1763-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10528E●
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worde n door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen d raagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrende lsensor
opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 173)
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoe mer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in co ntact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor sch oon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
● Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de porti ergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detecti egebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portier en nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
● Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het p ortier kras-
sen. Zorg ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet b eschadigd
raken.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 176 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
1773-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgesc hakeld.
( →Blz. 776)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronisc he sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt mogelijk niet.)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mecha nische
sleutel. ( →Blz. 747)
● Starten van de motor: →Blz. 748
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met s tartknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 776)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. ( →Blz. 156, 747)
● Starten van de motor en wijzigen van de standen van het contact :
→Blz. 748
● Uitzetten van de motor: →Blz. 237
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 177 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
2384-2. Rijprocedures
C-HR_OM_Europe_OM10528E
De stand kan worden gewijzigd door op de startknop te drukken zon-
der het rempedaal (Multidrive CVT ) of het koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) in te trappen. (De stand verandert ieder e keer
dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Het multi-informatiedisplay wordt
niet weergegeven.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
ACCESSORY wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het multi-informatiedisplay weerge-
geven.
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectiehendel in een ander e stand dan
stand P staat als de motor uit gezet wordt, gaat het contact na ar stand
ACC en niet UIT.
Wijzigen van de standen van het contact
AAN
ACC
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag
e 238 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
679
8Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ........... 680
Als uw auto in geval van nood tot stilstand
moet worden gebracht ..... 681
8-2. Stappen die genomen moeten worden
in noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept ..... 683
Als u denkt dat er iets mis is ......................... 691
Uitschakelsysteem brandstofpomp ................ 692
Als een waarschuwings- lampje gaat branden of
een waarschuwings-
zoemer klinkt ................... 693
Als er een waarschuwingsmelding
verschijnt ......................... 704 Als de auto een lekke band
heeft (auto's met
bandenreparatieset) ........ 710
Als de auto een lekke band heeft (auto's met
reservewiel) ..................... 730
Als de motor niet wil aanslaan .......................... 745
Als de elektronische sleutel niet goed werkt
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop) ..... 747
Als de accu ontladen is ...... 750
Als uw auto oververhit raakt................................. 756
Als de auto vast komt te zitten ................... 759
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 679 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
6808-1. Belangrijke informatie
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Alar mknipperlichten
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knip-
peren.
Druk nogmaals op de schakelaar
om ze weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
Als de alarmknipperlichten langere tijd worden gebruikt terwijl de motor niet
draait, kan de accu ontladen raken.
De alarmknipperlichten worden gebruikt om andere bestuurders
te waarschuwen wanneer de auto tot stilstand moet worden
gebracht, bijvoorbeeld bij pech.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 680 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
7118-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
●Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevig e,
vlakke ondergrond.
● Activeer de parkeerrem.
● Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N (handge-
schakelde transmissie).
● Zet de motor af.
● Schakel de alarmknipperlichten in. ( →Blz. 680)
● Controleer de mate waarin de band beschadigd is.
Een band mag alleen met de
bandenreparatieset worden
gerepareerd indien de bescha-
diging te wijten is aan perforatie
van het loopvlak door een spij-
ker of schroef. • Haal de spijker of schroef niet uit de band. Door het
verwijderen ervan kan het
gat groter worden waardoor
de band niet meer tijdelijk
gerepareerd kan worden.
• Rijd de auto naar voren tot het gat, voor zover zichtbaar, zic h
boven aan de band bevindt om lekkage van bandenreparatie-
vloeistof te voorkomen.
Vóór het repareren van de band
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 711 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
7308-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Als de auto een lekke band heeft (auto's
met reser vewiel)
● Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevig e,
vlakke ondergrond.
● Activeer de parkeerrem.
● Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of de achteru it
(handgeschakelde transmissie).
● Zet de motor af.
● Schakel de alarmknipperlichten in. ( →Blz. 680)
Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan wor-
den vervangen door het reservewiel.
Meer informatie over banden: →Blz. 631
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt do orgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie nie t meer
mogelijk is en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 730 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
7498-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Uitzetten van de motor
Activeer de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of
de neutraalstand (handgeschakelde transmissie) en druk op de st artknop,
zoals u normaliter doet bij het afzetten van de motor.
■ Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij
van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervange n als deze ont-
laden is. ( →Blz. 652)
■ Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sle utel wordt
gebruikt om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechani sche sleu-
tel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
■ Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) los en druk tijdens stap hierboven op de st artknop.
De motor wordt niet gestart en de stand verandert iedere keer d at de knop
wordt ingedrukt. (→Blz. 238)
■ Als de elektronische sleutel niet goed werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met startknop en startkno pfunctie
niet is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie
uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen
→Blz. 776)
● Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld.
Is de functie ingeschakeld, schakel hem dan uit. ( →Blz. 173)
WAARSCHUWING
■Bij het gebruik van de mechanische sleutel en het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen
de zijruit en de sponning. Laat tevens de mechanische sleutel niet bedienen
door kinderen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten door het bedienen van de e lektrisch
bedienbare ruit.
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 749 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM