TRC en de VSC
● Het is mogelijk dat u tijdens het starten van de motor of bij het wegrijden
een geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk
wordt ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande sys-
temen in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuur-
inrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro- motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok- keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok- keersysteem geactiveerd is.
■ Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Automatisch opnieuw inschakel en van de TRC en VSC
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automa-
tisch opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Wanneer het contact
UIT wordt gezet
● Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer het contact UIT
wordt gezet
● Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer
ingeschakeld zodra de rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze
niet automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 228 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
229
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
■
Gereduceerde bekrachtigi ng door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om
het systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere
tijd veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing
zwaar aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of
breng de auto tot stilstand en zet de motor uit. Het EPS-systeem moet na
een poosje weer normaal werken.
■ Automatisch uitschakelen van de VSC SPORT-modus
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Wanneer na het rijden in de VSC SPORT-modus het contact UIT wordt
gezet, wordt deze modus automatisch uitgeschakeld.
Auto's met Smart entr y-systeem en startknop
Als het contact UIT wordt gezet nadat is gereden in de VSC SPORT-modus,
wordt deze modus automatisch uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
■ Het ABS werkt niet effectief als
● Banden met onvoldoende grip worden gebruikt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
● Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat wegdek.
■ De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd in
de volgende gevallen altijd voldoende afstand tot uw voorligger:
● Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
● Als wordt gereden met sneeuwkettingen
● Als wordt gereden op slechte wegen
● Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
■ De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd niet met de auto onder omsta ndigheden waarbij de stabiliteit en de aan-
drijfkracht verloren kunnen gaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 229 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
230
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE
WAARSCHUWING
■
Wanneer de VSC en/of de LSC-functie is ingeschakeld
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■ Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien deze
systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende ban-
den onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
■ Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een
negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing ver-
oorzaken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 230 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
339
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
4
Onderhoud en verzorging
FT86_EE
Plaats en stroomsterkte van zekeringen
■ Motorruimte
ZekeringAmpèreCircuit
1MIR HTR 7,5 A Buitenspiegelverwarming
2RDI 25 A Elektrische koelventilator
3(PUSH-AT) 7,5 A Motor-ECU
4ABS NR. 1 40 A ABS
5HEATER50 A Airconditioning
6WASHER 10 A Ruitensproeier
7WIPER 30 A Ruitenwissers
8RR DEF30 A Achterruitverwarming
9(RR FOG) 10 A Mistachterlicht
10D FR DOOR 25 A Elektrisch bedienbare ruit
(bestuurderszijde)
11(CDS)
25 A Elektrische koelventilator
12D-OP 25 A⎯
13ABS NR. 2 25 A ABS
86_OM_EE_OM18058E.book Page 339 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM
342
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
FT86_EE
■
Dashboard
ZekeringAmpèreCircuit
1ECU ACC 10 A Hoofd-body-ECU, buitenspiegels
2P/POINT Nr. 2 15 A Accessoireaansluiting
3PANEL10 A Verlichting
4TAIL 10 A Achterlichten
5DRL 10 A Dagrijverlichting
6STOP7,5 A Remlichten
7OBD7,5 A Diagnosesysteem
8HEATER-S 7,5 A Airconditioning
9HEATER 10 A Airconditioning
10FR FOG LH 10 A Mistlamp links voor
11FR FOG RH 10 A Mistlamp rechts voor
12BK/UP LP7,5 A Achteruitrijlichten
13ECU IG1 10 A ABS, elektrische stuurbekrachtiging
14AM17,5 A Startsysteem
15AMP 15 A Audiosysteem
16AT UNIT15 A Transmissie
17GAUGE7,5 AMeters en tellers, Smart entry-sys-
teem met startknop
18ECU IG2
10 A Motor-ECU
19SEAT HTR LH 10 A Stoelverwarming links
20SEAT HTR RH 10 A Stoelverwarming rechts
21RADIO7,5 A Audiosysteem
22P/POINT Nr. 1 15 A Accessoireaansluiting
86_OM_EE_OM18058E.book Page 342 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM