Page 394 of 812

3944-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■De zichtbaarheid van de indi catoren in de buitenspiegels
Mogelijk  zijn  de  indicatoren  in  de  buitenspiegels  bij  fel  zonli cht  niet  goed  te
zien.
■ Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De  RCTA-zoemer  komt  mogelijk  moeilijk  boven  harde  geluiden  uit,   zoals
wanneer het volume van het audiosysteem hoog staat.
■ Wanneer  “Blind  Spot  Monitor  Unavailable.”  (Blind  Spot  Monitor  n iet
beschikbaar) wordt weergegeven  op het multi-informatiedisplay
Water, sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk op rondom de se nsor in de
bumper ( →Blz. 397).
Wanneer  het  water,  de  sneeuw,  de  modder,  enz.  rondom  de  sensor  in  de
bumper wordt verwijderd, moet  het systeem weer normaal gaan werken.
Ook werkt mogelijk de sensor niet normaal bij extreem warm of k oud weer.
■ Wanneer  “Blind  Spot  Monitor  System  Malfunction  Visit  Your  Deale r. ”
(Storing in Blind Spot Monitor-systeem. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er  zit  mogelijk  een  storing  in  de  sensor  of  de  sensor  is  niet  g oed  uitgelijnd.
Laat  de  auto  nakijken  door  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Page 394  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
         
        
        
     
        
        Page 397 of 812

3974-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto w ordt respec-
tievelijk één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende
om ervoor te zorgen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige wanneer de waarschuwingsmelding niet verdwijnt.
● Stel  de  sensor  en  de  omgeving  ervan  op  de  achterbumper  niet  blo ot  aan
krachtige schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem mogelijk
niet goed meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesi gnaleerd.
Laat  in  de  volgende  gevallen  uw  auto  nakijken  door  een  erkende  Toyota-
dealer  of  hersteller/reparat eur  of  een  andere  naar  behoren  gekw alifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige  schok-
ken.
• Als  er  krassen  op  of  deuken  in  de  omgeving  van  de  sensor  aanwe zig
zijn of als een deel van de sensoren is losgekomen.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer  geen  accessoires  op  de  sensor  of  het  omliggende  gebied  op  de
bumper en plak er geen stickers op.
● Breng  geen  wijzigingen  aan  de  sensor  of  het  omliggende  gebied  op  de
bumper aan.
● Breng geen andere kleur lak dan een officiële Toyota-kleur aan  op de ach-
terbumper.
● Houd  de  sensor  en  het  omliggende
gebied  op  de  bumper  te  allen  tijde
schoon. Als een sensor of de omgeving
ervan  op  de  achterbumper  vuil  is  of
bedekt met sneeuw, werkt de Blind Spot
Monitor  mogelijk  niet  en  wordt  er  een
waarschuwingsmelding  ( →Blz.  394)
weergegeven. 
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw
weg  en  rijd  gedurende  ongeveer  10
minuten  met  de  auto  terwijl  aan  de
bedrijfscondities  voor  de  BSM-functie
( →Blz. 400) wordt voldaan. 
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 397  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
         
        
        
     
        
        Page 398 of 812
3984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
De  BSM-functie  maakt  gebruik  van  radarsensoren  om  de  volgende
soorten auto's te signaleren d ie op een aangrenzende rijstrook  rijden
en brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de indicatoren  in de
buitenspiegels.
Auto's die in het gebied rijden dat niet in de buitenspiegels t e zien in
(de dode hoek)
Auto's  die  snel  van  achteren  naderen  in  het  gebied  dat  niet  in  de
buitenspiegels te zien in (de dode hoek)
BSM-functie
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 398  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
         
        
        
     
        
        Page 401 of 812

4014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Omstandigheden waaronder de BSM-f unctie mogelijk niet goed werkt
● Onder  de  volgende  omstandigheden  signaleert  de  BSM-functie  auto 's
mogelijk niet correct:
• Als  de  sensor  niet  goed  is  uitgelijnd  doordat  de  sensor  of  de  omgeving ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is b edekt
door modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval, sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tuss en elke
auto
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een aut o achter u
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de au to die binnen
het detectiegebied komt
• Wanneer  het  snelheidsverschil  tussen  uw  auto  en  een  andere  aut o  ver-
andert
• Wanneer  een  auto  het  detectiegebied  binnenkomt  met  ongeveer
dezelfde snelheid als uw auto
• Wanneer uw auto  vanuit  stilstand  wegrijdt,  blijft  een auto  in  het  detectie-
gebied
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels,
dalingen in de weg, enz.
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende boc hten of
oneffenheden
• Wanneer de rijstroken breed zijn of wanneer op de rand van een  rijstrook
wordt gereden en de auto op een aangrenzende rijstrook ver van  uw auto
vandaan is
• Wanneer  een  fietsendrager  of  een  andere  accessoire  op  de  achte rzijde
van de auto is gemonteerd
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het detectiegebied komt
• Direct nadat het BSM-systeem is ingeschakeld
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 401  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
         
        
        
     
        
        Page 402 of 812

4024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E●
Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de BSM-functie onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Als  de  sensor  niet  goed  is  uitgelijnd  doordat  de  sensor  of  de  omgeving
ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer  de  afstand  tussen  uw  auto  en  een  vangrail,  muur,  enz.  die  het detectiegebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels,
dalingen in de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wanneer op de rand van een  rijstrook
wordt  gereden  en  een  auto  die op  een andere  dan  de  aangrenzende  rij-
stroken rijdt het detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende boc hten of
oneffenheden
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een aut o achter u
• Wanneer  een  fietsendrager  of  een  andere  accessoire  op  de  achte rzijde
van de auto is gemonteerd
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 402  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
         
        
        
     
        
        Page 403 of 812

4034-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
De  RCTA  werkt  wanneer  de  achteruitversnelling  is  ingeschakeld. Hij
kan  andere  auto's  signaleren  die  van  rechts  of  links  achter  nad eren.
Hij maakt gebruik van radarsensoren om de bestuurder te waarsch u-
wen  voor  de  aanwezigheid  van  andere  auto's:  de  indicatoren  in  d e
buitenspiegels gaan knipper en en er klinkt een zoemer.
RCTA
Naderende auto's Detectiegebieden
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van de functie
De  bestuurder  is  volledig  verantwoordelijk  voor  een  veilig  rijgedrag.  Rijd
altijd veilig en houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende functie die de bestuurder waarschuwt
wanneer  er  een  auto  van  rechts  of  links  achter  de  auto  nadert.  Aangezien
de  RCTA  onder  bepaalde  omstandigheden  mogelijk  niet  goed  werkt,   dient
de  bestuurder  altijd  zelf  visueel  de  veiligheid  te  controleren.   Wanneer  u  te
veel  op  deze  functie  vertrouwt,  kan  dit  leiden  tot  een  ongeval  met  ernstig
letsel tot gevolg.
12
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 403  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
         
        
        
     
        
        Page 405 of 812

4054-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■De RCTA werkt wanneer
●De  RCTA  werkt  wanneer  aan  alle  onderstaande  voorwaarden  wordt  v ol-
daan:
● Het BSM-systeem is ingeschakeld. ( →Blz. 393)
● De selectiehendel in stand R staat.
● De rijsnelheid lager is dan ongeveer 8 km/h.
● De rijsnelheid van de naderende auto tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h ligt.
■ Omstandigheden waaronder de RC TA een auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende typen voertuigen en/of  objecten
te signaleren:
● Voertuigen die van direct achter de auto naderen
● Voertuigen die achteruit inparkeren in een parkeerruimte naast uw auto
● Vangrails,  muren,  bebording,  geparkeerde  auto's  en  vergelijkbar e  stil-
staande objecten
*
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
● Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto
*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto e n/of object
gesignaleerd.
●
Voertuigen  die  niet  kunnen  worden
gesignaleerd  door  de  sensoren  als
gevolg van obstakels
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 405  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
         
        
        
     
        
        Page 406 of 812
4064-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Omstandigheden waaronder de RCTA mogelijk niet goed werkt
●Onder  de  volgende  omstandigheden  signaleert  de  RCTA  auto's  moge lijk
niet correct:
• Als  de  sensor  niet  goed  is  uitgelijnd  doordat  de  sensor  of  de  omgeving ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is b edekt
door modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval, sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tuss en elke
auto
• Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
• Bij  het  achteruitrijden  op  een  helling met  een  grote  verandering  in  het  hel-
lingspercentage
• Bij  het  onder  een  kleine  hoek  achter- uit uitrijden van een parkeerplaats
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 406  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM